Hechting en hechtingsproblemen

Toen ik drie dagen oud was ging het plotseling helemaal niet goed met mij. Ik had hoge koorts en was erg ziek. Ik werd met spoed door een ambulance naar het ziekenhuis gebracht en er werd gevreesd voor mijn leven. Ik had een ernstige infectie en de dienstdoende arts wist niet of ik de nacht zou overleven. Wonder boven wonder overleefde ik de nacht en was er weer hoop. Ik kwam drie weken lang in een couveuse te liggen. Mijn vader kwam iedere dag naar het ziekenhuis om melk te brengen. Mijn moeder was nog aan het herstellen van de bevalling en kon niet regelmatig mee. Ik zal nooit weten of dit invloed heeft gehad op mijn hechting als kind, maar bekend is wel dat couveuseverblijf, waardoor er weinig of geen lichamelijk contact heeft kunnen plaatsvinden tussen ouders en kind, van invloed is op een veilige hechting.

Hechting is de duurzame affectieve relatie tussen een kind en één of meer opvoeders. Er is altijd sprake van een hechtingsrelatie, alleen is deze dus niet altijd veilig. Als je als kind veilig bent gehecht, dan heb je als baby geleerd dat je ouders of verzorgers onvoorwaardelijk van je houden en dat je ze volledig kunt vertrouwen. Je hebt gekregen wat je nodig had: voldoende eten, drinken en liefde. Je weet dat je ouders er voor je zijn, dat ze voor je zorgen en dat je ze kan vertrouwen, wat maakt dat je als kind stapjes de wereld in durft te zetten. Je durft te ontdekken, te vallen en weer verder te kruipen. In stressvolle situaties zoek je als kind de nabijheid van personen aan wie je bent gehecht. Zij zijn de veilige haven van waaruit je de wereld ontdekt.

bron: Pixabay cc

Als er iets mis gegaan is in de hechting, dan kan dit voor problemen zorgen. Je mist dan namelijk een soort van basisvertrouwen. Je zal je hierdoor als kind extreem vastklampen aan je verzorger of je juist heel afstandelijk en onverschillig gedragen. Op latere leeftijd zal je moeite hebben met het aangaan van relaties. Je bent emotioneel wat minder stabiel, hebt een negatief zelfbeeld en je hebt wellicht problemen met gezag. De ernst van deze problemen kan flink uiteen lopen.

Er zijn verschillende oorzaken voor het niet goed verlopen van de hechting van een kind. Hieronder vind je een paar voorbeelden van oorzaken waardoor een kind niet goed gehecht kan zijn:

• Ouders met psychische of relatieproblemen
• Ouders die zelf kampen met hechtingsproblematiek
• Ouders die niet gevoelig zijn voor de signalen van een kind.
• Verwaarlozing of mishandeling
• Extreme stress binnen het gezin
• Wisselende relaties van de verzorger
• Ouders die geen ruimte geven om te ontdekken

Als je niet veilig bent gehecht betekent dit niet automatisch dat je op latere leeftijd een hechtingsstoornis krijgt. Ruim een kwart van de bevolking kampt met hechtingsproblemen, maar slechts 1% van de bevolking kampt met hechtingsproblematiek. Hechtingsproblemen zijn veelal wel te behandelen, maar bij een hechtingsstoornis ligt dit een stuk ingewikkelder. Bij een kind met een hechtingsstoornis is er vanaf de geboorte al geen sprake geweest van enige hechting, bijvoorbeeld als gevolg van wisselende opvoeders. Bij een kind met hechtingsproblemen is er wel sprake geweest van hechting, maar is dit ergens gedurende de opvoeding mis gegaan.

De manieren waarop een kind is gehecht kunnen worden ingedeeld in vier categorieën, 4 hechtingstypen: vermijdend, veilig, afwerend en angstig gedesoriënteerd. De manier waarop je als kind gehecht bent heeft invloed op je latere relaties. Dat betekent niet dat je hier niet aan kan werken of dat je altijd problemen zult houden met relaties. Deze hechtingsstijlen zijn geen van allen diagnoses of ziektebeelden, enkel manieren waarop een kind zich heeft aangepast aan zijn of haar situatie. 

1. Veilig gehechte kinderen (ongeveer 60 tot 70%)
Dit kind is evenwichtig in het onderzoeken van de wereld en het zoeken van toenadering tot de moeder. De ouders zijn gevoelig voor de signalen van het kind, staan hiervoor open en werken samen. Op latere leeftijd voel je je zelfverzekerd in relaties. Je gaat graag een relatie aan, stelt je open op en je bent niet heel bang om verlaten te worden.

2. Onveilig – Vermijdend gehechte kinderen (ongeveer 20%)
Dit kind reageert nauwelijks als de moeder terugkomt van weggeweest. Hij komt zelfstandig over en vermijd nogal eens het contact met de moeder. Het kind doet weinig beroep op de moeder omdat hij eerder afgewezen is en moeder weinig gevoelig is voor de signalen van het kind. Er is van de kant van de moeder snel sprake van irritatie en moeite met fysiek contact. Hierdoor hecht het kind zich zo minimaal mogelijk.

Op latere leeftijd heb je moeite met het aangaan van intiem contact met anderen. Je houdt liever wat afstand en je laat vooral je verstand spreken in plaats van je gevoel. Verder is de neiging tot je terugtrekken groot als je het gevoel hebt dat er te veel van je wordt verwacht. Bindingsangst speelt hier een grote rol.

