Als het ambulancepersoneel weg is, zit de schrik er goed in. We hebben een dubbel gevoel. Aan de ene kant zijn we erg blij dat Aafke niet opgenomen hoeft te worden. Aan de andere kant twijfelen we eraan of ze het thuis in ons ziekenhuisje thuis gaat redden. Voor nu zetten we alles op alles om haar thuis te kunnen houden, en een ziekenhuisopname te voorkomen.
Ons leven is van de ene op de andere dag erg ingewikkeld worden. Maar ik heb wel de hoop en ik dat we hier uiteindelijk goed gaan uitkomen. Ik leer snel en realiseer mij steeds meer dat anorexia een ernstige psychische aandoening is. In het hoofd van Aafke voeren irrationele gedachten en destructieve oplossingen (niet meer eten) helaas steeds meer de boventoon. Aafke kan er gelukkig zelf goed over praten, zolang ze niet hoeft te eten. Met het eten gaat het nog steeds mis; dan is het alsof er iemand anders haar hersenen en emoties overneemt. Dat vraagt om heel veel geduld, liefde, begrip maar ook vasthoudendheid van onze kant, zodat ze niet onder een kritische grens van haar gewicht komt.
Eigenlijk weten we niet eens wat dat kritisch gewicht is, maar het begrip hangt als het zwaard van Damocles boven ons hoofd: Dan moet ze namelijk opgenomen worden. We hebben gehoord dat er dan mogelijk sprake is van eten onder dwang. We hopen met heel ons hart dat het niet zover komt.
Sinds de komst van de ambulance is alles in een stroomversnelling geraakt. We worden fantastisch begeleid door onze huisarts en voelen ons met veel warmte omringd door familie en vrienden. De huisarts lijkt alles uit de kast te trekken, en is zeer betrokken. Ze belt regelmatig op om te vragen hoe het gaat. De uitslag van bloedtesten zijn gelukkig goed. Daar zijn we heel blij mee. Tegelijkertijd realiseren we ons heel goed dat zo’n uitslag maar een momentopname is.
Waar we heel erg op moeten letten is, dat we nog een lief zusje hebben lopen, die ineens “haar grote zus kwijt is” en die ook alle aandacht nodig heeft in de hectiek waar we in terechtgekomen zijn, en waar ze niet om heeft gevraagd. Haar grote zus is ineens niet die grote zus meer waar ze op kon leunen.
We zijn blij met de oprechte belangstelling van iedereen. We voelen ons schuldig omdat we in de drukte te weinig aandacht hebben voor anderen. We moeten niet zelf vergeten aan familie en vrienden de vraag te stellen: Hoe is het met jullie? Onze wereld is in een paar weken erg klein geworden. Elke dag verloopt anders dan we gepland hebben; voor zover er überhaupt nog iets te plannen is.
Praktische vragen als “Hoe moet het binnenkort met de verjaardag van Aafke?” dringen zich langzaam aan ons op. Voorlopig doen we alsof alles gewoon door kan gaan. Maar door mijn hoofd blijft de hoofdvraag spoken: Kunnen wij wel een ziekenhuisopname voorkomen?
Door: Simon
Simon is de vader van Aafke en schrijft over zijn ervaringen met de eetstoornis anorexia. Simon en Aafke zijn gefingeerde namen.
Volgende keer: Leuke dingen afzeggen!
Geef een reactie