Linda is 25 jaar en staat nu op een punt in haar leven dat ze verder kan zonder eetstoornis. Jarenlang heeft haar eetstoornis grip en controle gehad op haar leven en nu neemt ze de verantwoordelijkheid graag weer in eigen hand. Nog steeds is ze vaak perfectionistisch en soms onzeker, maar niet meer ten koste van haarzelf. Door haar eetstoornis heeft ze zichzelf (opnieuw) moeten leren kennen en ontwikkeld tot de persoon die ze vandaag is. Ze is tevreden met zichzelf en kan volledig genieten van het leven. Graag deelt ze haar verhaal in interviewvorm met jullie.
Hoe mijn eetstoornis is ontstaan?
Ik weet nu dat de basis voor mijn eetstoornis al in mijn vroegere jeugdjaren is gelegd. Ik heb een hele onbezorgde jeugd gehad, veel liefde en vriendjes en vriendinnetjes. Maar de onzekerheid over mezelf is wel in die tijd begonnen. Ik was opzoek naar “bevestiging” dat ik goed was zoals ik was. Over gevoel werd nauwelijks gepraat en zo ben ik (toen nog onbewust) daar al begonnen met aanpassen en me op een bepaalde manier gedragen om “goedkeuring” te krijgen en erbij te horen. Die goedkeuring heb ik altijd het meest gezocht bij mijn vader en oudere vriendinnetjes. Ik was niet, zoals mijn broertje, de beste in sport. Wat ik wel goed kon was leren, dus probeerde ik mezelf te bewijzen door hoge cijfers op school te halen.
Ik had echter nooit het gevoel dat ik het goed genoeg deed. Het kon altijd wel beter, of anderen deden het altijd wel beter. Mijn perfectionisme was hier dus al zichtbaar. De problemen met eten begonnen echter pas toen ik ging studeren.
In het laatste jaar van mijn Atheneum, was ik te zwaar. Ik was dan ook een emotionele eter. Mijn onzekerheid en gevoel heb ik altijd willen verbergen en ik greep naar snoep en eten als ik verdrietig was en me alleen op de wereld voelde. Ik zou het einde van dat jaar voor het eerst met mijn vriendinnen op vakantie gaan en wilde me hier graag wat zekerder voelen over mijn uiterlijk. Toen ging ik voor het eerst met volle overtuiging vanuit mezelf lijnen. Het ging verrassend goed en ik groeide in zelfverzekerdheid naarmate ik dunner werd. Ik kreeg complimenten (de goedkeuring waarnaar ik zocht?) en ernaast het idee dat ik zelf iets goed kon!
De vakantie was geweldig, maar hierna kwam de scheiding van wegen en iedereen die aan een andere studie begon. Ik vond het heel moeilijk om een studie te kiezen vanuit mezelf en was veel bezig met de keuze die goed zou overkomen. Wat ik wel wist, was dat het internationale me heel erg trok. Andere culturen en reizen dat vond ik mooi. De studie International Business and Management Studies leek me toen zeker wel bij me aansluiten. Vooral ook door het vele samenwerken, stages en projecten met andere culturen. Dit was echter een hbo studie en ik voelde toch een bepaalde druk dat ik een universitaire studie “moest” kiezen en dat het zonde was van je Atheneum diploma om dit niet te doen. Dan maar rechten, daar zag ik dan nog het meest in. Maar dan wel in Utrecht want hier was de meeste internationale oriëntatie. Op deze manier voelde het toch heel erg mijn keuze en ik was er blij mee. Mijn vader stond echter niet achter me wat het heel moeilijk maakte voor mij. De rechten universiteit in mijn woonplaats was toch het hoogst aangeschreven. Waarom kon ik hier niet voor kiezen dan, waarom moest ik perse weg? Hij begreep niet hoe ik erin stond en veel later pas heb ik van hem gehoord dat hij het gevoel had dat ik bij hem wegwilde en hij tekortschoot. (Nu zie ik het als een gemis dat we daar toen niet over hebben kunnen praten).
