Schuldgevoel richting God heeft een lange periode een rol gespeeld in mijn leven. Voordat mijn eetstoornis begon had ik dat al. Ik deed altijd wel iets verkeerds, ik kon me nooit houden aan de geboden die God ons heeft gegeven. Toen ik een eetstoornis kreeg bereikte dit schuldgevoel het toppunt. Hoe kon God ooit nog van mij houden terwijl ik totaal niet goed voor mijn lichaam zorgde?
In de Bijbel staat dat je lichaam een tempel is van de Heilige Geest. Daarom is het belangrijk om goed voor je lichaam te zorgen. Wanneer je een eetstoornis hebt ben je daar echter totaal niet mee bezig. Integendeel zelfs, je sloopt langzaamaan je lichaam. Veel gelovige meiden met een eetstoornis krijgen een schuldgevoel en/of schaamte richting God over wat zij doen, want ‘God wil echt niks meer met mij te maken hebben nu ik mijn lichaam sloop.’
Het is lastig: het (christelijk) geloof combineren met een eetstoornis. Ik ben er van overtuigd dat God inderdaad verdriet heeft om wat wij met ons lichaam doen. Maar ik wil de nadruk leggen op verdriet. God is namelijk niet boos, Hij houdt van je. Hij heeft je gemaakt en vindt jou mooi zoals je bent. Het feit dat wij zonden doen, dat doet Hem verdriet en daar heeft Hij pijn van. Maar dat betekent niet dat Hij ons afschrijft.
Dat betekent niet dat Hij niks meer met ons te maken wil hebben. God wil dat je voor je lichaam zorgt. Hij wil dat je gelukkig kan leven. Maar dat betekent niet dat Hij jou niet meer hoeft wanneer jij niet meer in staat bent voor jezelf te zorgen.
Hierbij moet ik denken aan een verhaal uit de Bijbel: de verloren Zoon. Daarin staat beschreven hoe een zoon zijn deel van de erfenis opeist aan zijn vader en vervolgens de wereld intrekt. Hij geniet van het leven en verspilt al zijn geld. Uiteindelijk breekt er honger uit en heeft hij niks meer. Hij besluit terug te keren naar zijn vader. Wanneer hij terug komt, staat zijn vader daar op hem te wachten en sluit hem meteen in zijn armen. Er wordt een groot feest gevierd omdat de zoon weer terug is.
God is die Vader. Hij veroordeelt jou niet om wat je doet. Hij heeft er verdriet van. De vader uit het verhaal had ook verdriet over het feit dat zijn zoon bij hem wegging, maar toch stond de vader elke dag te wachten op zijn zoon. Net zoals God doet. God wacht tot jij weer terugkomt. Hij weet dat je fouten maakt, maar het enige wat Hij wil is dat je terugkomt in Zijn armen. En wanneer dat gebeurt, zal er groot feest zijn in de hemel.
Zeg ik hiermee dat God het goedkeurt wanneer je niet goed zorgt voor jezelf door niks, of juist teveel te eten? Nee, zeker niet. Ik geloof zelfs dat het een zonde is. God staat echter op de uitkijk en wil je vergeven. Zelfs meer dan dat, Hij wil met jou mee strijden om het kwaad te overwinnen.
In de Bijbel staat daarover het volgende: ‘U hebt geen beproevingen te doorstaan die niet voor mensen te dragen zijn. God is trouw en zal niet toestaan dat u boven uw krachten wordt beproefd: hij geeft u mét de beproeving ook de uitweg, zodat u haar kunt doorstaan.’ (1 kor. 10:13)
Hoe is het voor jou om een eetstoornis te hebben én te geloven?
Geef een reactie