Als je depressief bent, kan het zijn dat je moeite hebt met goed voor jezelf zorgen. Soms is uit bed komen al een hele opgave, laat staan douchen, jezelf aankleden, naar je werk of school gaan en eten en drinken. Daarbij merken mensen met een depressie vaak veranderingen in hun eetlust. De een krijgt geen hap meer door zijn of haar keel, de ander gaat juist veel meer eten. Als je nergens puf voor hebt, is het wel lastig om goed en gezond te blijven eten, aangezien je dat eten wel voor jezelf klaar zult moeten maken.
Toen ik erg depressief was, wisselden periodes van veel en weinig eten zich af. Ik kon dagen nauwelijks eten en dagen juist erg veel en vooral ongezond eten. Dit kwam met name omdat ik uiteindelijk toch trek kreeg maar het me niet lukte om te koken. Hier had ik gewoonweg niet de energie voor. Dit werd een vicieuze cirkel waar ik me uiteindelijk niet beter van ging voelen. Van weinig eten krijg je immers geen energie en van veel en ongezond eten ook niet. Bovendien bracht dat laatste ook weer schuldgevoelens met zich mee. Dit patroon moest ik dus zien te doorbreken.
Er was niet één simpele manier om dit te doen. Ik was immers nog steeds depressief maar ik realiseerde me wel dat als ik uit deze put wilde komen, dit een van de dingen die ik aan moest pakken. Goed eten ging me niet op een magische wijze genezen, maar ik zou me er zeker ook niet slechter van gaan voelen. Er moest dus wel wat gebeuren en daarom ben ik zelf, met mijn therapeut en met wat vriendinnen gaan kijken naar wat zou kunnen helpen. Hieronder heb ik wat tips op een rijtje gezet met dingen die mij hebben geholpen. Ik hoop dat jij hier ook iets aan hebt.
Structuur
Voor mij was het sowieso belangrijk dat er weer wat structuur in mijn leven en in mijn eetpatroon kwam. Ik zat op een gegeven moment in zo’n raar ritme dat ik weleens om 11.00 uur ’s ochtends chips zat te eten en om 18.00 uur ’s avonds een bak kwark naar binnen werkte. Hoe dat zo is gekomen? Geen idee. Ik besloot dat dat soort dingen echt niet meer konden en ik ging terug naar zes eetmomenten per dag, op vaste tijden. Ik moest van mezelf ieder eetmoment iets eten, ook al ik geen trek had. Hierdoor kwam er weer wat ritme in mijn eetpatroon en ook direct in mijn leven. Ik merkte bovendien dat mijn lichaam hier goed op reageerde. Ik had minder buikpijn en wat meer energie.
Boodschappenlijstje en weekmenu
Een boodschappenlijstje en weekmenu maken was voor mij ook heel belangrijk. Ik kon ’s ochtends weleens opstaan met het idee dat ik ’s avonds zou gaan koken, maar als mijn stemming door de dag heen verslechterde, dan had ik geen zin meer om naar de winkel te gaan en boodschappen te doen. Ook gebeurde het weleens dat ik mezelf naar de Albert Heijn sleepte en vervolgens helemaal in paniek raakte door alle drukte.
Rustig bedenken wat ik de hele week ging eten en daarvoor een lijstje maken, hielp ontzettend. Ik had daardoor de meeste dingen voor de hele week al in huis en ik wist wat ik iedere dag ging eten. De drempel om daadwerkelijk te gaan koken werd hierdoor een stuk lager. Ik hoefde immers niet nog helemaal naar een winkel toe, ik had alles al in huis.
Afspraken
Voor mij was het ook fijn om wat afspraken met anderen te maken over het eten. Ik voelde me heel rot als ik tegen een vriendin zei dat ik ging koken en eten en het vervolgens niet deed. Als we het afspraken dan deed ik het ook wel. Soms stuurde ik zelfs een foto als ‘’bewijs’’ dat ik echt had gekookt. Als zij dan een lief berichtje terugstuurde, gaf me dat ook nog een goed gevoel.
Met anderen eten
Als het heel lastig is om te koken voor jezelf, kan het ook helpen om zo nu en dan met anderen te eten. Dat kan natuurlijk niet altijd en iedere dag, maar als de mogelijkheid er is dan moet je die kans niet laten liggen. Ik herinner me wel dat ik zelf al heel lang niet had gekookt en toen ineens weer een warme maaltijd at bij een vriendin. Dat was toen zo lekker dat het me motiveerde om thuis ook weer wat te gaan koken.
Rituelen
Om je extra te motiveren om voor jezelf te koken en goed te eten, kan het ook fijn zijn om bepaalde rituelen rondom eetmomenten te bedenken. Op die manier neem je er echt de tijd voor en maak je het een prettig moment voor jezelf, in plaats van een vervelende verplichting en iets wat ook maar even moet gebeuren. Zet tijdens het koken bijvoorbeeld een muziekje op of zet op de achtergrond de tv aan. Ik luisterde graag naar podcasts en creëerde een nieuw ritueel door na het eten en afwassen standaard even met mijn hond te spelen. Hierdoor werd dit een gewoonte die ik makkelijk vol kon houden.
Niet te moeilijk
Tot slot is het belangrijk om het jezelf niet te moeilijk te maken. Als je niet lekker in je vel zit en de meest ogenschijnlijk simpele dingen veel energie kosten, verlang dan niet van jezelf dat je iedere ochtend vers geperste jus en broodjes hebt. Ook hoef je echt niet iedere avond uitgebreid te koken. Dat mag natuurlijk wel, maar bedenk voor jezelf of dit haalbaar is. Je mag ook rustig en simpel beginnen, met gewoon wat dingen opwarmen bijvoorbeeld. Als ik echt geen puf had of heb, dan eet ik ook weleens een keer gewoon soep met wat broodjes als avondeten. Het gaat erom dat ik eet en dat ik probeer goed voor mezelf te blijven zorgen.
Hoe ga jij hiermee om?
Geef een reactie