Ik ben opgenomen geweest in Emergis op afdeling 41 en 42. 41 is de klinische opname voor volwassenen tussen 18-20 jaar. Dan heb je ook afdeling 40 voor jongeren en afdeling 42 is dagbehandeling, van maandag tot donderdag. Op 41 kun je met maximaal 9 andere groepsgenoten zitten. Je hebt er één vier-persoonskamer, één twee persoonskamer en drie éénpersoonskamers.
Ik begon eerst op de 4, ben daarna doorgeschoven naar de 2 persoons en toen de 1 persoons. Het ligt er aan hoe druk het is en hoe lang je er zit, en hoe het met je gaat.
Er wordt hier goed individueel gekeken naar wat je nodig hebt. Je hebt wel groepstherapieën waar je aan mee moet doen, die je dus met de hele groep volgt. Je hebt groepstherapie, creatieve therapie, psychomotorische therapie, eetdagboekbespreking, elke dag heb je dagvoorbespreking en dagnabespreking. En daarnaast hebben sommigen ook individuele therapieen, als je daaraan toe bent. Dit kan creatieve therapie zijn, pmt, spiegelen (voor jezelfbeeld), of Hydro (leren ontspannen, dit doe je in het water met een klein groepje).
Daarnaast heb je ook elke week gesprek met je psycholoog die aan de groep verbonden is en één keer in de week individueel gesprek met een groepsleiding. En zonodig heb je ook gesprekken met een psychiater als je medicatie nodig hebt.
Je hebt elke dag wel een vast dagprogramma, en vaste etenstijden, ook voor tussendoortjes. Bezoektijden zijn er elke avond, dat begint na het avond eten (ongeveer 18.15 tot 20.00). De weekenden hele dag door, alleen niet met etenstijd, dan hoor je wel terug te zijn. Maar er wordt ook gekeken hoe goed het met je gaat of niet. Want als je zelf je tussendoortje op kan eten, mag je ook wel eens langer wegblijven zodat je met je bezoek bijvoorbeeld wat eet. Dit zijn uitzonderingen die je aan kan vragen. Als je er niet aan toe bent, wordt dit ook duidelijk met je besproken.
Je hebt er een braaktoilet en eetbuikamer, wat ik zelf als goede oplossing heb gezien. Eerst snapte ik dit niet, maar toen het uit werd gelegd, snapte ik dit ook wel. Want als eetstoornispatient ben je erg stiekem bezig met eten. Zeggen dat je wel eet, of niet hebt gebraakt, terwijl je toch stiekem andere wc’s opzoekt om te braken, en zo stiekem gaat doen, zodat niemand het ziet. Meiden die eetbuien ergens ander gaan houden zodat niemand het ziet, en door dit stiekeme gedrag nog zieker worden, niet eerlijk, en uiteindelijk niet beter worden.
In de kliniek mag je de sleutel vragen van deze kamers zodat je het niet geheimzinnig hoeft te doen, of allemaal uitwegen moet zoeken om te liegen. Het wordt op een bepaalde manier toegestaan om te braken, of eetbuien te houden, maar verpleging of groepsgenoten weten er dan vanaf…, en vaak wordt de drempel wel wat groter of je kan er daarna gelijk over praten met iemand, omdat het toch al aangeeft dat het niet goed met je gaat.
Ook kunnen groepsgenoten je hierin ondersteunen om bijvoorbeeld het braken tegen te gaan of eetbuien en samen naar andere oplossingen te zoeken. Je wordt ook niet gestraft wat in veel andere klinieken wel gebeurt. Maar er wordt met je gesproken naar wat er nou aan de hand is, en wat je kan doen voor ander alternatief, of hoe anderen je kunnen helpen. Dit geeft een fijn gevoel, zodat je niet meer alles alleen hoeft te doen, en begrip van mensen die naar je luisteren, en niet gelijk straffen voor bepaald gedrag.
Wel wordt er in bepaalde mate gekeken naar hoe vaak dit gebeurt, want dan krijg je toch meer gesprekken met je psycholoog en lichamelijk wordt je ook goed in de gaten gehouden. Je moet er om de zoveel tijd bloedprikken, en een keer in de week wordt ook je hartslag en bloeddruk opgemeten. Als je ondergewicht hebt is het de bedoeling dat je elke week 0,5 kg aankomt. Je menu wordt ook individueel bekeken. Je begint met een klein menu wat je steeds opbouwt als je niet aankomt. Dit wordt elke woensdag na het weegmoment bekeken. Als je te veel aankomt, mag je ook wat van je menu schrappen, zodat het rustig in je hoofd blijft, en jezelf niet overschreeuwt of bang hoeft te zijn. Als je overgewicht hebt, mag je ook afvallen en wordt hierin geholpen.
