HEEFT UW KIND SCHULDGEVOELENS?
De impact van een eetstoornis op de familie en het daarbijbehorende schuldgevoel. Ik zie vaak jonge mensen – van tieners tot jong adolescenten – met schuldgevoelens over hun eetprobleem en wat het teweeg brengt bij de ouders. Uitzonderingen daargelaten – kinderen die een slechte relatie met de ouders hebben of kinderen die een korte tijd symtonen van een eetstoornis hebben; vaak om aandacht te trekken, maar niet uit angst om veel aan te komen.
Neem het verhaal van Lynn. Lynn was bijna altijd een goede student. Als eerstejaars op de middelbare school kwamen er wat tegenslagen. Zo had ze bijvoorbeeld haar eerste onvoldoendes op haar rapport. Toen ze de teleurstelling van haar ouders zag, besloot ze om heel goed haar best te doen op school, maar Lynn ontdekte meer van het middelbare schoolleven.
Lynn ging naar feesten en kwam in aanraking met alcohol en seksuele toespelingen van jongens. Meestal was ze goed in staat om ‘nee’ te zeggen. Zo heel af en toe loog ze wel eens tegen haar ouders over waar ze was, zodat ze naar sociale aangelegenheden kon gaan, waar haar ouders anders op tegen waren. Haar schoolwerk kwam soms in het geding met haar sociale bezigheden. Langzaamaan voelde ze de controle over haar leven wegglippen.
Lynn ontdekte een manier waarin ze zich helemaal thuis zou voelen in de nieuwe wereld van de adolescentie en optimaal gebruik kon maken van het plezier en de gezelligheid dat die wereld biedt. Ze dacht dat ze slanker kon worden, gezonder en meer gedisciplineerd als ze zich aan een gezond dieet zou houden. In het begin was het zo dat des te meer ze zich hield aan het eten van ‘gezonde’ voeding en hoe meer gewicht ze verloor, hoe meer ze voelde controle en orde in haar leven te hebben. Ze zag haar nieuwe vorm van discipline als een bron van succes. Door het managen van haar eten en gewicht voelde zich meer in controle over haar leven.
Natuurlijk resulteerde dit in minder controle over haar leven, dan meer. Al snel zat ze gevangen in een wereld die alleen nog maar uit eten bestond en waar de controle was omgeslagen in dwangmatig gedrag. Steeds meer tijd ging in het ‘eten’ zitten. Lynn’s ouders begonnen ongerust te worden door haar eetpatronen en moeheid en stonden erop dat ze naar de huisarts ging. Daar constateerde ze dat ze een eetstoornis had en ze werd in een behandelprogramma geplaatst, waar ze haar hielpen met zowel de fysieke als de mentale kant.
Het schuldgevoel kan, maar hoeft niet altijd duidelijk te zijn.
Het schuldgevoel dat Lynn had over de lage cijfers die ze haalde in het begin van het jaar, was omgeslagen naar een schuldgevoel over haar eetstoornis. Lynn voelde alle soorten schuld die men vaker ziet bij jongeren die in behandeling gaan:
- Een gevoel van schuld naar de ouders toe.
- Een schuldgevoel over het liegen over haar eetgewoontes tegen haar ouders.
- Een schuldgevoel over het financiële plaatje wat aan haar behandeling verbonden is.
- Een schuldgevoel over het feit dat haar ouders haar telkens naar afspraken met hulpverleners moeten brengen.
- Een schuldgevoel over de tijd die haar ouders kwijt zijn aan haar behandeling en gerelateerde ondernemingen.
- Een schuldgevoel over het feit dat haar familie onder de loep wordt genomen.
- Een schuldgevoel over de ruzies die ontstaan tussen haar en haar ouders over ‘hoe om te gaan met haar ziekte’.
- Een schuldgevoel over het feit dat ze ziek is en een last is.
Enkele of allen van deze bovenstaande punten komen tijdens een behandeling bij Lynn en andere kinderen met een eetstoornis naar boven. Andere keren kan een kind zo terughoudend of boos zijn, of geen concentratievermogen en inzicht in de ziekte hebben, dat een schuldgevoel alleen herkend wordt door professionele hulpverleners en ouders die het schuldgevoel ‘observeren’. Soms antwoorden kinderen zelf aan hun schuldgevoel door ontzettend boos te worden. Dat is omdat ze de kwetsbaarheid die ze ondervinden in zichzelf als ze zich schuldig voelen niet leuk vinden. Er zijn manieren voor ouders om te leren om te gaan met het schuldgevoel van hun kind en hun kind daarmee om laten leren gaan.
