Het zit eraan te komen: ik ga het huis uit. Al ongeveer een jaar sta ik op de wachtlijst voor beschermd wonen. Het voelt als een eeuwigheid en heeft me veel stress, angst en onzekerheid opgeleverd. Maar nu is het eindelijk zo ver: er is een plekje voor me gevonden.
Afgelopen week heb ik samen met mijn moeder een kennismakingsgesprek gehad op de betreffende plek. Het is in een dorpje, ongeveer een halfuur fietsen van waar ik nu woon. Ik vind het er fijn, rustig en de mensen zijn (tot nu toe) erg vriendelijk. Wat ik ook heel fijn vind, is dat ik daar anoniemer ben. Ik zie het als een nieuw begin: mensen daar kennen me niet, weten niet van mijn verleden en zullen me niet zien als ‘die transgender‘.
Abel is sinds 2022 gastblogger bij Proud2Bme. Hij blogt onder andere over de LHBTQ+ community, zijn transitie, mantelzorger zijn en zijn eetstoornis. Wil je meer lezen van Abel? Dat kan via de tag ‘Abel blogt‘. Wil je zijn voorstelblog (nogmaals) lezen? Die vind je hier.
Eerder wilde ik altijd in de stad wonen: veel mensen, drukte. Nu ik ouder ben, waardeer ik juist meer de stilte en rust van dorpen, het platteland. Ik kan genieten van de uitgestrekte weilanden, de vogels die je hoort en de bossen die er zijn. Dit geeft me meer rust en omdat overprikkeling iets is waar ik snel mee worstel, lijkt dit een geschikte plek voor me.
Rondom de verhuizing voel ik veel: blijdschap, opwinding, trots, maar ook angst en onzekerheid. Ik vind het moeilijk om mijn ouders achter te laten, met name mijn moeder. Ik heb zo lang de zorg voor haar op me genomen dat ik het lastig vind om dat los te laten. Ook ben ik bang dat het te vroeg is, dat ik nog niet op mijn eigen benen kan staan en dat het misgaat. Dat ik terugval in mijn eetstoornis of zelfbeschadiging. Of juist dat ik me heel eenzaam ga voelen. Zo kan ik nog meer doemscenario’s bedenken waarom het zou kunnen mislukken, maar toch ga ik het aan.
Waarom?
Omdat ik anders nooit zou weten of ik het kan, of het lukt.
Omdat het ook wel goed kan gaan.
Ik weet dat ik goede begeleiding krijg, dat ik mijn kat mee mag nemen, dat mensen me niet zomaar zullen laten vallen. Ik hoop dat ik meer rust kan ervaren, dat ik niet meer constant rekening hoef te houden met anderen of de zorg van anderen op me neem. Ik hoop dat ik wat meer kan genieten, ook van de kleine dingen en ik hoop ook dat ik voor mezelf zal leren zorgen. Onafhankelijk zijn.
Waar ik me ook snel zorgen om maak, zijn financiën. Ik ben bang dat ik niet rond zal kunnen komen, dat ik schulden ga maken. Momenteel ontvang ik een bijstandsuitkering, dat is niet iets waarvoor ik me schaam maar wel iets wat ik soms lastig vind. Het voelt alsof ik niks ‘nuttigs’ doe of ‘maar een uitkeringstrekker’ ben. Dat ik te lui ben om te werken, terwijl ik ergens ook wel weet dat ik mijn handen vaak al vol heb aan het gewoon ‘zijn’.
Ik krijg en heb niet veel geld. Soms vind ik dat jammer, maar eigenlijk vind ik het ook wel oké. Ik heb niet veel geld nodig. Zolang ik maar klein en gelukkig kan leven, vind ik het prima. Bovendien: geluk zit niet in geld maar in andere dingen. Dingen als gezondheid, vriendschappen, liefde.
Ik hoop aankomende week de sleutel te krijgen, dan kan het schoonmaken, winkelen voor meubels en verhuizen beginnen. Ik vind het enorm eng en spannend, maar ben ook heel blij.
Ga je met me mee op avontuur?
Geef een reactie