Toen ik naar Utrecht ging stond ik er alleen voor. Niemand van mijn oude woonplaats of school ging hierheen. Het was dus heel heftig, alles nieuw, nieuwe vrienden maken en omgaan met mijn onzekerheid. Thuis moest het natuurlijk overkomen alsof alles geweldig ging, want ja, ik had er zelf voor gekozen! Mijn cijfers waren top, en ik was altijd aan het lachen. Echter wist ik helemaal niet of ik het leuk vond. Ik vond het eng en ging me weer bezig houden met anderen en aanpassen. Vanuit mezelf had ik namelijk niet de overtuiging dat ik leuk of goed genoeg was. Ik had in deze periode een goed gewicht, maar was niet de dunste. Ik had wel een vriendinnetje leren kennen. Een heel leuk, mooi en slank meisje. Hierdoor kwam nog sterker de overtuiging dat ze me leuker zouden vinden als ik dunner was. Mijn lijnpatroon kwam terug, maar ik sloeg door. Tot in het extreme.
Ik ben mezelf hier in de loop van mijn eerste jaar compleet kwijtgeraakt. Ik raakte geobsedeerd door eten/niet eten en presteren op school. Het perfectionisme heb ik altijd wel in me gehad, maar nu kwam het ook naar voren in mijn lijngedrag. Ik kon niet weinig genoeg eten en mijn onzekerheid (wie ben ik, wat wil ik?) sloeg om in zelfhaat en daarna alleen nog maar leegte.
Mijn propedeuse heb ik cum laude binnengehaald, maar daarna ging het niet meer. In de zomer die volgde werd mijn eetstoornis alleen maar erger. Ik heb het 2e jaar mijn studie moeten stoppen en mijn ouders hebben mij weggehaald uit Utrecht.
Ik zei dat ik beter wilde worden maar was er toen nog niet klaar voor. Nadat mijn ouders ook zagen dat zij me niet aan het eten kregen ging ik met ze naar de huisdokter. Mijn eetstoornis werd toen nog best onderschat. Zowel door mezelf als mijn omgeving. De afspraak werd gemaakt om meer te eten en elke week bij hem te gaan wegen. Hiernaast ging ik in gesprek met een psychologe. Het ging echter niet beter. Ik loog over het eten en om dit te compenseren bij de dokter stopte ik gewichten in mijn kleding. Ik viel alleen maar meer af. Zó schuldig dat ik me voelde tegenover die lieve man toen in alle heftigheid en confrontatie de waarheid eruit kwam. Maar de eetstoornis was nu eenmaal sterker. Mijn psychologe was niet gespecialiseerd in eetstoornissen en besefte dat ze me niet verder kon helpen.
Zo ben ik bij Amarum gekomen. Het besluit om hierheen te gaan was mijn besluit. Tijdens een van de vele explosies thuis besefte ik dat ik alleen maar tegen mezelf aan het vechten was. Ik wilde hier vanaf, beter worden!
Vanaf mijn intake tot echte opname zat echter een wachtperiode.
Nog even kon mijn eetstoornis zich uitleven en had de anorexia de vrije hand. Dit zou immers de laatste keer zijn. Ik sloeg compleet door in eten/braken/niet eten tot een bijna kritiek gewicht. Ik kon niet meer bij mijn gevoel,voelde me leeg en alleen op de wereld. Tot het moment dat mijn opa op zijn sterfbed in het ziekenhuis lag. Hij is mijn grote voorbeeld in het leven en al was hij een man van weinig woorden, wist ik dat hij altijd in mij vertrouwde. Ik heb toen zwart op wit gekregen dat hij precies wist hoe ik me voelde, mij zag, begreep en bovenal in mij geloofde! Ik kreeg een handgeschreven brief in mijn hand gedrukt dat ik pas later mocht lezen. De titel “Jezelf zijn”.
Dit was voor mij de laatste bevestiging die ik nodig had, ik ging vechten voor mezelf! Nog steeds heb ik de brief met zijn foto ingelijst naast mijn bed staan en komen de tranen iedere keer als ik het lees. Ik voelde me zó schuldig toen hij eenmaal overleed en ik niet meer aan hem kon laten zien dat het beter met me ging. Ik wilde zo graag maar was nog niet sterk genoeg. Nu denk ik dat hij dat toen ook heeft geweten en nu trots op me neerkijkt.
Gelukkig kwam na een tijdje toch het begin van mijn periode bij Amarum. Ik kwam eerst eens per week in de pre-groep en werd zo langzaam al een beetje voorbereid op wat komen ging. Een 5-daagse therapie in de kliniek was de volgende stap. Tijdens deze behandeling van een half jaar hervond ik mezelf. Op het moment dat ik daar voor het eerst in de spiegel keek zag ik mezelf pas echt. Ik schrok me dood en walgde van mezelf. Hoe kon ik mezelf en iedereen om me heen dit aan doen en hoe had ik het zover laten komen? De waarheid kwam hard aan, en dit reële zelfbeeld, dat ik gelukkig heel goed had, heeft me zeker geholpen in de periode van vechten en strijd tegen de anorexia. De PMT lessen, therapie sessies en gezond leren eten bleken de juiste weg naar mijn herstel. De reden dat dit voor mij werkte was omdat de essentie van het beter worden nu bij mezelf lag. Ik vond het verschrikkelijk in de kliniek en wilde weer leven ook al was ik bang voor alles wat op me af zou komen. Ik heb deze behandeling nodig gehad om naast het eten, mijn eigenwaarde weer terug te vinden. Dit ging hand in hand en ik heb hierbij goede begeleiding gevonden.
