Toen ik van mijn psycholoog te horen kreeg dat ik een gegeneraliseerde angststoornis zou hebben, vond ik dat zelf nogal aanstellerij. Ik was een bange schijtert, maar een stoornis vond ik eerst nog best wel overdreven. Toch verklaarde juist die diagnose mijn gedachtes, obsessies, de paniekaanvallen en het eeuwige gepieker waar ik de laatste tijd zo’n last van had. Ik had een gegeneraliseerde angststoornis, maar wat is dat eigenlijk precies?
Er zijn verschillende angststoornissen, zoals obsessieve-compulsieve stoornis (dwangstoornis), paniekstoornis, enkelvoudige fobie, hypochondrie, sociale fobie, Posttraumatische Stress-Stoornis, agorafobie en smetvrees. Deze stoornissen hebben natuurlijk allemaal iets van elkaar weg, maar wat een gegeneraliseerde angststoornis vormt is het volgende:
- Onrust en spanning
- Piekeren
- Concentratieproblemen
- Prikkelbaar
- Spierspanning
- Vermoeidheid
- Slaapproblemen
Bij een gegeneraliseerde angststoornis maak je je zorgen om een heleboel dingen, zoveel dingen dat het een stoornis wordt genoemd. Niet alleen over je school, werk, huishouden of familieleden, maar ook over geld, andere mensen, de wereld en je bent constant bang dat dingen mis gaan. Alsof er ieder moment iets fout zal gaan of iets ergs gaat gebeuren met iemand van wie jij houdt.
De angsten zijn dus niet gebaseerd op één enkel ding en je hoeft ook niet perse last te hebben van paniekaanvallen. Je bent misschien soms ook bang om ziektes te krijgen, maar niet alleen zoals bij hypochondrie. Je hebt net zoals bij een paniekstoornis misschien wel eens een paniekaanval, maar bent niet bang voor de paniek zelf. En je hebt misschien dwangmatigheden, maar het is niet obsessief zoals bij een compulsieve stoornis.
De angst lag bij mij inderdaad op een heleboel gebieden. Ik was niet alleen bang om te falen of mijn werk niet goed te doen. Ik was bang dat mijn hond dood zou gaan, dat hij weg zou lopen, dat mijn huis af zou branden, dat mijn vader dood zou gaan en voelde me onveilig op allerlei plekken. Maar ik was ook bang dat ik van alles kwijt zou raken, kapot zou gaan, ik mijn huis niet zou kunnen betalen en dat alles waar ik blij mee was me afgenomen zou worden.
De oorzaak van deze stoornis zat hem in verschillende dingen. Een stukje van de angst ligt in mijn aard. Ik ben een beetje een schijtebroek, maar ga meestal geen dingen uit de weg. Dat ging ik nu wel en dat had een oorzaak. Ik had namelijk het idee dat er niets meer moest gebeuren, omdat ik anders in zou storten. Ik zat overvol met stress en had het gevoel dat als er nog maar één ding zou gebeuren, de emmer over zou stromen.
Ik had een heftig jaar achter de rug waarin veel dingen waren gebeurd. En natuurlijk kun je dan in je eetstoornis gaan duiken om je gevoelens minder heftig te maken, maar dat deed ik deze keer niet. Ik wilde niet terugvallen en deed daar alles aan. Helaas kwam er daardoor wel heel veel angst en piekerde ik me dus suf.
Dat piekeren en het snelle vrijkomen van ‘angst’ zit dus voor een deel in mijn aard. Toen ik in een moeilijke periode zat, kwam dit allemaal tot uiting. Ik piekerde mezelf helemaal in de knoop totdat ik in paniek raakte of totaal geen idee meer had van tijd of dat ik nog dingen moest doen die belangrijk waren. Ik werd bang dat er iets zou gaan gebeuren wat me zou nekken waardoor ik heel hard probeerde van te voren de risico’s in te schatten.
Inschatten deed ik echter niet. Ik was eerder aan het bedenken wat er allemaal wel niet mis kon gaan. Want er kon een heleboel mis gaan. Zeker wanneer je jezelf de fantasie en tijd geeft om daar uren over te piekeren. Dan kan er een heleboel fout gaan in je leven en kun je inderdaad enorm bang gaan zitten zijn.
