Ik zie het vaak voorbij komen. In tijdschriften, tv-programma’s, films en boeken gaat het vaak over mensen die ongeneeslijk ziek zijn. Ook in mijn omgeving heb ik dit onderwerp helaas vaak gehoord. Mensen die ongeneeslijk ziek zijn, vechten voor het leven met een lichaam dat langzaam opgeeft. Tijdens mijn eetstoornis vond ik het heel erg lastig om hiermee om te gaan. Ik betrok dit meteen op mezelf en voelde me schuldig. Schuldig dat er mensen voor het leven vochten en dat ik het leven eigenlijk opgaf.
Ergens wist ik natuurlijk wel dat ik ook niet voor de eetstoornis had gekozen. Niet iedereen die begint met lijnen ontwikkelt een eetstoornis. Het is dus echt geen keuze, maar zo voelde het wel. Als ik keek naar bijvoorbeeld ‘Over mijn lijk’, dan vond ik dat moeilijk om te zien. De jongeren uit dat programma waren ongeneeslijk ziek. Dit overkwam ze ook en ze konden daar niks aan doen op het ondergaan van veel behandelingen na. Maar echt beter worden, dat konden ze niet meer. Het waren stuk voor stuk jongeren die zo graag wilden leven en die nog probeerden het allerbeste uit het leven te halen voordat het te laat was. Als ik zo’n programma keek, dan zag ik voor heel even in hoe waardevol het leven inderdaad kon zijn. Meteen daarna voelde ik me schuldig. Als je zoveel uit het leven kan halen en het leven zo leuk kan zijn, waarom koos ik er dan voor om mijn lichaam langzaam kapot te maken? Om mezelf dat leuke leven eigenlijk te ontnemen? Waarom deed ik zo?
Ik vond het moeilijk te bevatten dat een eetstoornis ook een ziekte is. Bij de meeste ziektes maak je niet zelf de keuze om te genezen, want dat hangt heel erg van je lichaam af. Bij een psychische ziekte is dat anders, omdat je lichaam het gewoon nog doet. Je hoeft geen behandelingen te ondergaan in de hoop dat je lichaam er goed op reageert. Je volgt therapie en het is aan jou wat jij met die therapie gaat doen. Dit klinkt zo simpel…
Niet alleen voor mij, maar ook voor mijn omgeving was het moeilijk te bevatten dat een eetstoornis ook een ziekte is. Sowieso is dat een bekend probleem waar mensen met psychische problemen mee kampen. Mensen zullen tegen iemand met kanker nooit zeggen dat het hun eigen schuld is. Mensen zullen je dan zo goed mogelijk proberen te steunen. Maar ben je depressief, dan moet je gewoon even doorzetten. Heb je een eetstoornis, dan moet je gewoon weer even gaan eten.
Het lastige was, was dat ik bovenstaande zelf op een gegeven moment ook zo ging zien. Zo moeilijk kon het toch niet zijn? Het voelde alsof ik ervoor had gekozen om me zo ongelukkig te voelen terwijl ik helemaal geen reden had om me zo te voelen. Ik was immers niet ongeneeslijk ziek en verder leek alles mij mee te zitten. Als ik weer normaal zou eten, dan zou alles over zijn. Dit was het enige waar ik aan dacht als ik me schuldig voelde om mijn eetstoornis. Ik maakte het toen makkelijker dan dat het daadwerkelijk was. Als het echt een kwestie was van gewoon weer gaan eten, dan had ik dat natuurlijk allang weer gedaan.
Door de tijd heen wenste ik mezelf van alles toe. Ik vond het zó erg dat ik een eetstoornis had en geen andere ziekte. Ik voelde me intens schuldig tegenover mijn omgeving. Ik had het idee dat mijn omgeving er meer voor mij zou zijn als ik een andere ziekte had. Ze zouden mij dan steunen en ik zou niet elke dag te horen krijgen dat ik ‘gewoon weer even normaal moest doen’ of dat ‘iedereen is wel eens depressief is/op dieet is/zichzelf te dik vindt, maar dat je je daar gewoon overheen moet zetten. Wij kunnen dat ook allemaal, dus jij moet dat ook kunnen’. Het deed me zo’n pijn om zulke dingen te horen.
Als ik keek naar alle andere mensen in mijn omgeving met een psychische ziekte, dacht ik nooit dat het hun eigen schuld was. Nooit is het in mij opgekomen dat ze beter een andere ziekte konden hebben. Ze zouden zich niet te hoeven schamen of zich schuldig te hoeven voelen. Ik zag bij hen heel duidelijk dat een psychische ziekte ook een zware strijd was en dat je er echt niet zomaar van herstelt. Het was voor hen echt geen kwestie van bijvoorbeeld gewoon weer even eten. Maar alleen omdat ik het was, vond ik dat ik me schuldig moest voelen voor de eetstoornis. Vond ik dat het mijn eigen schuld was. Mijn zelfbeeld was zo slecht.
Op een gegeven moment lukte het me steeds beter om te accepteren dat ik me niet schuldig hoefde te voelen om mijn eetstoornis. Het is nooit mijn keuze geweest om in die ellende te belanden. Niemand kiest er vrijwillig voor om zichzelf kapot te maken. Ik realiseerde me wel steeds meer dat ik wel de keuze had om er vanaf te komen, maar dat dat niet zo simpel was. Je kan niet zeggen tegen jezelf ‘vanaf morgen is alles beter en heb ik geen eetstoornis meer’. Genezen van een eetstoornis is keihard werken aan jezelf. Het moeilijke met een eetstoornis is, is dat je eten nodig hebt in het leven om te overleven. Een alcoholist kan ervoor kiezen om nooit meer alcohol te drinken, maar met een eetstoornis kan je er niet voor kiezen om nooit meer te eten. Je wordt elke dag weer geconfronteerd met hetgeen wat je het liefst wil vermijden. Genezen van een eetstoornis betekent dat je moet gaan kijken naar jezelf, je diepste angsten onder ogen moet komen, ertegen moet vechten en weer van jezelf en het leven moet gaan houden. Je moet weer voelen dat je het waard bent om te leven.
Fotografie: KevinLallier & Emma Brown
Geef een reactie