“Jij bent nooit dik geweest. En dat zal je ook nooit worden, daar heb je de bouw helemaal niet voor!” Ik knik braaf. Ik zal nooit dik worden. Nogmaals blader ik door het foto album. Het klopt, ik was als kind niet dik. Spillepootjes, dunne gespierde kinderarmpjes, geen ronding te bespeuren. Het heeft iets weg van een jongetje. Ik kijk in de spiegel. Ergens heel diep van binnen weet ik dat ik geen dikkerd ben nu. Maar in een fractie van een seconde verdwijnt het besef en verschijnt in de spiegel het ‘vet’ waar ik zo tegen vecht.
Wie geeft mij de garantie dat ik later niet dik word? Wie zegt dat een tengere kinderbouw een garantie is voor een blijvende slankheid later? Niemand toch? Ik wil niet dik zijn. En die kinderfoto is zeker geen argument om het afvallen nu maar te staken!
Aangemoedigd door mijn schoonfamilie duik ik dan toch maar het koude zwembad in. Zwemmen is absoluut niet mijn favoriete bezigheid. Binnen tien minuten sta ik dan ook weer naast het bad met paarsgekleurde voeten. Ik schaam me. De paarse voeten waar ik vroeger zo trots op was.. Ergens heb ik tijdens mijn eetstoornis periode geweten dat ik niet zo afgrijselijk dik was als ik me in de spiegel voorhield. Ergens wilde ik dat mensen zagen hoe beroerd mijn lichaam er aan toe was.
Ik kijk naar mijn bikini. In het bovenstukje heb ik nog een extra knoop gelegd, anders is hij te wijd om mijn borst. De knoop drukt in mijn rug als ik in de tuinstoel ga zitten. Ik realiseer me dat ik me voor het eerst écht schaam voor mijn lichaam. Tijdens mijn eetstoornis periode was zwemmen ook zeker geen hobby maar ergens was ik trots op de uitstekende botten, spieren, paarsgekleurde lichaamsdelen en een platgestreken borst. Van vrouwelijke rondingen moest ik niks hebben. Het gaf me een onkwetsbaar gevoel. Niemand kon me iets maken, want ik was mager.
Ik kreeg mijn zin, de vrouwelijke rondingen bleven uit. Ook nadat ik besloot te stoppen met al mijn eetgestoorde praktijken. In een poging mijn lichaam toch enigszins vrouwelijk te laten overkomen heb ik mijn huidige bikini voorzien van wat extra vulling. Het effect is bijna komisch. Zelfs deze minibikini is al gemaakt voor wat natuurlijke vulling, en dat valt niet na te bootsen met fictieve vulling. Helemaal niet als alles tijdens het zwemmen toch wat gaat schuiven en mijn lichaam de bikini weinig houvast biedt.De XL zwembroek werkt verdoezelend maar het valt niet te ontkennen; spillepootjes, dunne gespierde armpjes en geen ronding te bespeuren. Mijn bouw heeft iets mannelijks. Een push-up BH en wat juiste kleding doen wonderen. De schaamte blijft.
Onlangs kreeg ik in een college de opdracht om na te denken over wat mij zou raken in mijn ‘gevoel van vrouw zijn’. (Voor de geïnteresseerden die zich altijd al hebben afgevraagd waarom mannen overal een wedstrijdje van maken; mannen concurreren met elkaar omdat ze zich snel geraakt voelen in hun ‘mannelijkheid’. Zo liet ik mij vertellen tijdens dit college.) Mijn gevoel van vrouw zijn…
Om eerlijk te zijn vond ik het lastig om hier over na te denken. Want nee, ik voel me weinig ‘vrouw’ in dit lichaam. En misschien wordt dit gevoel nog wel wat extra versterkt door mijn relatie.
Bij een relatie tussen twee vrouwen vinden buitenstaanders de ‘wie is het mannetje en wie is het vrouwtje’ discussie uitermate boeiend. Ik persoonlijk wat minder, met name als het over mij en mijn vriendin gaat. En zo kwam een vrij algemene vraag ineens dichtbij. Het maakt me meer onzeker dan ik zou willen.
Als ik na dit college het toilet inloop tref ik een reflectie van mezelf in een levensgrote spiegel aan de muur. Het maakt me verdrietig. Niemand geeft mij de garantie dat ik zonder eetstoornisverleden wel die zo gewenste rondingen had gehad. Maar toch, ik kan niet ontkennen dat ik spijt heb…
Geef een reactie