Als je over een zes weken niet minimaal drie kilo bent aangekomen krijg je een time-out. Je moet dan een week naar huis en hebt geen therapie. Thuis mag je dan gaan nadenken over hoe je verder wilt en wat daar voor nodig is. Als je die drie kilo wel aankomt binnen zes weken, dan krijg je een uitbreiding van het therapieprogramma en mag je vaker bezoek ontvangen. Hetgeen ik hier beschrijf wordt binnen de eetstoornis wereld wel “werken met straffen en belonen” genoemd. Hier is de afgelopen jaren steeds meer kritiek op gekomen. Het zou averechts werken, is niet steunend en het moet worden afgeschaft. Diverse instellingen geven al aan hier niet meer mee te werken. Veel cliënten juichen dit van harte toe. Is het ook terecht en haalbaar om straffen en belonen volledig te verbannen uit een eetstoornisbehandeling?
Ik moet eerlijk toegeven dat ik me ook erg verzet heb tegen deze methode. Het zorgde ervoor dat ik geen vertrouwen had in de behandeling en mijn angsten niet aan durfde te gaan. Binnen 6 maanden moest ik een bepaald aantal kilo’s aankomen. Deed ik dit niet, dan zou de therapie stoppen. Later werd me zelfs verteld dat ik dan zelfs uitbehandeld was. Die dreiging zorgde ervoor dat ik de mensen die me wilden helpen, niet vertrouwde. Als ze me écht wilden helpen, dan zouden ze me immers toch niet laten vallen als het me niet zou lukken om die kilo’s aan te komen?
Bovendien speelde er nog een andere angst: Wat als ik aankwam, maar niet voldoende? Ik zou me dan én slechter en dikker voelen én geen hulp meer krijgen. Dan had ik voor mijn gevoel nog minder dan toen ik bij deze instelling binnenkwam. Een ingewikkeld dilemma, want als je mij in die tijd had gevraagd welke methode er wel toe had geleid dat ik aan zou komen in gewicht, dan had ik je waarschijnlijk ook geen antwoord kunnen geven. Ik wilde misschien stiekem ook wel helemaal niet aankomen. Ik wilde wel van mijn eetstoornis af en vrij kunnen eten en leven, maar ik wilde mijn veilige, gecontroleerde gewicht niet kwijt.
“Ik wilde graag geholpen worden, maar misschien stond ik over een paar maanden alweer buiten en hadden ze me uitgekotst. Dikker, lelijker, ongelukkiger zou ik dan zijn. Dat risico durfde ik niet te nemen. Ik wilde dat ze me onvoorwaardelijk zouden steunen en dat deden ze vanaf dag 1 al niet”
Een tijdje later kwam ik terecht bij een andere therapeut. Zij stelde me voor de keuze: Je mag bij mij in therapie komen, maar ik wil wel afspraken met je maken over je gewicht. Als je onder XX kilo komt, stoppen de gesprekken tijdelijk, totdat je weer boven dit gewicht komt. Ze legde uit waarom ze dit deed: Het was volgens haar niet verantwoord om enkel gesprekken met haar te hebben als ik minder dan een bepaald aantal kilo woog en bovendien zou therapie dan ook vrij weinig nut hebben, simpelweg omdat ondergewicht nu eenmaal een effect heeft op je ratio en psyche. Ik begreep haar handelswijze en ging ermee akkoord.
Na een aantal maanden verloor ik toch wat onsjes en kwam ik onder het afgesproken gewicht terecht. Ik vertelde dit eerlijk en wist wat de consequentie was. Ergens voelde dat op dat moment wel als een straf. Ik was immers eerlijk geweest en mocht nu toch niet meer komen. Tegelijkertijd begreep ik de reden én was ik ermee akkoord gegaan. Dat voelde heel anders dan bij de andere instantie waar hun regels enkel aan me werden verkondigd. Ik had hier geen inspraak in en er viel niet over te onderhandelen. Dit bood in tegenstelling tot het contact dat ik met deze huidige therapeut had, geen vertrouwen. In de tussentijd had ik trouwens niet helemaal geen gesprekken. Ik had af en toe contact met een sociotherapeut. Een aantal weken later lukte het me weer boven het afgesproken gewicht te komen en werden de gesprekken weer hervat.
