‘Je moet huilen om te kunnen lachen’, is iets wat ik wel vaker schrijf. Zelf heb ik gemerkt dat dit iets heel belangrijks is om mij bewust van te zijn. Als ik niet wil huilen, zal ik die tranen weg moeten drukken. Automatisch zullen al mijn gevoelens dan minder sterk worden. Dat klinkt aan de ene kant prettig, maar neemt aan de andere kant ook een hoop geluk weg. Tijdens mijn eetstoornis vlakte ik mezelf soms zelfs zo erg af dat ik helemaal niet wist of ik nog wel iets voelde.
Mijn eetstoornis was een hulpmiddel om met het leven om te gaan. Ik vond het leven heftig, nog steeds, maar nu op een fijne manier. Vroeger niet. Vroeger wilde ik mezelf ervoor beschermen. Ik had het idee dat ik het leven niet aan kon, dat ik te zwak was en dat ik negatieve gevoelens beter weg kon stoppen en mezelf leeg, mat en afgevlakt moest voelen. Op die manier deed alles een klein beetje minder zeer.
Toen ik eenmaal diep in die eetstoornis zat kwam ik af en toe op een punt waarop ik echt klaar mee was. Ik wilde er vanaf. Er ging geen knop om, maar ik voelde me wel steeds iets gemotiveerder doordat ik stappen zette, er over praatte en in therapie ging. Soms was ik zo ongelukkig, terwijl ik wist dat anderen veel gelukkiger waren. Wie weet kon ik dat ook.
Ik wilde wel weer voelen, want ik wilde weer gelukkig zijn, maar ik vond het vreselijk eng om dat ook echt te gaan doen. Mocht ik wel leren om gelukkig te zijn, verdiende ik dat? En daarbij; wat zou ik allemaal nog meer gaan voelen als ik mijn emoties toe zou gaan laten? Ik was bang voor wat er los zou komen. Wat zou ik gaan voelen als ik er geen controle meer over zou hebben?
Ik was bang om een beerput open te trekken en dat ik er helemaal niet mee om zou kunnen gaan. Wat als het niet meer stopte en ik geen rem had? Gevoelens toelaten mocht dan misschien heel nuttig en gezond zijn, ik vond het ontzettend zwaar en eng. Natuurlijk wilde ik weer gelukkig zijn, blij zijn, maar waarom kon dat niet gewoon zonder dat ik de rest moest toelaten?
Ik wilde best weer lachen en deed ook mijn best om net te doen alsof het gewoon goed ging. Echter hielp dat niet. Steeds weer viel ik terug in mijn eetstoornis en negatieve zelfbeeld. Ik dook steeds weer terug in dat veilige hol dat juist levensgevaarlijk was; mijn eetstoornis. Even niet voelen, even niet nadenken, even geen verantwoordelijkheden, gewoon even alles wegstoppen. Het nadeel was alleen dat ik daardoor ook niet meer echt gelukkig kon zijn.
Ik ga je niet vertellen dat het fijn is om je gevoelens toe te leren laten nadat je ze zo lang hebt onderdrukt, maar ik kan wel zeggen dat het belangrijk is om er doorheen te gaan. Natuurlijk doet het zeer, weet je een hele tijd niet wat je overkomt of voel je je labiel en kwetsbaar. Ik denk dat dat komt omdat je in een overgangsfase zit; een periode waarin je nog niet weet hoe je het op een andere manier moet doen.
Je mag niet terug grijpen naar je eetstoornis, maar weet ook nog niet hoe je met al die emoties om moet gaan en dat voelt eng. Toch is het goed om de kans te grijpen. Je gaat je rot voelen, je gaat huilen, je gaat je een periode helemaal niet fijn voelen, maar dat gaat over en wat je daarvoor terug krijgt, is zo ontzettend waardevol.
Hoe je dat moet doen?
Dat kan ik je niet op papier geven. Wel kan ik met je delen wat belangrijk voor mij is geweest in die tijd. Vooral therapie, professionele hulp en praten heeft mijn enorm geholpen. Ik heb niet in één keer de juiste hulpverlening gevonden, ook ik moest even zoeken, maar het is wel belangrijk om niet op te geven.
Je eigen vangnet
Ondertussen is het niet alleen belangrijk hulp te zoeken in de zorg, maar ook om je heen. Praat over je problemen met de mensen die jij vertrouwt. Heb je nog geen vriendinnen waarmee je fijn kunt praten, oefen hier dan mee. Vertrouwen moet soms ook groeien en heeft tijd nodig. Zo kun je een heel fijn netwerk aan mensen om je heen verzamelen.
Bang zijn en toch durven
Ik kan nu hele ingewikkelde en vernieuwende dingen gaan vertellen, maar waar het op neer komt is DOEN en je angst opzij zetten. Voelen waar je bang voor was, is niet iets waar je aan onderdoor gaat. Ik verbaas me er nog steeds over hoeveel ik kan hebben. Ik heb gedacht; ”Ik trek het niet meer”, maar toch sta ik nu hier. Bang zijn en toch durven. Die zin hoorde ik laatst en vind ik heel erg mooi. Want dat soort dingen doen, dat is pas stoer en gaat je vaak enorm helpen in het leven.
Ik heb zelf gemerkt hoe hard ik heb leren lachen, nadat ik enorm heb gehuild. Ik denk dat ik best wel een gevoelig mens ben. Of laat ik zeggen; een emotioneel mens. Ik voel veel en dat kon ik als kind als heel verwarrend en heftig ervaren. Door (cognitieve) therapie heb ik veel inzicht gekregen in mijn emoties en gedachtes. Ik heb wat grip gekregen, al krijg je gevoelens natuurlijk nooit onder controle. Dat hoeft ook niet, juist controle los durven laten en zien wat er komt brengt je vrijheid.
Ik ben niet meer bang om te voelen, omdat ik heb gemerkt hoe gelukkig ik me kan voelen als ik mezelf mijn verdriet gun. Ik kan een flinke pot huilen en pijn hebben, maar daarna ook intens genieten van de dingen in mijn leven die wel ontzettend fijn zijn. Ik wil niets meer wegstoppen en tegenhouden, heb ik voor mezelf besloten. Ik ga er met open armen in. Ik hoop dat jij dat ook gaat durven.
♥
Plaatjes: Weheartit
Geef een reactie