Ik weet nog dat ik het een keer met mijn toenmalige psycholoog over het concept van de separeer had. Het leek mij wel wat, het idee, ik wilde niet echt gesepareerd worden: lekker tijd om na te denken over van alles en nog wat, niet gestoord worden, geen verplichtingen. Tweeëneenhalf jaar later. Ik zat met een IBS op de gesloten afdeling van een vreemde instelling en deed alsnog een zelfmoordpoging. Overdag werd ik 1:1 begeleid, maar ‘s nachts hadden ze daar de mankracht niet voor en werd ik dus elke nacht gesepareerd.
21.00 uur: Ik moest in de separeer
Vergezeld door twee verpleegkundigen liep ik op mijn krukken naar de separeer. Eenmaal daar moest ik me uitkleden. Het mutsje dat ik droeg om mijn kaalheid te verbergen, moest af. De sok die ik altijd aan had omdat ik een irrationele angst heb voor het laten zien van mijn onderbeen, moest af. Het medische hulpmiddel dat ik ‘s nachts moet dragen om erge pijn te voorkomen, moest af.
In plaats daarvan kreeg ik een papieren onderbroek, een scheurhemd, een rubberen matras, twee scheurdekens, en vier bekertjes water. Mijn krukken werden afgepakt. Er werd mij gevraagd hoe hoog ik de verwarming wilde hebben, er werd me verteld waar de alarmknop zat, en toen ging de deur dicht.
Al snel kwam de pijn opzetten. Door de pijn kon ik niet slapen. Periodiek kwamen de verpleegkundigen kijken. Ze kwamen altijd met zijn tweeën en bleven in de deuropening staan. Ik voelde me net als een beest behandeld. Altijd met zijn tweeën, nooit verder dan de deuropening, alsof ik al hinkelend echt een groot gevaar zou kunnen zijn. Geen greintje compassie; ik denk dat ze vonden dat het mijn eigen schuld was dat ik in dat hok zat. Alsof ik het voor mijn plezier deed.
Met niks te doen, veel pijn en niet kunnen slapen, ging ik maar liedjes zingen. Ik heb de constatering gedaan dat er een groot verschil zit tussen het meezingen met de radio of cd-speler, en het uit je hoofd zingen van liedjes. Het laatste is veel moeilijker – zelfs de teksten van liedjes die ik meende goed te kennen, ontgingen me na een paar regels.
Uiteindelijk viel ik in slaap. Kort daarna werd ik wakker en was de pijn zo erg dat ik een herbeleving kreeg. Ik lag op de grond te gillen, onzichtbare mensen van me af te vechten; ik dacht dat iets wat ik ooit heb meegemaakt, weer gebeurde. De verpleging had mijn signaleringsplan, ze wisten hoe ze me op zo’n moment moesten helpen. Ze kwamen – ik neem aan dat ze reageerden op mijn gegil – en deden de deur open, stonden met zijn tweeën in de deuropening, en liepen weer weg. Geen hulp voor de lastpak in de isoleercel.
Toen de herbeleving na ruim 2 uur was afgelopen en ik “enkel” nog flinke pijn had en niet kon slapen, belde ik de verpleging. Mocht ik uit de separeer? Mocht ik een boek? Mocht er een radio aan? Mocht ik het medische hulpmiddel dat mijn pijn zou verminderen? Nee: mij werd verteld dat ik maar na moest gaan denken over wat ik tegen de rechter zou zeggen, die later die dag zou komen om de IBS te bekrachtigen. Ik zei toen dat ik al een hele motivatie had getypt die op mijn laptop stond, dus zou ik daar bij mogen? Nee.
9.00 uur: Ik mocht uit de separeer.
Die middag werd de IBS bekrachtigd door de rechter en sprak ik de psychiater. Ze hielden niet van dwang, dus als ik vrijwillig gesepareerd zou worden, mocht ik in de open separeer slapen: dit hield in dat ik mijn eigen onderbroek aan mocht houden, ik een boek mee mocht nemen, en dat de deur open zou blijven. De deur leidde naar een kale gang; de deuren van de kale gang waren op slot; mijn krukken werden alsnog afgepakt en buiten de gang gehouden. Wat een openheid. Wat een vrijwilligheid. Maar goed, ik had mijn boek, dus de nachten waren iets minder lang. Nog steeds kwam de verpleging altijd met zijn tweeën kijken en bleven ze in de deuropening staan.
Na anderhalve week werd ik teruggeplaatst naar mijn “vaste” GGZ-instelling. Het eerste wat ik aan mijn psychiater vroeg, was of ik weer in een bed mocht slapen in plaats van in een separeer. Toen hij “Ja” zei, kon ik hem wel zoenen. De eerste nacht kon ik niet slapen en kreeg ik een paniekaanval omdat ik dacht dat ik weer in de separeer zat. Ik heb er nog wel vaker nachtmerries over gehad. Ik voelde me zo alleen. Zo eenzaam.
Ik snap dat separeren in sommige gevallen nodig is, bijvoorbeeld als iemand heel agressief is. Of als iemand zo persistent is in zichzelf wat aan te willen doen, dat hij/zij dat ook nog doet als er mensen bij zijn. Maar als iemand een gevaar is voor zichzelf, en het zou prima opgelost kunnen worden met 1:1-begeleiding? Dan is het een maatregel om te compenseren voor gebrek aan mankracht. Ik heb me nog nooit zo eenzaam, zo onmenselijk behandeld gevoeld als in de separeer. Alsof ik een roofdier was in de dierentuin.
Eén ding weet ik zeker: ik zal nooit meer verlangen naar de separeer…
Fotografie: Seniju
Geef een reactie