Hier zijn 10 tips hoe je met het schuldgevoel van je kind kunt omgaan
- Steun het kind door te zeggen dat ze hier niet om heeft gevraagd om ziek te zijn, ook al kan ze zelf stappen ondernemen om beter te worden.
- Praat met je kind dat je alles zal doen om de behandeling tot een goed einde te brengen, maar dat je zelf de eetstoornis niet kan verhelpen en dus ook niet verantwoordelijk ben om hem of haar beter te maken.
- Laat je kind weten dat je hem of haar snapt en dat het leven tegenspoed maar ook voorspoed kent en dat dat bij het leven hoort. Een kind kan een schuldgevoel hebben over het leed dat ze jou aandoet. Hij of zij moet proberen om haar leed niet te onderdrukken alleen maar om jou een plezier te doen.
- Heb een schuldverlossend gesprek met je kind aan het begin van de behandeling – ze hoeft zich niet druk te maken over de tijd en het geld dat de ouders erin moeten steken. Leg uit dat je verstandig en praktisch bent in het kiezen van de juiste hulp. Dit is de ouderlijke verantwoordelijkheid die je wilt nemen. Klaag niet tegen je kind over de praktische lasten. Je kind kan zich makkelijk schuldig gaan voelen over een ziekte waar je niet om hebt gevraagd. Een eetstoornis is niet iets waar je om vraagt. Laat je kind weten dat je zelf zult uitzoeken hoe je het financieel en qua tijd zult regelen.
- Als je af en toe toch gevoelens van moeheid, frustratie, etc. hebt als gevolg van het zorgen voor je kind, laat hem of haar dan weten dat het niet zijn of haar schuld is. Je zou hetzelfde doen voor elke andere ziekte.
- Veel ouders hebben moeite met het bedriegen dat gepaard gaat met een eetstoornis. Een anders zo eerlijk kind kan simpelweg gewoon liegen of ze wel of niet gespuugd heeft of andere dingen heeft gedaan met betrekking tot ‘verkeerd eetgedrag’. Dit gedrag komt aan het licht tijdens de behandeling. Het is beter om niet boos te worden maar uit te leggen dat je de eetstoornis beter wilt begrijpen wat heeft geleid tot het liegen en zo een eerlijk antwoord krijgen. Of je kunt het vragen als ze hier en daar wat laten zien over zijn of haar eetstoornis.
- Als je praat over de eetstoornis, richt je dan op het oplossen van het probleem en niet op de oorzaken ervan. Terwijl schuld een gevoel is dat verklaard moet worden, het denken achter het schuldgevoel hoeft dat niet. Het kan ontmoedigend werken op de gedachten van je kind dat hij of zij iets verkeerd heeft gedaan in het hebben van een eetstoornis.
- Als er conflicten in de familie komen over wat het beste is voor het kind, laat het kind dan weten dat het een conflict tussen ouders is en niet tussen ouders en kinderen of familie. Deze conflicten gaan vaak over hoe de ouders met elkaar kunnen omgaan en niet over het omgaan met het kind met een eetstoornis.
- Familiebehandeling is nodig in het behandelingsproces, behalve als het niet geadviseerd is om familie erbij te betrekken. Meestal is het zo dat ouders bij het proces betrokken worden. Daag jezelf uit voor een goede partner in het samen verhelpen van de eetstoornis en accepteer positieve veranderingen die nodig zijn. Beschuldig je kind niet over het feit dat ‘je hierin verzeild’ bent geraakt, maar probeer de behandeling in een positief daglicht te stellen.
- Help je kind accepteren dat professionele behandelaars te vertrouwen zijn in hun werk. Soms voelen kinderen zich schuldig om zich bloot te geven qua gevoelens of over zijn of haar ouders zwakheden en kwetsbaarheden. Alhoewel het niet nodig is om ‘alles te vertellen’ tegen behandelaars die zijn niet vertrouwen of kennen, vooral in het begin, het afraden om raad het kind af om bepaalde dingen voor zich te houden. Dit kan behandeling in de weg staan.
Bron: eetstoornis.be
Oorspronkelijke tekst: Cristen E. Haltom, Ph.D. Voice: 607-272-6750 Fax: 607-266-6414 Web: https://www.drhaltom.com © Copyright Cristen E. Haltom. All rights reserved.