Eén van de vragen die ik bijna elk gezin stel dat bij mij op gesprek komt is de volgende: wat is er veranderd aan tafel en in de koelkast? Standaard krijg ik als antwoord dat er in de koelkast lightproducten zijn bijgekomen, zoals bijv. optimel en cristal clear. (Cranberry is de meest favoriete smaak begrijp ik).
En aan tafel? Naast de spanning die voelbaar is, is ook het eten zelf veranderd. Moeders vertellen me dat zijzelf ook 24 uur per dag bezig kunnen zijn met eten, wat eten we vanavond, wat gaat lukken. Nee, als ik dat kook, dan eet ze vast niet. Hoe kan ik dit nu VEILIG klaarmaken?
Soms gaat het zover dat ik hoor dat jonge meiden zelf hun eten koken, in aparte pannen. Dat ze niet meer mee-eten met het gezin. Ook vegetarisch gaan eten, soms zelfs veganistisch eten, hoor je langskomen. Het effect is hetzelfde: het kind eet afwijkend van de rest van het gezin.
En hoe was het ervoor? vraag ik altijd ook nog. Standaard kreeg ik dan als antwoord: Toen at ze wat de pot schafte. ###
Hoe komt het dan dat dit verandert als iemand een eetstoornis heeft? Als je kind nauwelijks nog wil eten, afvalt en alle energie verdwijnt, dan pak je alles aan om ze te laten eten. Liever optimel dan helemaal niets, liever kipfilet dan geen beleg, liever vegetarisch dan alleen maar sla.
Maar ook als je kind eetbuien heeft, verandert de koelkast in dezelfde mate en wordt het gewone eten aangepast.
En dat is ZOOO begrijpelijk en al helemaal als je gemerkt hebt dat tegengas geven tot conflicten, spanning en huilbuien kan leiden of tot compensatie in braken, laxeren of bewegen of nog meer eetbuien.
Ik kom ook gezinnen tegen die helemaal niets aanpassen. Soms zelfs de andere kant opgaan: ze is zo mager, er moet room in, volle roomboter en hun kookgewoonten die kant op aanpassen. Die voluit het conflict aangaan en uit het oog verliezen dat er sprake is van een ernstig onderliggend psychiatrische stoornis.
Hoe komt het nu dat dit gebeurt? Wanneer we tijdens zo’n gesprek gaan kijken naar de onderliggende emoties en gedachten die deze verandering in gang gezet hebben, kom ik bijna altijd uit bij een oerangst. De angst om je kind te verliezen. Het is die angst die maakt dat ouders aanpassingen doen of gaan vechten om maar te voorkomen dat hun kind niet onder hun ogen door wegglipt.
En als je dan als ouders, als dochter of zoon begrijpt dat deze ontzettende angst dat je datgene gaat verliezen wat je het meest dierbaar is, dan ga je ook snappen waarom er ruzie gemaakt wordt over een bakje vla, verdriet en teleurstelling ontstaan bij een boterham met kipfilet of iemand boos wordt omdat weer al het eten uit de kast verdwenen is.
Wanneer dit gesprek ontstaat, ontstaat er ook ruimte voor weer aanpassing terug, terug naar wat de pot schaft.
En toch, toch helpt het om als ouders zelf de regie in handen te nemen en te houden van wat er gegeten wordt en wat er in de koelkast komt. En de meiden zelf dan? Voor hen is dat een van de grootste uitdagingen die er is: eten wat de pot schaft. De angst kan oplopen, de spanning stijgt, de eetstoornis is in het begin vaak volop aanwezig EN het went ook om te moeten eten wat de pot
schaft.
(En de ervaring leert dat als moeders of vaders weer mogen koken zoals ze gewend zijn, ze ook rekening houden met hun kinderen en vaak zoeken naar net die maaltijden die net even buiten de
veilige zone liggen).
Tips voor deze week:
– Hou als ouders zelf de regie over het eten. Je kind kan het niet, de eetstoornis wil het maar al te graag en die wil je niet de controle geven toch?
– Bespreek dat je terug wil naar eten wat de pot schaft en vertel je kind dat je beseft dat dat heel moeilijk is. Bekijk welke stappen nodig zijn om een veilige terugkeer te garanderen (bijv. samen weekmenu opstellen en je daaraan houden naar ouders stellen weekmenu op naar ouders stellen dagmenu op naar je weet niet wat je krijgt).
– Ga op een rustig moment (dus niet tijdens het eten) met je kind in gesprek over hoe jij de maaltijden ervaart en hoe zij de maaltijden ervaart en wat jullie zouden kunnen doen om de spanning te verlagen (bijv. niet praten over eten tijdens de maaltijd, andere plek aan tafel, in de keuken opscheppen).
Marjolein, gezinstherapeut
Geef een reactie