Ik ben net thuisgekomen van een interessante cursus en zit aan mijn avondeten als mijn vader belt. We hadden afgesproken om vandaag even bij te kletsen dus ik had zijn belletje al verwacht. Ik neem op. Wat is het fijn om zijn stem te horen zeg, het geeft me een warm en veilig gevoel van binnen. Maar al snel slaat de warme toon in zijn stem om. “Ik wilde je sowieso al bellen, want ik moest je nog wat vertellen…”
Mijn hart stopt even en ik voelde een grote schok door mij heengaan. Een naar gevoel bekruipt me. BAF! De woorden komen als een kanonskogel binnen. “Opa R. is opgenomen in het ziekenhuis, hij heeft prostaatkanker. 17 juni heeft hij een scan.” Op dit punt luister ik al niet meer. Ik ben even verdoofd. De wereld om mij heen lijkt stil te staan en ik zit vastgenageld aan mijn stoel. Ik kan me niet bewegen, ik kan even niks zeggen.
Na een tijdje voel ik dat ik weer een beetje land op aarde. Ik vraag naar het vooruitzicht maar daar konden de artsen nog niks over zeggen totdat ze de uitslag van de scan hebben. Het enige dat ik nu kan denken is: Daar gaan we weer, wéér dat hele riedeltje opnieuw. Wéér die vreselijke, verschrikkelijke lijdensweg, niet alleen voor hem maar ook voor de mensen om hem heen… Mijn andere lieve opa is namelijk op 11 april overleden aan prostaatkanker. Het was verschrikkelijk. En terwijl ik het nieuws over opa R. aanhoor, kan ik alleen maar de beelden van hem voor me zien. Het heeft me verscheurd van binnen om hem zo te zien lijden. Een pijn die je raakt in alle uithoeken van je ziel. Ik kan het niet om dat hele pad opnieuw te gaan bewandelen. Het heeft me te veel pijn gedaan. Ik kan het niet om opnieuw een dierbare op deze manier ten onder zien gaan. Ik kan het niet, ik wil het niet, is het enige dat ik kon denken.
Als ik opgehangen heb, loop ik naar de keuken om mijn afwas te doen. Het schiet door mijn hoofd hoe gek het is dat ik nu mijn alledaagse dingen gewoon loop te doen. Het leven gaat gewoon door, ook na zulk nieuws gehad te hebben. En even denk ik: Het gaat eigenlijk best wel zo, als ik gewoon door blijf gaan hoef ik niet zo stil te staan bij wat het met me doet. Maar ik weet ook beter. En ik weet dat als ik gewoon doorga zonder eens écht stil te staan bij wat het met me doet, ik zo weer in mijn eetstoornis of dwangmatigheden schiet. En dat is nu juist wat ik niet meer wil. Toch houdt iets mij tegen en ik voel de onrust, die oh zo bekende onrust en nerveuziteit in mijzelf opkomen. Het borrelt, het zit vast van binnen en het kan er niet uit. Ik loop naar mijn la in de keuken toe en trek hem open. Het eerste eetbare product dat ik zie pak ik en stop ik in mijn mond. Dan het volgende. Ik weet mijzelf net op tijd te stoppen om een mega eetbui te voorkomen. “Nee dit wil ik niet doen”, zeg ik hard tegen mijzelf en ik dwing mijzelf om de la dicht te doen en naar mijn kamer te lopen. Daar blijft dat onrustige gevoel me bekruipen. Ik weet dat er iets borrelt van binnen, maar ik wil er niet naar toe. Bang voor wat het met me zal doen; wat voor nare gevoelens ik tegen zal komen.
