Eten als je in behandeling bent

Wanneer je voor je eetstoornis in behandeling gaat, krijg je vaak te maken met een eetlijst of andere afspraken over eten. Een onderdeel van veel behandelingen is namelijk het normaliseren van het eetpatroon en in het geval van ondergewicht hoort aankomen tot een gezond gewicht daarbij. Maar hoe is dat dan, om te eten tijdens je behandeling in een groep of in de kliniek?

Ik weet nog goed dat ik mijn eetlijst kreeg. Ik schrok me rot. Zoveel wilde ik helemaal niet gaan eten en zeker niet zes keer per dag. Die lijst was toch belangrijk en uiteindelijk accepteerde ik het ook wel. Maar het opbouwen en volhouden kostte behoorlijk wat moeite.

Tijdens het herstellen van mijn eetstoornis, heb ik meerdere behandelingen gevolgd. Ik ben een tijdje opgenomen geweest, heb individueel gesprekken gevolgd en verschillende deeltijd behandelingen gehad. Tijdens opname en deeltijd kreeg ik dus ook te maken met groepsgenootjes aan de eettafel, concurrentie, maar ook heel veel steun.

”Ik weet nog goed, die eerste dag aan de eettafel bij de vierdaagse. Ik moest een ‘heel vol bord’ helemaal leeg eten, terwijl dit eigenlijk nog niet eens de hoeveelheid was die ik uiteindelijk zou moeten eten. Ik staarde naar mijn bord en wist zeker dat de hele tafel naar mij zat te kijken.

Zij aten stoer hun bord leeg, terwijl ik met tranen in mijn ogen en dichtgeknepen keel probeerde een hap weg te krijgen. Het was fijn dat groepsgenootjes mij vertelden dat ze zich ook zo hadden gevoeld en dat ze mijn gevoel begrepen. Als zij het konden, moest het mij toch ook lukken uiteindelijk?”

Ik denk dat groepstherapie enorm waardevol kan zijn. Je kunt steun geven en krijgen, van elkaar leren en ervaart veel begrip en herkenning. Deze dingen hebben mij zeker geholpen in mijn strijd. In het begin waren de meiden die al langer in mijn groep zaten mijn voorbeelden en later kon ik zelf tips geven aan de nieuwe instromers.

Maar er was natuurlijk niet alleen steun aan tafel. Waar meisjes (en jongens) met eetstoornissen elkaar ontmoeten, is vaak ook sprake van concurrentie en vergelijken. Het eten aan tafel was dan ook niet altijd even gezellig. Zeker niet wanneer er ‘’spannende” gerechten op het menu stonden!

Van te voren wisten we niet altijd welk gerecht we zouden eten. Meestal waren de rustigste maaltijden de tafelmomenten waarbij aardappels, groenten en vlees op het menu stonden. Zodra er een eenpansgerecht, pizza, friet of pannenkoeken werden opgediend of er een klontje boter op de sperzieboontjes lag, was er paniek in de tent.

Er hing dan werkelijk waar een grafstemming in de therapieruimte. Rond de eettafel ontstond een discussie met de socio’s. ‘’Ik ga dit echt niet eten hoor, dit is niet normaal.” werd er gezegd. Vaak moest je toch gewoon doen wat afgesproken werd en was de rest van de dag niet bepaald gezellig meer in de groep. Wat lieten we ons toen toch beïnvloeden door het eten zeg. Toen ik minder intensieve therapie volgde en in de nazorg groep kwam, was dit veel minder aan de orde en was er meer ruimte voor de achtergrondproblematiek dan voor het eten. De aandacht verschoof langzaam naar waar het echt om draaide.

Een paar andere dingen die me te binnen schieten zijn het opscheppen en het aanspreken van elkaar. Soms maakte de socio een voorbeeldbord. Er was een voorbeeld van een gewone maaltijd en een bord voor degene die een aankomlijst volgden. In mijn ogen moest ik bizar veel eten. Als ik er nu naar kijk was het een gewone goede maaltijd, maar toen zag ik dat anders. 