“Ik vond het heel fijn om gesprekken met haar te hebben en deed er daarom alles aan om deze gesprekken te kunnen voortzetten. Soms wilde ik wel afvallen, al was het alleen al om haar te laten zien dat het slecht ging. De regel dat ik tijdelijk geen gesprekken met haar zou hebben, als ik afviel, zorgde ervoor dat ik niet afviel. Het was voor mijn eigen veiligheid goed en voor de contnuïtiet van de gesprekken. Nu heb ik er alle begrip voor, toen kon ik er regelmatig heel kwaad of verdrietig om worden”
Uiteindelijk heeft de regel van een minimum gewicht me wel geholpen om op gewicht te blijven. Toen ik een tijd later opnieuw ergens gesprekken had gaf de therapeut aan hierover niets te willen afspreken. Ik merkte dat ik dit ergens heel fijn vond. Ik had hierdoor direct een enorm vertrouwen in de therapeut en voelde me bij haar op mijn gemak. Tegelijkertijd was de kracht van de eetstoornis in die periode zo sterk dat het me niet lukte om zonder grenzen of regels van buitenaf het afvallen te staken. Ik bleef afvallen en maakte me, ondanks dat ik mezelf dit aandeed, zorgen over mijn lichaam. Ik wist dat de enige manier om het afvallen een halt toe te roepen zou zijn om mezelf ergens mee te belonen en straffen. Iets waar ik eerder een vreselijk hekel aan had en waar ik binnen een instantie tegenaan zou trappen. Na een aantal maanden therapie vroeg ik de therapeut een afspraak met mij te maken over mijn gewicht: Als ik verder zou afvallen, zouden de gesprekken tijdelijks stoppen. Ik was enorm blij met de gesprekken en wist dat die ‘regel’ me tijdelijk zou motiveren.
Uiteraard was dit een extrinsieke motivatie en moest de motivatie uiteindelijk vanuit mijzelf komen, maar om ervoor te zorgen dat mijn gewicht geen ernstige vormen zou aannemen, had ik dit nodig. Ik vond het bizar om erachter te komen, dat iets waar ik eerder tegenaan had geschopt, nu op mijn verzoek werd ingevoerd. Toch was het nu anders. Ik vroeg er namelijk zelf om en het werd me niet opgedragen. Ik denk dat dit zeker het verschilt maakte, waardoor het nu wél werkte. Ik wilde hierover niet liegen, ik wist wat er op het spel stond én ik had alle vertrouwen in de therapeut. We hadden de afspraak samen gemaakt en ze hoefde nergens mee te dreigen, omdat ik precies wist waar het op stond.
“Ik keek haar aan met tranen in mijn ogen. Ik kon niet meer. Ik voelde iedere dag mijn hart zwaarder kloppen, wist dat mijn lichaam dit niet trok… en toch bleef ik doorgaan met afvallen. Ik smeekte haar om hierover afspraken met me te maken, want alleen, zonder regels ging ik het niet redden”
Inmiddels jaren later is het interessant om terug te kijken op dit alles. Hoe zeer ik eerst tégen straffen en belonen in therapie was, hoe goed ik het nu kan begrijpen. Ik ben noch voorstander, noch tegenstander van straffen en belonen binnen een eetstoornis behandeling. Ik ben voorstander voor het gesprek aangaan en goede afspraken met elkaar maken, in goed overleg. Pas als dit gedaan wordt, kan je als cliënt ook achter bepaalde afspraken staan en je eraan houden. Je voelt dan minder de behoefte om te liegen over je gewicht, je hebt meer vertrouwen in de behandeling én je begrijpt beter waarom er op een bepaalde manier gehandeld wordt.
Tenslotte moet ik zeggen dat goed overleg en natuurlijk niet altijd mogelijk is. Zit je zo diep in je eetstoornis, dat alleen jouw ‘zieke kant’ nog maar aan het woord komt, dan is het soms nodig om afspraken te maken waar je het niet mee eens bent. Dat is niet om je te straffen, maar om je te redden…
Fotografie: Haley
Geef een reactie