Zenuwachtig kroop ik achter het nog lege bord. Mijn eerste dag in de kliniek, ik had nog geen idee wat ik kon verwachten. Mijn buik rommelde van de spanning en misschien ook wel een beetje van de honger. Ik hield me nog best wel staande, totdat ik ineens een bord dampende aardappelen voor me kreeg. Ineens werd het allemaal echt; ik moest dit echt gaan eten. Hoeveel calorieën zitten hier eigenlijk in…?
Mijn eerste maaltijd in de kliniek was een verschrikking. Ik kon me maar niet over de onwetendheid heen zetten. Tijdens het eten had ik in mijn hoofd alle verdere hulp al weggeduwd en wilde ik de eetstoornis weer meer ruimte geven. Herstellen was echt niet voor mij weggelegd…
Calorieën tellen
Ook al wilde ik gretig toeslaan op mijn volle bordje, toch hield de angst me tegen. Ergens was ik opgelucht dat ik hulp kreeg. Ik wilde wel eten, het mocht alleen niet van mezelf. Dit was mijn kans om eindelijk weer wat vrijer te kunnen eten. Het werd me immers opgelegd. Aan deze zelfde tafel kwam ik erachter dat ik wel degelijk een probleem had. Ik wist namelijk niet wat ik precies ging eten. En dat beangstigde me. Was dit eigenlijk wel afgewogen? Lag de verpakking misschien nog ergens in de keuken? Was er een manier waarop ik dit nog kon ontleden? Verslagen duwde ik wat aardappels uit elkaar en scheidde ik de boontjes van de burger. Het werd iets overzichtelijker, maar nog steeds tastte ik redelijk in het duister. Naast me hoorde ik het gerinkel van bestek; de anderen waren ondertussen allang begonnen. Hoe deden ze dat…?
Hoe zwaar en moeilijk dit voor mij in het begin was, toch is het een hele helpende stap voor mij geweest om die controle een beetje los te moeten laten. Ik was gewend om zelf mijn avondeten klaar te maken en op te scheppen. Ik wist precies wat en hoeveel er in mijn eten ging. Ik kocht wekelijks dezelfde veilige producten en maakte zo min mogelijk ‘uitstapjes’ naar producten die ik als onveilig ervoer. Dit was mijn manier om mijn leven met een eetstoornis zo dragelijk mogelijk te maken; vooral er maar naar luisteren.
Als ik aan mijn eetstoornis denk ik, zie ik mezelf in de supermarkt. Twijfelend voor de schappen. Alle verpakkingen had ik al meermaals gelezen. Maar echt een ander product kiezen dan ik normaal meenam, was toch best een uitdaging. Het tellen van voedingswaarden gaf mij houvast. Dat beetje licht in de hel die mijn eetstoornis eigenlijk was. Deze (schijn)controle gaf mij het gevoel dat ik sterk was, ergens grip op had. Waar ik in werkelijkheid vooral geleefd werd door mijn eetstoornis. Grip had ik allang niet meer.
Eten op mijn manier
Naast het tellen van calorieën had ik zelf veel onderzoek gedaan naar bepaalde producten en het effect van eten op het lichaam. Ik hield hier mijn eigen opmerkelijke ideeën op na van wat gezonde voeding nou écht was. In mijn ogen had de hele wereld het mis. Ik wist het zeker; ik was echt goed bezig. Dit is ook iets dat mij in de kliniek flink tegenviel: er werd verwacht dat ik volgens de Schijf van Vijf zou eten. De Schijf van Vijf wordt gehanteerd als richtlijn om aan te geven wat gezonde voeding is. Zo bestaat een gezond dieet onder andere uit genoeg groente en fruit, granen, zuivel, (vega)vlees, vis en vetten. Deze Schijf van Vijf is opgesteld door het Voedingscentrum en is gericht op het grote publiek.
Ik voelde me haast superieur aan de maatschappij waar deze richtlijnen voor bedoeld was. Mijn lichaam werkte anders, ik wist het beter. Ik deed het gewoon lekker op mijn manier. Mijn manier was de beste manier.
Tijdens mijn herstel werd ik met mijn neus op de feiten gedrukt. Ik kwam erachter dat ik redelijk wat tekorten op had gelopen. En dat terwijl ik ervan overtuigd was dat ik een gezonde levensstijl had ontdekt. Dit besef maakte het eten zelf er helaas niet makkelijker op. Ik wilde heus wel herstellen, maar anders eten wilde ik absoluut niet. Ik weigerde om wit brood en witte pasta te eten. Volkoren is toch veel gezonder? Waarom moet alles zo ongezond zijn…?
Nu, jaren later, kom ik hier toch op terug. Op dat moment was het zo anders dan wat ik gewend was, dat het als een extreem grote stap voelde om mijn hele eet-schema overhoop te halen. Nu ik een stukje ouder (en hopelijk wijzer) ben, merk ik dat het eten dat ik destijds in de kliniek kreeg, eigenlijk best accuraat is als ik het vergelijk met hoe mijn omgeving eet. Als ik ergens uit eten ga, maak ik me ook niet (meer) druk over witte pasta. Dit was voor mij echt een eetgestoorde gedachte die ik in de kliniek gelukkig achter heb gelaten.
Wat is gezond?
Ik denk dat, juist omdat ik al die eetgestoorde gedachtes zo eigen had gemaakt, ik het soms lastig vond om te bedenken dat deze gedachtes niet normaal zijn. Destijds zei ik tegen mijn moeder hoe “belachelijk veel wit brood we moesten eten”. Ze reageerde daar amper op. “Ja, lekker toch?” Een reactie die ik mezelf nu ook zou kunnen geven, maar die toen echt ongepast voelde. In mijn ogen was dit echt een reactie die alleen ‘eetleken’ zouden geven. Iets wat best arrogant is om te denken. Ik was ervan overtuigd dat ik het enige antwoord had, dat ik het allemaal het beste wist. Maar eigenlijk had ik vooral een heel groot probleem.
Het is niet gezond om calorieën of andere voedingswaarden te tellen. Het is niet normaal om je dag hierom heen te breien. Weerstand tegen bepaalde producten of zelfs het bannen van bepaalde voedingsmiddelen is niet gezond. Het zijn manieren die een eetstoornis ontwikkelen en in stand houden. Zelfs na mijn herstel heb ik lang geroepen dat het eten in de kliniek zo vreselijk ongezond was. Wat ik echter niet inzag, was dat ik nog steeds een vertroebeld beeld had van wat gezond was en wat niet. Ik bleef het lastig vinden dat ik anderen moest vertrouwen in hun visie op het onderwerp waarin ik mezelf ‘deskundig’ had gemaakt.
Misschien is het gezonder om volkoren brood te eten, maar ik merk dat het voor mij natuurlijker voelt om te variëren met producten. In het verleden hechtte ik veel waarde aan de restricties die ik mezelf op bleef leggen. Voor mij is het uiteindelijk gezonder geweest om wél de producten te nemen waar ik zo lang bang voor ben geweest. Ik heb echt geleerd dat gezond eten niet gaat over het wel of niet nemen van bepaalde producten. Gezond eten betekent voor mij eten waar ik behoefte aan heb en de vrijheid om mezelf niet meer te beperken.
Hoe kijk jij hier tegenaan?
Geef een reactie