Vlak na het opscheppen of smeren van je brood werd in het begin van mijn therapie, toen het nog voornamelijk over eten ging, ook gekeken naar de borden. Er werd kort een rondje gemaakt van wat je had opgeschept of wat je als beleg had gekozen. De socio of je buurvrouw mocht dan zeggen of je het goed had gedaan of dat je nog bij moest scheppen. Dat kon soms best wel vervelend zijn, maar ik was natuurlijk zelf ook niet helemaal te vertrouwen als het over mijn eigen opscheppen of brood smeren ging.

Na het eten werd een rondje gedaan met wat je ervan vond. Je mocht dan vertellen hoe je je voelde, wat er goed ging en wat je moeilijk vond. Dat was vaak wel even fijn na de maaltijd. Dit was thuis echter niet zo. Ik kon het wel zeggen thuis, maar er werd niet naar gevraagd. Therapie was dan ook echt een oefenplek en thuis kon ik het dan echt uitvoeren.

Iedere dinsdag kookten twee groepsgenootjes voor de groep. Ook moest je dan boodschappen doen met een budget. Soms werd er voor heel veilig gekozen, maar groepsgenootjes die verder waren, kozen al snel voor een moeilijker gerecht. Toen ik net in de groep was, vond ik dat soms best wel moeilijk en daardoor ontstonden ook wel eens meningsverschillen.

Verder was er op zich weinig ruzie over eten of concurrentie. Je leerde juist ook wel om te gaan met de triggerende dingen die aan tafel werden gezegd of gedaan. Er was wel eens een meningsverschil over het opscheppen of tempo. Je moest namelijk binnen 45 minuten je hoofdgerecht op hebben en daarna kwam nog het toetje. In mijn eerste maanden in therapie vond ik dat veel te kort. Tegenwoordig red ik dat echter gemakkelijk. Toen ik net behandeling volgde was ik alleen maar naar de klok aan het kijken. Ik kon niet praten voor afleiding tijdens het eten en moest aan mijn tempo werken. Anderen vonden het dan bijvoorbeeld vervelend dat ik niet door at.

Op zich niet gek dat er regels werden verbonden aan eten. Mensen met een eetstoornis zijn vaak sjoemelaars, liegen en willen het liefst het eten ontwijken. Een eetlijst en de andere regels hebben mij dan ook zeker geholpen om de eerste stappen te zetten en tegen mijn eetstoornis in te gaan. Later ben ik dit steeds wat losser gaan laten en uiteindelijk heb ik leren eten naar behoefte. Want uiteindelijk moest ik natuurlijk zelf de verantwoordelijkheid gaan nemen om voldoende te eten. 

Het eten in therapie gebeurt op vaste tijdstippen. Soms wordt de tafel met de groep samen gedekt. Je eet vaak in de middag warm, zoals in de meeste zorginstellingen. Ben je er vier dagen, dan kan het ook zijn dat je één dag daarvan samen brood eet, om te oefenen met een broodmaaltijd. Tussendoortjes zijn vaak redelijk standaard. Zo is er vaak de keuze uit een veilig tussendoortje en een uitdaging of er is een vaste dag in de week voor een uitdaging. Standaard tussendoortjes zijn onder andere LiGA’s, biscuit en Evergreens etc. 

Natuurlijk is het niet altijd gezellig. In een groepsbehandeling zitten vaak veel meiden (en jongens) bij elkaar die problemen hebben. Ze zijn niet gelukkig. Niet zo gek dat jullie dan soms prikkelbaar zijn of niet leuk op elkaar reageren. Maar ik heb hier zelf nooit veel problemen mee gehad. Uiteindelijk lever je allemaal een heftige strijd, waarbij je elkaar heel goed kunt steunen. En ook is het gezellig als je met elkaar kletst tijdens de maaltijd. Ik heb namelijk ook veel lol gehad tijdens mijn groepsbehandelingen en opname. 

Ik denk dat het heel leerzaam is om met elkaar te eten tijdens behandeling. En als je ergens tegenaan loopt, is de groep echt de ideale plek om die problemen te bespreken.