De stap naar buiten was toch heftig en hoewel ik op gezond gewicht de kliniek verliet, ging er thuis weer gauw wat af. Ik voelde me thuis bekeken en vond het moeilijk niet in het oude patroon terug te vallen. Hoewel ik wist dat ik nooit meer terugwilde was het moeilijk alleen en was een nabehandeling nodig. Na mijn klinische periode heb ik een 1 daagse deeltijd behandeling gedaan. Dit heeft maar kort geduurd omdat ik niet heel veel aansluiting vond bij de groep en in individuele therapie toch beter bij mezelf kon komen. Dit heb ik vervolgens een aantal jaar in mijn woonplaats doorgezet.
Mijn eetstoornis heeft voor mij het nut gehad om niet te hoeven voelen. Ik had geen verdriet, weg met die onzekerheid. Er was echter ook geen blijdschap of geluk meer, het maakte me hol. Alles was verdoofd en er was alleen nog maar (niet) eten.
Als ik me ellendig voelde was het heel makkelijk om hiermee bezig te zijn. Alle verantwoordelijkheden van het leven vervagen en het is alsof je weer terug bent naar het kleine kind. Het kleine meisje dat aan de hand genomen moet worden door mama en zelf geen beslissingen hoeft te nemen. Mijn angst om te falen, niet goed genoeg te zijn en onzekerheid werden hierdoor dus onderdrukt. Ik heb moeten leren accepteren dat niet iedereen dezelfde blik heeft op het leven. Dat ik er mag zijn als persoon en een andere mening niet betekent dat die van mij fout is, of ik niet goed ben als persoon. Ik hoef niet alles te kunnen en perfect te zijn. Ik mag mezelf zijn en ook onzeker. Dit is de belangrijkste les die ik heb geleerd.
Nog steeds als ik me gekwetst of verdrietig voel is er een neiging tot vluchten. Maar ik ken mijn valkuilen inmiddels en heb andere manieren gevonden om hiermee om te gaan. De belangrijkste: het gevoel mag er zijn!
Het moeilijkst in mijn strijd tegen de eetstoornis vond ik dus ook omgaan met gevoel. Doordat ik weer ging eten, kwam stukje bij beetje ook weer mijn gevoel terug en er waren heel veel emoties. Nu moest ik er ook over leren praten. Onder de angst voor eten en aankomen, wat natuurlijk ook een enorme strijd was die aan de oppervlakte zichtbaar was, lag mijn onzekerheid en kwetsbaarheid. Juist dit wilde ik niet voelen! Ik had het idee dat ik continu aan het vechten was tegen mezelf en was in tweestrijd met mijn eetstoornis. Ik voelde me onbegrepen ten opzichte van mijn omgeving en tegelijkertijd begreep ik mezelf niet.
De moeilijkste dingen die ik moest leren waren verantwoordelijkheid leren nemen voor mijn eigen leven en keuzes. Omgaan met onzekerheid en verandering. Hiernaast omgaan met andere mensen. Leren praten over mijn gevoel en keuzes maken vanuit mezelf , zonder me af te vragen wat de anderen wel niet zouden denken.
De reacties van buiten waren ook vaak lastig. In het begin was er vooral onbegrip. Logisch, want ik weet zelf dat als iemand mij vroeger had verteld dat ik anorexia zou krijgen ik diegene keihard had uitgelachen. Ook ik dacht vroeger dat het een kwestie van weer goed eten was en de rest kwam vanzelf. Maar nee, op het moment dat ik erin stond was ik ineens alleen op de wereld en je merkt ook dat mensen je letterlijk laten vallen.
Er zijn maar een paar mensen die er ondanks alles er overal doorheen voor me zijn geweest. Me zijn blijven steunen terwijl ik ze zo hard heb afgewezen en mezelf heb geïsoleerd. Mijn familie en echte vrienden leerde ik zo heel goed kennen, en ik weet nu dat die band tot de dood zal blijven bestaan. Tegenover hen kwam achteraf ook een heleboel schuldgevoel.
