Vergelijken. We doen het ons leven lang. Als klein kind hebben we al haarfijn door hoe het werkt. Zij heeft een hoger cijfer. Hij kan harder rennen. En ik? Ik ga mijn best doen om er nog een tandje bij te zetten. Want ik wil beter zijn, sneller zijn, slimmer zijn. Die vergelijkingsstrijd komt – hoe gek het misschien ook klinkt – bij eetstoornissen ook veel voor.
Misschien schuilt daaronder ook wel een vervelend menselijk stukje, dat iedereen ergens in zich heeft: het verlangen naar de top. De beste zijn, de slimste zijn of de meest zorgzame persoon zijn. Weinig mensen lijken zich bewust van het feit dat het daar aan de top ook best eenzaam is…
Simone heeft meerdere gastblogs geschreven voor Proud2Bme over eetstoornisherstel, haar eigen ervaringen en geloof. Je vindt haar blogs onder de hashtag ‘Simone Blogt‘.
Als je ervaring hebt met groepsbehandelingen of misschien een opname voor eetstoornissen, zul je misschien die nare sfeer die er op een groep kan hangen wel herkennen. Het ene moment was je nog zo zorgzaam voor elkaar, maar aan tafel verandert alles in een strijd. De strijd om wie het minste eet. De strijd om wie het minste weegt. Soms zelfs de strijd om wie de ernstigste eetstoornis heeft. Op die manier verandert elke persoon die minder weegt of eet dan jij in een trigger, die jou gevangen houdt. Omdat jij vervolgens weer minder wil wegen of eten dan die persoon. En zo gaat de cirkel maar door.
Het is inmiddels een flink aantal jaar geleden dat ik nog in die eetstoorniswereld zat. Die paradoxale wereld, waar minder gelijk stond aan meer. En ik heb flink moeten vechten om daaruit te komen. Niet alleen omdat al mijn gevoelens zo hard terugkwamen bij het aankomen. Niet alleen omdat de wereld weer zo groot en eng werd als mijn focus niet alleen op eten was gericht. Dat waren zeker ook belangrijke onderwerpen. Maar een stukje van mijn herstel zat ook in het overwinnen van mijn trots.
Want hoe onzeker ik ook was, en hoe diep mijn zelfbeeld ook de grond raakte, toch zat er ook een stukje trots in mij. Een stukje van de beste willen zijn. Uiteindelijk zat het antwoord daarop voor mij niet in beter over mezelf willen denken, want dan zou ik verstrikt blijven in die strijd. Het antwoord zat er voor mij vooral in om minder over mijzelf na te gaan denken. En dan heb ik het niet over mijn behoeften aan aandacht of gezonde zelfzorg. Die mogen er natuurlijk helemaal zijn, en het is belangrijk die behoeften aandacht te geven. Nee, ik heb het over die eindeloze strijd van de beste willen zijn. Van perfectionisme. Het heeft mij zoveel bevrijding gegeven om dat beetje bij beetje los te laten.
Ik was op zoek naar een reden om te mogen bestaan. En lange tijd dacht ik dat ik die reden moest vinden in mijn prestaties. Als ik genoeg zou presteren, dan zou ik mijn bestaansrecht wel kunnen verdienen. Maar ik moest het opgeven. Omdat ik leerde dat bestaansrecht niet iets is dat je verdient, maar wat je gratis krijgt. Persoonlijk heb ik daarin heel veel gehad aan mijn geloof in God. Elke dag van mijn herstel hield ik mij vast aan God, die tegen mij zei dat ik goed genoeg ben, omdat hij mij heeft gewild. Mijn waarde zit niet in presteren, mijn waarde zit in het feit dat God van mij houdt.
Misschien geloof jij wel helemaal niet in God. Maar hoe je ook in het leven staat: Ik hoop dat je mag beseffen dat je waardevol bent, ook zonder te presteren. Ik hoop dat je stukje voor stukje kan leren om jezelf gewoon te omarmen, zonder dat daar allerlei voorwaarden bij komen kijken. Je mag er zijn om wie je bent, en niet om wat je doet.
Geef een reactie