Dit is mijn ervaring met groepstherapie en eten in therapie. Per instelling kunnen er verschillen zijn.

admin

Geschreven door De Redactie

Reacties

18 reacties op “Eten als je in behandeling bent”

  1. interessant stuk! ik ga over een paar dagen ook in de 4daagse deeltijd. spannend dus 🙂

  2. tijdens mn opname kreeg ik hier ook mee temaken! na mn ontslag ging t weer fout alle structuur die ik had keek ik even niet meer na om maar pak t ondertusse weer langzaam op! tijden en eetlijst aanhoudrn van de kliniek en ondertusse wachte op deeltijd behandeling!
    vind t ook spannend maar heb t al mee gemaakt 🙂

  3. Super stuk!

  4. oeh die gebakjes op de eerste foto zien er lekker uit

  5. ik ben nog nooit in een kliniek geweest en zou daar ook nooit naartoe willen. Ik ben niet graag weg van huis, dat heeft dus niet echt iets te maken met mijn eetstoornis. Mijn ouders zijn gescheiden en ik vind het nog altijd moeilijk om naar mijn papa te gaan (nu leg ik me erbij neer en eenmaal ik daar ben lukt het wel) maar ik ga echt niet graag weg van huis. Ook ga ik niet graag op kamp. Ik voel me dan eenzaam en depri en al die dingen (groepsspelen) die ze daar doen, ben ik niet zo voor. Daardoor voelde ik me vroeger ook zo abnormaal, ik MOEST normaal zijn en het leuk vinden op kamp. Nu heb ik ontdekt dat ik gewoon niet zo’n persoon ben. Begrijp me niet verkeerd; ik ben dol op weggaan, uitgaan, naar feestjes gaan, naar stad gaan, maar niet zo voor zo’n lange periode zoals 2 weken of veel langer ofzo. Ik krijg therapie maar dan overdag, ‘s nachts ben ik thuis. En daarvoor vecht ik, ik wil niet naar zo’n kliniek, ik wil terug normaal zijn! Ik wil terug gewoon eten! Daarom probeer ik dat, daarvoor doe ik dit allemaal.

  6. Het is inderdaad erg dubbel in een groep, aan de ene kant kan je super veel steun hebben aan je groepsgenootjes, maar bij ons was er inderdaad echt heel veel concurrentie, vooral als er nieuwe meiden kwamen.. Dat ging dan vooral over het tempo (de laatste willen zijn) en gewichten enzo.

    We aten trouwens wel gewoon in de avond warm!

  7. en de stemming bij ‘moeilijke gerechten’ herken ik ook heel erg, hadden we gewoon aardappels, vlees en groenten konden we vaak gewoon gezellig kletsen. Maar was het een eenpansgerecht zoals pasta of hadden we rookworst ofzo, dan was de spanning echt te snijden. Werd er geen woord gezegd en zat iedereen doodstil naar zijn of haar bord te staren.

    En discussies over elkaars eten, ‘het is niet eerlijk, want zij heeft alles pastan genomen waar geen kaas op zit en nu is er voor mij alleen nog maar heel veel kaas en dat is niet eerlijk’ of ‘zij heeft alle kool geschept waar geen rozijnen zaten, en nu moet ik alleen maar rozijnen’ zulke dingen.

  8. Die discussies aan tafel; ‘Ze heeft niet goed opgeschept’, ‘Ze heeft te weinig boter gesmeerd’, ‘Ze heeft geen jus genomen’ etc. vond ik doodvermoeiend en zorgde bij mij voor veel stress. Ik probeerde zelf goed op te scheppen en goed te smeren, maar merkte dat ik me soms erg liet beïnvloeden en ook ging smokkelen.
    Toch vond ik dit de ‘ideale situatie’ om weer te oefenen met eten in gezelschap. Liever hier in paniek raken, huilen of whatever, dan bij familie/vrienden.
    Hoewel er heel veel eetmomenten zijn geweest die erg stressvol waren, heb ik ook veel leuke eetmomenten gehad waarin gezellig werd gepraat en gelachen.

