De tweede cyclus pre-groep is van start gegaan. Er zijn een paar nieuwe mensen bijgekomen, opvallend genoeg meer oudere vrouwen dan jonge meisjes. Dat was in de eerste cyclus precies andersom. De groep is qua achtergrond en leeftijd nu heel gevarieerd. Dat vind ik wel fijn. Ik weet dat ik in eerste instantie erg onzeker ben bij nieuwe mensen. Helemaal als het gaat om het delen van intieme zaken zoals de details van een eetstoornis. Gelukkig weet ik dat ik die onzekerheid naast me neer kan leggen. Met de meiden uit de eerste cyclus heb ik in een paar weken tijd een hele hechte band opgebouwd. Hopelijk gaat dit ook met de nieuwe groep gebeuren.
Deze week hebben we gepraat over compensatiegedrag. Wat is dat precies, en op welke manieren kun je compenseren? Alles wat je helpt om je gewicht omlaag te brengen, hoe klein het ook is, is compensatiegedrag. We moesten allemaal opnoemen hoe en wat we compenseren. Best heftig om dat zo open in de groep te vertellen. Gelukkig was het voor mij de tweede keer en kon ik het redelijk makkelijk opnoemen: braken, vasten, streng lijnen en veel sporten. Heel veel sporten. Soms uren op een dag.
Naast fysiek compensatiegedrag kwamen we erachter dat er ook psychologisch compensatiegedrag bestaat. Dat gaat wat verder en vaak ben je je er ook niet van bewust dat je het doet. Het gaat bijvoorbeeld om het plannen van afspraken rondom eten, boodschappen doen bij de supermarkt aan de andere kant van de stad voor de extra kilometers, een feestje juist wel of niet bezoeken. Kortom: allerlei strategieën vanuit de eetstoornis die je dagindeling bepalen. Dat heeft heel veel effect op je sociale leven.
Iedereen in de groep gaf aan dat weinig eten voor hen de belangrijkste methode is om gewicht te verliezen. Sporten stond op nummer twee. Ook braken, laxeren en afvalpillen werden genoemd. Ik ben er niet trots op, maar ik merkte dat ik extra goed oplette tijdens dit gesprek. Wat doen de anderen wat ik (nog) niet doe? Werken die afslankpillen echt? En laxeren, is dat nog een optie? Dat wil ik absoluut niet, en ik weet ook heel goed dat als deze middelen mij alleen maar verder de afgrond in sleuren. En toch… de eetstoornis in mij werd heel blij van al deze informatie. De anderen gaven aan dit ook te herkennen.
Het lukte me om op een gegeven moment afstand te nemen van de eetgestoorde gedachten en kritisch naar onze groep te kijken. Een meisje vertelde dat ze te zwak is om nog te kunnen sporten. Ze heeft altijd pijn in haar botten en gewrichten. De ander vertelde dat ze continu buikpijn heeft van de honger. Weer een ander vertelde dat ze chronische pijn in haar slokdarm heeft van het braken en altijd moeite heeft met slikken.
Het ging verder over de consequenties van het compenseren. Relaties die onder druk stonden. Leugens tegenover partners, vrienden, het gezin. Haren die uitvielen, menstruatie die uitbleef. De meeste verhalen gingen ook over mij. Ondanks mijn gezonde gewicht heb ik mezelf jarenlang ondervoed, emotioneel en fysiek. Dat was heel confronterend om te beseffen.
Ik zag mezelf zitten in een kring uitgemergelde, doodsbange vrouwen. Net als hen ben ik bang om niet te voldoen, bang om te mislukken, bang om mezelf iets te gunnen. Bang om van mezelf te houden.
Op dat moment realiseerde ik me dat ik blij ben dat ik in de groep zit. De echte behandeling is nog niet begonnen en ik heb een lange weg te gaan. Maar hier, op deze plek, wil ik niet stil blijven staan.
Echte veranderingen gaan stap voor stap. Er is grote moeite voor nodig om te zorgen dat iets uiteindelijk moeiteloos gaat. Er zijn geen snelle oplossingen. (…) Verandering treedt niet op door haat maar door liefde.
– Geneen Roth in Vrouwen, Eten, God
Geef een reactie