Als het tijd is voor mijn avondtussendoortje gebeurt het onvermijdelijke. Ik voelde het al aankomen. Zodra op is wat ik gepakt heb, sta ik eigenlijk automatisch op om het volgende te pakken. En ik blijf eten. Gedachteloos, doelloos eten. Even voelt het goed, een soort verdoving voor de angst. De angst voor de nare gevoelens die diep van binnen borrelen. Maar zodra mijn buik pijn gaat doen weet ik ook, ik ben weer te ver gegaan. Het is wéér gebeurd. Waarom kan ik nou nooit eens normaal doen?! En daar komen alle negatieve, destructieve gedachten over mijzelf. Ik stamp mezelf helemaal de grond in. Ik voel me verschrikkelijk. Dik, lelijk, boos, gefrustreerd, nerveus, angstig, alles door elkaar. En door de pijn in mijn buik kan ik niet slapen.
Het was half 12 toen ik wakker werd de volgende dag. Ik ben blij dat ik zo lang heb kunnen slapen, dit had ik heel erg nodig. Ik heb het gevoeld dat ik nu wat meer energie heb op opnieuw te beginnen. Het liefst zou ik nu niet eten om die verschrikkelijke eetbui van gisteren te compenseren. Maar ik weet ook, als ik dat doe zal vanavond precies hetzelfde gebeuren en zal het cirkeltje zich blijven herhalen. Dat wil ik niet meer; ik moet het nu doorbreken. Iemand vertellen van mijn eetbuien doe ik niet, ik schaam mij veel te erg. Elke keer ben ik nog steeds bang dat mijn huisgenootjes iets doorhebben van mijn stiekeme eten. Mijn wens om het cirkeltje te doorbreken is groter dan de tijdelijke veiligheid die het me zal brengen. Ik denk aan hoe naar ik me zal voelen als het weer gebeurd, wat me het laatste zetje geeft om normaal te eten. Ik maak mijn ontbijtje en kijk het nieuws.
Ik besluit een lekker maskertje op te doen en dan maar eens te gaan schrijven. Ik weet dat schrijven mij heel erg helpt om bij mijzelf te komen en dingen te kunnen verwerken. Dus hier zit ik dan, maskertje op, achter mijn laptopje. En ik kan je vertellen, ik voel me een heel stuk beter dan gisteravond. Minder opgefokt, minder nerveus. Die nare gevoelens mogen er zijn. En als ze er zijn, is het eigenlijk helemaal niet zo verschrikkelijk. Het is veel rustiger om ze er zo te laten zijn dan om ze weg te stoppen en te proberen ze diep daar beneden te houden. Het blijft een naar bericht en een nare situatie, dat verandert niet. Maar wel hoe ik hier nu zit. Ik voel me rustiger en heb meer energie om er op een goede manier mee om te gaan.
Gisteravond had ik niet de energie om te gaan schrijven omdat ik al mijn energie al stopte in het wegduwen van mijn emoties. Nu voelt het eindelijk alsof ik mijn emoties kan accepteren zoals ze zijn, en dat is wat nodig is voor mij om die gekke eetgestoorde gedragingen buiten de deur te houden. Vandaag kan ik weer met frisse energie mijn dingen doen waardoor eten ook gewoon weer een stuk natuurlijker gaat. En ik weet dat als ik vandaag mijn eetpatroon gewoon weer oppak, ik de kans op een volgende eetbui zo veel kleiner maak dan wanneer ik vandaag ga proberen te compenseren. Dan komt die drang naar eten sowieso ’s avonds weer naar boven. Dat die eetbui heeft plaatsgevonden gister, vind ik nog steeds heel naar en ik schaam mij diep. Maar ik weet ook dat ik nu vandaag kan zorgen dat het stopt door goed voor mijzelf te zorgen. Eetbuien zijn voor mij een signaal dat ik niet in een behoefte heb voorzien waar mijn lichaam om vroeg. Dus om ze te voorkomen, moet ik goed naar mijn lichaam en gevoel luisteren. Hierbij horen ook nare gevoelens. Die willen ook gehoord worden.
Ik druk het je op het hart: ze mogen er zijn, op wat voor manier dan ook. Laat ze er zijn, dan houd je energie over om er op een helpende manier mee om te gaan.
Hoe zorg jij dat je niet uit balans gebracht wordt door nare gebeurtenissen of emoties?
De eerdere blog van Lianne is hier te lezen.
Geef een reactie