Het is allemaal al eerder begonnen dan ik dacht. Véél eerder. Misschien zelfs nog voor ik enig besef had van waar ik eigenlijk mee bezig was en wat ik ermee trachtte te bereiken. “Een eetstoornis? Anorexia? Ik?! Nee hoor, ik kan wel stoppen met afvallen wanneer ik wil. Gewoon een paar kilootjes want dat buikje moet weg. Dan zullen ze me vast leuker vinden.” Dit zijn de gedachten als 11-jarig, onzeker meisje. Niet te dik, niet te dun. Gewoon onzeker en erg beïnvloedbaar voor de opmerkingen van de mensen rondom mij.
Ik was net verhuisd naar een afgelegen plek waar ik me eenzaam voelde, het begin van de puberteit, de ruzies van mijn ouders, mijn karakter, opmerkingen van anderen… ik weet nog steeds niet exact wat de oorzaak was. Misschien was het gewoon een combinatie van dat alles. Chaos in mijn leven waardoor ik behoefte had aan controle. Valse controle. Want eigenlijk verloor ik juist alle controle.
Hierna volgden 5 jaren van liegen en mezelf kapot maken… Tot ik niet meer kon. Ik was uitgeput. Mentaal en fysiek. Nadenken ging niet meer en ik bewoog mij voort aan het tempo van een hoogbejaarde. Ik wist niet meer wie ik was en wat ik wilde. De combinatie met een depressie zorgde ervoor dat ik de hele dag door bij het minste begon te huilen. Het enigste wat me nog gelukkig maakte was het dalende cijfer op de weegschaal. Dat was het moment waarop ik besefte dat het zo niet meer langer kon. Ik probeerde weer te gaan eten maar het lukte me niet om alleen uit die neerwaartse spiraal te geraken. Daarom koos ik na heel wat tegenspartelen toch voor een opname.
En nu zou ik een heel verhaal kunnen schrijven over hoe moeilijk het wel was, hoeveel keer ik opgenomen ben geweest en hoeveel keer ik ben hervallen. Ik zou jullie kunnen vertellen hoe weinig ik at, hoeveel kilo ik afviel of hoe ik mijn eetstoornis verborgen hield. Maar dat is niet de boodschap die ik jullie wil meegeven en uiteindelijk doet dat er allemaal niet toe. Wat ik wil zeggen is: het maakt niet uit hoe ‘goed’ je wel was in je eetstoornis. Ik zie vaak mensen vergelijken: ‘Zij viel meer af’, ‘zij eet minder’, ‘ haar hebben ze sondevoeding moeten geven’. Maar uiteindelijk zegt dat niets over JOU. Want op het einde is het enigste wat ertoe doet dat je weer kan leven. Ongeacht van hoe diep je vastzat in je eetstoornis.
Mijn laatste opname is mijn redding geweest. Ik ben beginnen te praten, na te denken over mezelf en over mijn leven. Ik heb mijn motivatie gezocht. Ik wilde beter worden. Niet omdat het moest van anderen of omdat ik hen gelukkig wou maken, maar omdat IK het wilde.
En nu, terugkijkend op die 7 jaar met anorexia, zou ik er spijt van moeten hebben dat ik me tijdens mijn mooie tienerjaren heb beziggehouden met gewicht, kcal tellen en niet-eten. Maar wat is het nut van ontevreden zijn over je verleden? Nee, ik ben niet boos op het feit dat ik een eetstoornis heb gehad. Ik ben er ook niet trots op, maar ik heb er wel heel veel uit geleerd. Dingen die ik later zeker nog ga kunnen gebruiken. Inzichten in de wereld, de mensen en hun gedrag, gedachten en gevoelens, maar vooral in mezelf.
Ik kan nu echt oprecht zeggen dat ik er écht vanaf ben. Dat ik dit deel achter me kan laten. Het enigste wat ik heb overgehouden aan al die jaren zijn de herinneringen. Ik heb geen vaste eetlijst meer, geen ‘enge’ producten, de gedachten zijn volledig weg, “kcal, wat zijn dat?” en het is misschien een half jaar geleden sinds ik de weegschaal van dichtbij heb gezien. En ja, het kan dus: volledig genezen van een eetstoornis. Zelfs wanneer je er al een tijdje onder lijdt. Houd je doel voor ogen, zoek je motivatie, accepteer het verleden, verwerk het, laat het los en ga weer verder.
Maar vooral: geloof in jezelf! Je bent sterker dan je denkt. Als jij weer een leven wilt dat niet volledig in het teken staat van (niet-) eten, dan kan dat! Maar je moet het willen en erin geloven. Wanneer je iets echt wilt, vecht er dan voor. Hoe hopeloos het ook lijkt. Geef. Niet. Op. Want over enkele jaren kijk je terug op deze periode in je leven en zul je wensen dat je het misschien nog net die ene keer meer geprobeerd zou hebben.
Door: Astrid
Geef een reactie