Het eerste weekend moet je altijd in de kliniek biljven en mag je niet naar huis. En het hangt van je gezondheid, gewicht en lichamelijke toestand af, wanneer dit wel kan en mag. Ook natuurlijk lettend op je thuissituatie. Ook mag je het zelf aangeven als je het nog niet trekt om naar huis te gaan. Het is natuurlijk ook veel eigen verantwoording, dus het is ook aan jezelf om eerlijk te blijven. Ook als het niet gaat en slecht gaat. Want hoe eerlijker je bent, hoe meer hulp en steun je daar krijgt en dat heb ik altijd als heel fijn ervaren. Ook al ging er geen ene dag goed, ik werd niet gestraft, maar werd er echt goed geholpen. Ze werken met kleine stapjes naar bepaalde doelen toe. Je hoeft bijvoorbeeld ook niet gelijk helemaal te stoppen met laxeren of braken, maar kan dit afbouwen. Zodat het niet gelijk alles of niets is. Als je bewegingsdrang hebt kun je dit ook af bouwen en individuele afspraken over maken.
Je kan er ook time outs krijgen, als je bijvoorbeeld bepaalde regels overtreed, maar ook wel logisch is. Vaak na paar waarschuwingen, omdat er natuurlijk ook wel eigen motivatie in moet zijn, om beter te willen worden, of aan je problemen te willen werken.
Ik heb deze aanpak hier als goed ervaren. Bij de verpleging kon ik altijd terecht, ik had een goede psychologe waar ik individuele afspraken mee kon maken wat ik aan kon, en hierdoor ook angsten aan durfde te gaan. Ik kreeg genoeg vrijheid voor mijn vriendinnen en bezoek, maar werd er ook wel in beperkt als het ging om bewegingsdrang en mezelf voorbij liep. Ik werd dan ook wel teruggeroepen door verpleging en al vond ik het niet altijd leuk, ik wist dat ze het wel deden met goede bedoelingen.
Ik heb ook een keer in een rustprogramma gezeten, omdat ik therapieen en gewicht allemaal niet aankon. Ik was zo moe, en kon zelf niet meer aangeven dat ik niet kon, maar gelukkig zien zij meer dan je denkt, en dan wordt er ook aan mij gedacht, en mocht ik hele week rustig aan doen, moest wel mee eten, maar beetje boeken lezen, dingen doen waar ik me goed bij voelde, zodat ik wat meer rust kreeg.
‘S nachts is er ook een nachtdienst, die om de zoveel uur op je kamer komt kijken, en kun je ook altijd terecht. Dit is verpleging wat overdag ook werkt. Erg fijn en vertrouwd gevoel.
Ik heb in de kliniek zelf veel geleerd, en natuurlijk waren er ook weleens minder goede dingen, als er te weinig personeel was, of dat je wat stribbelingen hebt met een groepsgenoot, maar ik heb het nooit als rot ervaren, ik had uiteindelijk mijn eigen vrienden en familie ook om me heen, wat voor mij veel belangrijker was.
Toen het beter met me ging had ik wel het idee dat er in de kliniek minder naar je werd gekeken. Dat heb ik wel ervaren daar, dat alle aandacht het meeste gaat naar diegene die of niets zeggen, of minste gaat met eten. En dat is wel te begrijpen, maar ook al gaat je eten goed en kom je aan, dan nog kun je niet goed voelen, en daar werd na mijn idee minder naar gekeken.
Ik ben toen ook zelf met ontslag gegaan, omdat ik het niet meer wilde. Ik liep voor mezelf gewoon tegen teveel dingen aan toen, wat ik niet meer wilde. Ik wilde het normale leven in, en dan zie je wel dat er in zo’n groep ook veel gedrag is wat je kopieert of leert van anderen en je toch beïnvloeden. Maar dat is bij iedereen ook weer anders. Je moet leren om alles voor jezelf te doen. Dus op dat moment is het ook belangrijk om beetje sterk in je schoenen te kunnen staan.
Ik ben daarna naar de dagbehandeling gegaan op 42. Die groep sloot toen meer aan bij mijn hulpvragen. Je krijgt meer vrijheden, eigen verantwoordelijkheid, maar erg goede en fijne begeleiding. Je komt in een groep met meiden die ook al verder zijn in hun genezingsproces of meer hebben geleerd, en qua begeleiding word je ook verder geholpen met de normale dagelijkse dingen. Werk, vrienden, hobbies, vrije tijd, en omgaan met bepaalde situaties.
Ik loop er nu nog steeds als nazorg, poligesprekken met de psychologe die ik had op 41, en zij helpt en stuurt me nog steeds bij, waar ik veel baat bij heb. Soms kan ik dingen zelf, en gaat het even goed, maar soms ben ik de draad ook weleens kwijt en dan weet ze ook gelijk weer bepaalde afspraken duidelijk te maken waar ik me aan hou, zodat het weer goed gaat.
Nog steeds word ik niet raar aangekeken, maar gezien als individu, die weer wat anders nodig heeft dan een ander, en hierdoor voel je je ook begrepen en blijf ik ook mijn vechtlust en kracht hebben om door te blijven knokken. Want ik heb veel uit deze behandeling gehaald en één van de belangrijkste is om te leren om bij jezelf te blijven, goed voor jezelf te zorgen omdat ik het waard ben om te mogen leven, genieten, en niet bang zijn om fouten te maken.
En niet doen wat anderen alleen maar van je verwachten. Maar ook vooral, dat de cijfers op de weegschaal niet het belangrijkste zijn in heel je leven om je druk om te maken of om die controle te houden. Want als je daar controle over wilt blijven houden, dan kun je later nooit zeggen dat je echt geleefd hebt.
Fotografie: Saar
Geef een reactie