Mijn ziekte was ook “thuis” op de voorgrond en ik kan nu nog de kriebels krijgen van de ruzies en heftigheid die dit met zich meebracht. Ook mijn broertje zat hier middenin en dit was voor mij heel lastig. Ik was immers zijn grote zus en had opeens alles niet meer goed voor elkaar.
Ik lag in puin en kon niet het goede voorbeeld geven. Ik denk dat hij door deze ervaring heel snel volwassen is geworden en ik weet nog hoe erg het bij me binnenkwam toen hij zei: “Lin, ik wil niet dat je doodgaat, je bent mijn zus!”
De laatste loodjes wegen het zwaarst…
Het toegroeien naar mijn minimum gewicht en BMI 20, is toch jarenlang een strijd is geweest, het grootste stuk mentaal. Met pieken en dalen, super goede momenten, maar ook periodes van terugval, weer afvallen, ben ik heel lang bezig geweest om mijn laatste kilo’s erbij te krijgen. Want het bleef mijn laatste stukje eetstoornis als gevoel van controle. Het laatste stukje schijnveiligheid. Wie was ik zonder? Ik bleef mezelf lange tijd voor de gek houden. En het ging toch ook goed, ik kreeg goeie feedback, dus waarom zou ik nog aan willen komen, wil ik dat wel echt voor mezelf en zeg ik het niet voor anderen?
Tot het besef kwam. Als ik hier niet doorheen ga, zal er altijd een angst blijven, een deeltje eetstoornis en zal ik er nooit helemaal los van komen. Zonder ben ik 100% Linda, mezelf en goed genoeg!
Het was wennen aan mijn vrouwelijke rondingen en afstand doen van het kinderfiguurtje. Dat was de anorexia, dit is Linda. Hierbij hoort een buikje, billen en heupen. Maar het accepteren hiervan kost tijd. Die moest ik mezelf gunnen…
Hoe het nu gaat?
Het gaat nu heel goed met me. Ik vind het fijn om tijd voor mezelf te hebben en geniet van contact met anderen. Lekker koken, eten, uitgaan en relaxen met vriendinnen. Ik ben in juli afgestudeerd, mijn therapie afronding incl. minimum gewicht, heb met veel lef en enthousiasme snel een baan gevonden en zie de toekomst heel positief. Ik weet dat ik ook door de moeilijke momenten heen ga komen en nooit meer terug wil naar die hel die ik heb doorgemaakt met mijn eetstoornis. Alle verantwoordelijkheid waar ik voor wegliep en mijn eetstoornis nodig had, draag ik nu opeens. Ik heb mijn leven zelf in de hand. Doodeng en wennen (zo was dat ook bij het accepteren van mijn vrouwelijke rondingen) maar tegelijk ook heel sterk. Ik weet dat ik mijn levensles geleerd heb, er zó ontzettend sterk uit ben gekomen en tevreden ben nu.
Wat ik anderen wil meegeven…
Ga op zoek naar jezelf. Wat maakt jij jij, wat vond je vroeger leuk en waar werd je blij van? Pak dit weer op, vind jezelf niet zwak als je een terugval hebt en betrek je naasten bij je. Ze zijn er voor je en probeer je echte gevoel met ze te delen, zonder te verlangen dat ze je begrijpen (Heel moeilijk, ik weet het!!) Maar wat je geeft, krijg je ook terug. Uit je echte jij, verscholen onder de eetstoornis met je onzekerheden en angsten! Het lucht op, echt!
Hiernaast is het heel belangrijk dat het besluit om beter te willen worden uit jezelf moet komen. Dus sluit je eens even af voor iedereen waarvoor je zo graag beter wilt worden en wilt vechten. Kijk diep in je hart. Hoe wil jij leven. Wil je gelukkig zijn? Gun jezelf dat en kies voor jezelf! Neem de ruimte om in je eigen tijd jezelf weer te vinden en je leven op te bouwen. Het is zó mooi!
Om af te sluiten, wil ik eindigen met een hele toepasselijke quote. Deze sluit heel goed aan bij mijn boodschap en de levensopvatting van Boeddha die mij heeft geholpen in de zoektocht naar mezelf. Jij kan het ook!!
“Als je wilt dat er dingen veranderen, dan zul je zelf moeten veranderen. Als je wilt dat dingen beter worden, dan zul je zelf beter moeten worden. “
Geef een reactie