  9. Ik zat in de psychiatrie en hoefde dus niet te ‘concurreren’ ofzo maar het had ook als gevolg dat ik me heel eenzaam ging voelen… Alsof ik me aanstelde aan tafel, tja..

  10. Wij hadden als terugkerende discussie:
    radio aan of radio uit?
    Wel of geen sambal, mosterd bij je boerenkool/nasi/stamppot/tosti? (“maar dat doe ik écht omdat ik het lekker vind!!!!!”)
    Wel of geen (extra) groente?
    Voor een aantal: wie eet het langzaamst?
    Voor de anderen: wie maken er vandaag weer een strijd van om het langzaamst te eten? (plus bijbehorende irritatie)
    In hoeveel stukjes mag een appel?
    Is ‘die’ plak kaas dikker dan ‘die’ – en waarom moet ík die dan?
    Wie dekt de tafel – en waarom?

    Maar ook:
    Wordt er stiekem van de cruesli gesnoept?
    Bij de vorige maaltijd zaten er nog xx crackers in het pak, nu nog maar x. Wie steelt er ‘s nachts?
    Door wie komt het dat de douche alweer verstopt is?

    Hoe komt het dat dat gemotiveerde meisje maar niet aankomt?

    De hele dag alleen maar in een kliniek zitten en met eten bezig zijn, maakt ook dat iedereen overal op gaat letten. Ik werd er af en toe flink kierewiet van, en was blij dat er groepsgenootjes waren die net als ik hun normale kijk op dingen wilden proberen te behouden.

    Tip? Zoek degenen op die je gezondheid aanspreken, niet je ziekte.

  11. Ik herken het wel ja. Vooral aan tafel steeds aangesproken worden ”meer boter smeren”, ”je hebt geen jus genomen” of ”eet het laatste beetje op”.
    Meestal was het ook echt een grafstemming aan tafel, niks zeggen en gefocusd zijn op je bord, en wat andere doen.
    Verschrikelijk..
    Gelukkig waren er soms ook leuke momenten, waar we wel moesten lachen

  12. anoniempje, ik schud je de hand!

  13. Eten de socio´s eigenlijk ook tegelijk en samen met de groep

  14. @question; bij ons wel. Soms 1 niet omdat ze nog uit eten ging bijv. maar over het algemeen aten ze allemaal elke maaltijd mee.

  15. Wat ben ik blij dat ik inmiddels negen jaar verder ben en hier geen last meer van heb. Als ik het terug lees herken ik het allemaal van eerder. Maar pff.. wat een hel was dat zeg dat gedoe aan tafel. En überhaupt. Ben toch blij dat ik tegenwoordig gewoon denk: “lekker boerenkool/chocola/kaas enz”. “Doe mij er nog maar wat”. Ik denk dat ik op dit moment helemaal gek zou worden als ik nog hier tussen zou zitten. Gewoon weg omdat ik me er niet meer in kan verplaatsen. Want wat maakt mij het nou uit of ik 5 of 6 scheppen cruesli eet en hoe lang het duurt voordat het op is? En of iemand anders sneller of langzamer eet. (Terwijl dat me ooit wel degelijk veel uit maakte. En ik bijv. al in paniek raakte van een paar happen van iets)

    Vind het een heel gek idee dat ik zelf ook zo enorm met dit soort dingen heb gestreden. Jaar na jaar. Maar inmiddels heb ik me er zo van verwijderd. Misschien gek dat ik dan hier op reageer. Maar misschien ook hoopgevend? Dat het dus wel degelijk anders kan worden in de loop van de tijd.

  16. haha die merken van beleg komen me erg bekend voor :p.
    Wat heerlijk om weer thuis te zijn.

  17. In welke instelling heb jij in de 4 daagse deeltijd gezeten?
    Want het is precies hetzelfde als waar ik nu zit!

    Groetjes

  18. @ M
    Zo herkenbaar… Precies hetzelfde bij ons in de kliniek…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *