Onderzoekers van de Universiteit van Iowa, afdeling medicijnen, zeggen een specifiek onderdeel in een gen te hebben gevonden dat grotendeels de oorzaak zou zijn voor het krijgen van een eetstoornis. Het onderzoek, dat geleid werd door dr. Michael Lutterat, wordt gezien als een mogelijk doorbraak voor de ontwikkeling van eetstoornisbehandelingen. De onderzoekers zeggen namelijk dat het voor vijftig tot zeventig procent genetisch bepaald is of je een eetstoornis krijgt of niet. Het Westerse schoonheidsideaal zou daarnaast de aanleiding kunnen zijn voor het daadwerkelijk ontwikkelen van die eetstoornis.
Volgens het onderzoek is er een nieuwe genetische mutatie in het DNA gevonden dat voor diverse gedragsafwijkingen zorgt bij muizen welke ook terug te zien zijn bij patiënten met de eetstoornis anorexia nervosa. Neurowetenschapper Lutterat zegt hierover: ”Het is al bekend dat vijftig tot zeventig procent van de kans op het ontwikkelen van een eetstoornis in de genen zat, maar welke genen hier precies in bemiddelen, was nog niet bekend.”
In eerdere onderzoeken keek men al naar een aantal grote gezinnen waarin meerdere gezinsleden kampten met eetproblematiek. Hierin was te zien dat bij de gezinsleden met een eetstoornis zelden veranderingen optraden in het oestrogeengerelateerde gen.
Hierdoor komt er een mindere hoeveelheid van een bepaalde proteïne vrij die normaal gesproken het energielevel in de hersenen reguleert. Bij muizen die dus ook een verminderde hoeveelheid van deze proteïne in de hersenen hadden, was te zien dat zij obsessief-compulsief gedrag gingen vertonen en op sociaal gebied gebreken lieten zien. Bovendien waren de muizen minder bereid om te werken voor voedsel wanneer ze honger hadden.
Lutterat: ”Dit onderzoek laat zien dat problemen bij het oestrogeen gerelateerde gen ervoor zorgen dat het risico om een eetstoornis als anorexia of boulimia nervosa te ontwikkelen, sterk wordt verhoogd. Het moge duidelijk zijn dan andere, veelal sociale factoren een bijdrage leveren aan de resterende niet-genetische risicofactoren. De hoeveelheid mensen met een eetstoornis is de afgelopen decennia alleen maar toegenomen. We weten dat dit vooral te maken heeft met sociale factoren in plaats van genen.”
Het onderzoeksteam is van plan om de betrokken genen in de hersenen verder te gaan onderzoeken om te zien of, met het oog op het gedrag van de muizen, mogelijke behandelingen in de toekomst hierop aangepast kunnen worden.
Bron: dailymail
Geef een reactie