De aankomende vijf weken ga ik in een zogenaamde pre-groep samen met negen andere ‘eetgestoorden’ mijn motivatie in kaart brengen. We volgen iedere dinsdag een dagprogramma dat bestaat uit de volgende onderdelen: Wegen, Gespreksgroep, Eetdagboek, Gezamenlijke lunch en Psychomotorische Therapie (PMT). Zo gaan we gaan ons voorbereiden op het intensievere, meerdaagse traject. De eerste bijeenkomst zit er op, maar was niet zo’n succes…
Ken je die posters met de tekst ‘This day is the first day of the rest of your life?’ Zo voelde ik me vandaag. Heel bang ook. In de trein twijfelde ik of ik moest gaan. Zal ik bij het eerstvolgende station uitstappen en teruggaan? Aan de noodrem trekken? Ik kan nog terug! Maar ik ben blijven zitten. Niet veel later zat ik met negen andere meiden op de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis, te wachten op ‘de rest van mijn leven.’
Die begon met een uitleg over de aankomende vijf weken. Het team, in dit geval allemaal vriendelijke jonge vrouwen, vertelden: ‘Het is hard werken, want hier wordt je kei hard met je eetstoornis geconfronteerd. Je gaat bijhouden wat je eet, hoe je je daar bij voelt, wat je doet om te compenseren en nog veel meer. De nadruk ligt op het in kaart brengen van de eetstoornis.’ Waarschijnlijk ga ik deze cyclus twee keer volgen. Pas dan kan ik, en het team, goed beoordelen welke vervolgbehandeling bij me past.
Na de uitleg moesten we op de weegschaal. Paniek! Ik voelde me ongelofelijk opgelaten omdat ik in vergelijking met de anderen dik ben. Ik heb een gezond gewicht, maar zie dat zelf niet zo. Het wegen was ook voor de hele magere meiden moeilijk. Toen de dikke truien en shawls even af gingen (dat scheelt gewicht) zag ik hoe ongezond dun sommigen zijn. Ik probeerde niet te staren, maar kon mijn ogen maar moeilijk van hun skeletachtige lichamen en ingevallen gezichten houden.
Het magerste meisje werd apart genomen. Haar BMI bleek lager dan x en hiermee kon ze niet starten met de behandeling. Dat is onverantwoord, zowel fysiek als cognitief. Het meisje leek onbewogen bij dit nieuws, maar we wisten allemaal dat er achter die holle blik een intense pijn schuilging. Het raakte me. Wie kan haar helpen?
Dit voorval hakte er flink in bij de groep. We waren er allemaal stil en beduusd van. Ik kon me tijdens het groepsgesprek moeilijk concentreren en merkte dat de spanningen in mijn lichaam opliepen. Niet alleen het voorval met het meisje, ook de vloedgolf aan nieuwe indrukken brachten me uit balans.
Muren kwamen op me af, ademen werd moeilijk. Die gekke duizelingen die er na het braken zijn, voelde ik ook. Ik kon alleen nog maar denken aan vluchten. En dat is precies wat ik deed. Nog vóór het laatste blok was begonnen, meldde ik me ziek en ging naar huis. Alleen.
Het enige wat ik nu kan denken is, dit kan ik niet! Ik had vanmorgen toch aan de noodrem moeten trekken.
De hel is: ergens anders willen zijn dan waar je bent.
-Stephen Levine
Geef een reactie