Als je in therapie gaat voor je eetstoornis zijn zo’n beetje de eerste vragen die ze stellen hoe lang je bent en wat je weegt. Meteen schreeuwt het stemmetje weer van binnen: Zie je nou, ik ben niet ziek genoeg, ik ben veel te zwaar, ik heb gefaald in het hebben van een eetstoornis! Buiten het feit dat deze gedachten niet kloppend zijn, horen deze vragen naar mijn mening ook niet zo relevant te zijn. Uiteraard moet de fysieke gezondheid nauwlettend in de gaten gehouden worden, maar het zegt lang niet alles over je mentale gezondheid, waar de eetstoornis door is ontstaan, waarvoor de eetstoornis nu nog dient.
Jarenlang heeft therapie bij mij de focus gehad op wat ik at en hoeveel ik woog. Ik moest opschrijven wat ik elke dag at en hoe ik mij daarbij voelde. Ik merkte dat dit het verlangen naar controle op mijn gewicht alleen maar versterkte. Het hielp mij niet verder. Al snel liep ik weer tegen de muur van angst aan. De emoties die weer de kop op staken. Emoties en herinneringen die nauwelijks werden erkend door de hulpverleners, laat staan door mezelf. De achtergrond en functie van de eetstoornis zou pas ter sprake komen als ik een bepaald BMI had. Een BMI dat ik nooit bereikte omdat ik telkens weer tegen die muur opliep.
Nog steeds verbaast het mij hoeveel waarde er gehecht wordt aan je BMI om een bepaalde behandeling te volgen. Het gene wat je zo hard nodig hebt om verder te komen wordt je ontnomen omdat je het eigenlijk te moeilijk hebt. In mijn ogen heb je dan júist die therapie heel hard nodig… Die BMI grenzen ga ik denk ik nooit helemaal begrijpen. Natuurlijk zijn er richtlijnen nodig, kan niet alles getolereerd worden, kunnen therapeuten niet altijd alle verantwoording op zich nemen. Toch blijf ik het frustrerend vinden dat je de therapie die je volgens je therapeut zo hard nodig hebt niet mag starten omdat je het te moeilijk hebt met het behalen van een bepaald BMI.
Ik geloof erin dat de functie van je eetstoornis vervangen moet worden door iets gezonders voordat je de eetstoornis los kunt laten. Oude herinneringen moeten verwerkt worden en er moet worden leren omgegaan met nieuwe moeilijke situaties. Triggers moeten herkend worden en op een gezonde manier verwerkt kunnen worden. Helaas mis ik dit nog in de gespecialiseerde eetstoornisklinieken. En ik heb door de jaren heen gemerkt dat ik hier zeker niet de enige in ben. Gelukkig passen de klinieken zich hier wel steeds meer op aan, ik hoop dan in de toekomst dit geen belemmering meer geeft voor cliënten.
Wel wil ik blijven benadrukken hoe belangrijk het is om verder te kijken dan het gewicht en eetpatroon. Mijn vorige behandelaar weet alleen maar wat ik woog. Het gewicht werd als de graadmeter gezien. Steeg het gewicht, dan ging het beter met mij en werd er nergens verder aandacht aan gegeven, daalde of stagneerde het gewicht, dan moest de aandacht gevestigd worden op aankomen. Het was heel naar om te zien hoe meisjes zich gingen focussen op het afvallen om op deze manier te laten blijken dat het niet goed met ze ging. Ik vind het heel jammer dat ze op deze manier zelfs in therapie het gewicht als coping mechanisme zijn gaan zien en dit op een zekere manier zelfs kunnen bekrachtigen.
Ik hoop dat dit in de toekomst anders kan gaan. Dat cliënten die de hulp hard nodig hebben, cliënten met een dubbele diagnose, een te laag BMI of wat voor andere belemmering dan ook, dat deze cliënten niet meer geweigerd worden. Dit geeft namelijk de cliënten het gevoel dat ze het niet waard zijn, niet goed genoeg, opgegeven. Het geeft een gevoel van wanhoop. Iets was het herstel zeker niet zal bevorderen.
Lees ook: Aankomen in gewicht nodig voor therapie? en meer blogs over aankomen. Voor meer duidelijkheid over de reden van eerst aankomen, dan pas therapie, lees: Ondervoeding en anorexia: Minnesota Starvation Experiment.
Geef een reactie