Als het allemaal maar gewoon normaal wordt… Mijn eetstoornis ontwikkelde ik toen ik al heel jong was. Ik was een meisje van rond de 8 jaar oud en om mij heen gebeurde van alles. Zo waren mijn ouders net gescheiden en waren mijn moeder, broertje en ik vanuit Overijssel verhuisd naar Zuid-Holland. Als 8-jarig meisje wist ik niet hoe ik mijn emoties moest uiten. Ik had last van driftbuien, angsten en al gauw ging ik heel veel eten om maar niets te voelen.
Eten om maar niks te voelen.. natuurlijk wist ik niet dat ik dat deed toen ik 8 jaar was. Ik at maar dat ik daarmee gevoelens wegmaakte wist ik niet. Ik werd al gauw te zwaar en dit leidde tot pesterijen op de basisschool. Ik was zowiezo al erg onzeker en naar mate ik ouder werd kreeg ik al snel vrouwelijke vormen, in tegenstelling tot al mijn andere klasgenootjes. Dit maakte mij erg bewust van mijn lichaam en tevens heel onzeker. Gymmen veranderde dan ook in een straf en ik verzon smoesjes om niet meer mee te hoeven doen.
Eenmaal in de brugklas kwam mijn eetstoornis echt aan het licht. Ik ging puberen en ging als enige van mijn oude basisschool naar deze middelbare school. Dat samen met de angst om er niet bij te horen, mijn onzekerheid, de situaties thuis die steeds meer onrust veroorzaakte en het gevoel dat ik niet gezien werd maakte dat ik verzeild raakte in een eetstoornis. Zoals ik vaak lees en ook in mijn situatie begon het heel onschuldig, maar al gauw merkte ik dat ik een leegte op kon vullen waarvan ik niet wist dat die er was. En tegelijkertijd wilde ik zo graag dat iemand mij zag, hoe rot ik mij voelde en hoe slecht het met mij ging. Maar dat gebeurde niet, en dat deed eigenlijk nog meer pijn. Het was pas toen een docent Engels een jaar later mijn moeder belde (ik was inmiddels heel wat kilo’s minder) dat mijn moeder besefte wat er aan de hand was.
Het voelde alsof ik er niet toe deed. “Hoe kon ze niet zien hoe slecht het met mij ging? Had ik het niet duidelijk genoeg laten zien? Nee, blijkbaar niet want ze had werkelijk geen idee.”
Na alle maanden van smoesjes en maniertjes vond ik het ergens ook wel fijn dat het geen geheim meer was. Ik denk dat iets in mij wilde dat ik geholpen werd. Het moeilijke was alleen dat ik toen merkte hoe heftig mijn eetstoornis al was. Mijn moeder ging zich met mij bemoeien. Of ik genoeg gegeten had, of ik had gecompenseerd ect. Juist dit gaf in mijn geval het tegenovergestelde effect. Het maakte mij niet meer uit of ze het zag of hoorde. Ik raakte steeds dieper verzeild in de eetstoornis.
Zo zou ik ook over de komende jaren door kunnen schrijven, want eigenljk veranderde er niks. Voor mijn moeder, de rest van mijn familie en omgeving was het bekend dat ik een eetstoornis had en zo werd daar ook op geanticipeerd. Wanneer wij op visite of een verjaardag kwamen werd er standaard niks aan mij aangeboden, want “Ik heb een eetstoornis”. Wanneer ik op bezoek ben bij mijn moeder kreeg ik wel eens de opmerking “Als je toch gaat braken, zet dan even een muziekje op” (terwijl ik dit helemaal niet van plan was). Het was onderhand gewoon normaal. Dit kwetste mij heel erg en bevestigde mijn gevoel dat het niet uit maakte wat ik deed of hoe slecht het met mij ging. Ik was niet belangrijk.
Dit geldt onderhand ook voor mijzelf. Zoals ik in het begin zei heb ik al problemen met eten sinds ik een jaar of 8 ben. Eigenlijk heb ik nooit een goede relatie met eten gehad, heb ik het nooit geleerd en geen goede voorbeelden gehad. Voor mij is mijn manier normaal geworden. Het punt is dat ik helemaal niet wil dat dit mijn normaal is. Ik wil niet elke dag de strijd met eten. Het wel of niet eten, compenseren, calorieën tellen, de controle die ik denk nodig te hebben…
Het maakt mij soms bang dat ik dagen zo door kan gaan en niet door heb wat ik doe of de ernst niet voel. Een eetstoornis is geen werkwoord en al helemaal geen normale handeling. Het normaal beschouwen van een eetstoornis is in mijn mening iets wat giftig is voor mensen mét een eetstoornis. Het helpt niet, het demotiviteert. In mijn geval ben ik veel in gesprek gegaan met mijn moeder en heb ik uitgelegd hoe dit voor mij is, hoe dit mij kwetst en wat voor drang het bij mij oproept. Het bespreekbaar maken en houden is zo belangrijk!
Ik zou dat ook aan iedereen mee willen geven: laat het niet uit de hand lopen, laat het niet normaal worden, vraag op tijd hulp en houd hulp! The sooner the better! Zelf weet ik dat ik nog een weg te gaan heb, een weg die ik nog niet ken. Ik moet ‘’opnieuw’’ leren eten. Maar het is mijn eigen weg. Met als eindbestemming: een toekomst zonder eetstoornis.
Geef een reactie