Op een gegeven moment werd ik gek van het bang zijn en steeds bedenken van angsten. Ik voelde me slecht en was bang dat als er nog maar één ding zou gebeuren, ik er aan onderdoor zou gaan. Daarom heb ik een psycholoog opgezocht, in de hoop dat ik dan die angst los kon laten en er rust zou komen.
Ergens was die angst ook een vorm van controle. Ik zocht krampachtig naar manieren waarop ik van te voren kon weten dat er iets ergs zou gaan gebeuren door er uren over te piekeren. Maar het werd wel heel erg. Ik piekerde mezelf in cirkeltjes waar ik niet meer uit kwam, mijn hard ging sneller kloppen en ik ging vlug ademen. Zelfs wanneer ik wist dat het helemaal niet realistisch was om bang te zijn dat het plafond naar beneden zou komen, was ik nog bang.
Ik weet nog dat ik in die tijd een spin in mijn nieuwe huis zag lopen en dacht; Normaal vind ik spinnen niet eng, maar voor deze moet ik maar uitkijken. Hij zit in mijn nieuwe huis en misschien is hij wel giftig. Onee, in Nederland heb je geen giftige spinnen. Maar wat nou als de vorige bewoner uit het buitenland kwam en per ongeluk deze spinnen heeft meegenomen in zijn koffer en ze een plaag zijn in Nederland, zonder dat iemand er nog van weet? Dan ben ik straks het eerste slachtoffer. En trouwens, waar is mijn vader, ik hoor hem niet, gaat het wel goed met hem?Straks ligt hij ergens dood. Je weet het niet. Ik ga nu kijken. Onee, wacht die spin moet in een glas, want straks vermoord die me.
Toen ik mezelf dit hoorde denken, besefte ik hoe in de knoop ik zat. Dit is namelijk maar een heel kort stukje van hoe ik de hele dag door aan het doemdenken was. Constant bedacht ik de meest bizarre situaties waarin alles, maar dan ook alles fout kon gaan. Als je genoeg fantasie hebt en angst, kan namelijk ook echt alles fout gaan in je verbeelding.
Hoe kom je van een angststoornis af?
Afhankelijk van welke angststoornis je hebt, kun je daar een gepaste behandeling voor krijgen. Soms is de behandeling gericht op traumaverwerking, soms ademhalingsoefeningen en er komt ook veel cognitieve therapie in naar voren. Daarmee kun je signaleren welke gedachtes je hebt, wanneer en waarom je denkt dat deze waarheid zijn. Ook kun je deze gedachtes dan gaan weerleggen, zodat je weer een realistisch beeld krijgt van de angst die jij ervaart.
Het kan helpen om een kansberekening te maken. Want hoeveel kans is er dat je huis instort, er een inbreker je huis in komt om je te vermoorden of je kat a la minute dood neervalt? En wat is er voor nodig om die kans er te laten zijn? Een inbreker moet namelijk weten dat je thuis bent om je te vermoorden, hij moet een wapen hebben, zin hebben om je te vermoorden, een reden hebben en dan moet jij ook nog eens niet de politie kunnen bellen. Een beetje onlogisch wordt het zo dus wel.
Relativeren en G-schema’s invullen kunnen enorm goed helpen om van je gegeneraliseerde angststoornis af te komen. Maar het vergt vaak wel wat oefening. Daarbij is het ook goed om af en toe eens gewoon te zeggen; Ik zit mezelf weer helemaal suf te piekeren. Ik zei dat wel eens tegen een vriendin of mijn moeder en meestal hielp dat om de gedachtes een beetje los te laten en afleiding te vinden in het gesprek met de ander. Want ja, ook afleiding is een goede manier om van het eeuwige gepieker af te komen.
Een beetje bang zijn en piekeren doet iedereen. En soms doe je het meer in bepaalde periodes dan in andere. Maar heb je echt storend veel last van angstige gevoelens en gedachtes over dingen die mis gaan of ben je heel vaak bang, dan kan het goed zijn daar met iemand in je omgeving over te praten of hulp te zoeken via de huisarts bij een psycholoog.
Plaatjes: Weheartit
Geef een reactie