3. Onveilig – Ambivalent gehechte kinderen (ongeveer 10%)
Dit kind zoekt veel toenadering tot de moeder en onderzoekt maar weinig. Het kind probeert constant in de buurt van de moeder te blijven en reageert heftig indien deze afwezig is. Ze kan niet goed alleen spelen en stelt zich ambivalent op naar de moeder. Er is angst om verlaten te worden, maar ook boosheid door afwijzing. De ouder is niet op de juiste momenten gevoelig voor de signalen van het kind, is wat onvoorspelbaar en vaak niet bereikbaar. 

Op latere leeftijd ben je in relaties veelal heel open over je gevoelens en je zoekt intimiteit. Je hecht je relatief snel aan je partner en voelt je alleen zonder de partner. Er is veel drang naar bevestiging vanuit onzekerheid, waardoor nogal eens sprake kan zijn van jaloezie en claimend gedrag. Tenslotte kan verlatingsangst een grote rol spelen.

4. Onveilig – Gedesorganiseerd gehecht (ongeveer 15%)
Dit kind heeft wisselende verwachtingen rondom de beschikbaarheid van de moeder waardoor huilen en lachen elkaar in kort tempo kunnen opvolgen. Het kind reageert wisselend op de terugkomst van moeder. De ouder is onvoorspelbaar en er is nogal eens sprake van mishandeling of onverwerkt trauma aan de kant van de ouder.

Op latere leeftijd ben je in relaties veel bezig met aantrekken en afstoten. Je hebt moeite met intimiteit, maar ook afstand en wisselt hierdoor steeds in je gedrag en wens naar je partner. Je kunt hierin geen evenwicht of middenweg vinden.

Hoe verder na een onveilige hechting?

Het begint allemaal bij wéten dat je niet veilig gehecht bent. Je bent waarschijnlijk onzeker als je een relatie aangaat, je bent bang voor afwijzing en hebt moeite met intimiteit. Misschien ben je door al je onzekerheid liever alleen, omdat dit een stuk makkelijker en veiliger voelt. Gelukkig kan je werken aan je hechtingsstijl. Deze is namelijk niet onveranderbaar. Het aangaan van langdurige relaties met mensen met een veilige hechtingsstijl kan de invloed op jouw onveilige hechtingsstijl in je relaties nu verminderen. 

Het is goed om te onderzoeken wanneer jouw onveilige hechtingsstijl een rol speelt. Heb je hier vooral last van als je iemand net leert kennen of speelt dit meer als je al langer een relatie met iemand hebt? Heb je de neiging om heel erg afstand te houden en wijs je snel mensen af of stort je je juist heel snel in een relatie en voel je je al snel volledig afhankelijk van de persoon met wie je een relatie aangaat? Als je weet wat jouw gedragspatroon is, kan je eraan werken.

Veelal speelt een tekort aan zelfvertrouwen een grote rol. Het is daarom sowieso belangrijk om te werken aan je zelfvertrouwen. In deze blog lees je meer over tips voor meer zelfvertrouwen. Door met een positievere blik naar jezelf én de omgeving te kijken, zal het aangaan van relaties ook eenvoudiger worden. Als je een onveilige hechtingsstijl hebt kan je uit angst of wantrouwen soms in een impuls dingen ondernemen richting een ander persoon. Denk bijvoorbeeld aan de ander steeds controleren of plotseling weggaan bij iemand. Als je je bewust bent van jouw negatieve gedachtes die horen bij je onveilige hechtingsstijl, kan je dit soort impulsen uitstellen of zelfs gaan negeren.

Tenslotte is het heel belangrijk om over dit alles te praten met je partner. Samen kan je eraan werken en kan je rekening houden met elkaar. Je partner kan je erop wijzen als je in een valkuil stapt of je beter begrijpen als het mis gaat. Kom je er samen niet uit, dan is het waardevol om professionele hulp te zoeken. 

Verlatingsangst
Bij verlatingsangst denk je misschien al snel aan een kind die in paniek raakt als haar moeder weggaat. Verlatingsangst ofwel separatieangst is een psychische aandoening die zich bij kinderen kan ontwikkelen, maar ook bij jong volwassenen en volwassenen kan voorkomen.

In de DSM-5 is de aandoening ingedeeld bij de angststoornissen. Het gaat bij separatieangst om buitensporige angst of vrees om gescheiden te worden van belangrijke hechtingsfiguren. De mate waarop iemand last heeft van verlatingsangst kan flink verschillen. In de meest extreme vorm zal iemand alleen kunnen functioneren als die samen met de ander is. Verlatingsangst kan op allerlei manieren tot uiting komen. Denk bijvoorbeeld aan extreme jaloezie richting de partner, bemoeizucht, blijven hangen in relaties die niet goed voor je zijn en niet uit huis durven gaan.

Bindingsangst
Er is sprake van bindingsangst als er in intieme relaties moeite is om zich te hechten aan iemand, uit angst verlaten of gekwetst of afgewezen te worden. Het gaat dan niet over het “normale” angstgevoel dat iedereen weleens heeft als een relatie wat serieuzer wordt. Immers hoe meer je om iemand gaat geven hoe groter ook vaak de angst dat je het kwijt kan raken. Een beetje zweethandjes mag je best krijgen als je besluit te gaan samenwonen, maar vaak overheerst het blije gevoel van samen zijn. In dat geval is er ook voldoende vertrouwen in elkaar om die stap te zetten. Bij bindingsangst gaat het over een extreme angst. Een angst die maakt dat je niet meer goed kan nadenken en maar 1 oplossing ziet en dat is stoppen of afstand houden. Je houdt plotseling afstand van de ander en verschuilt je veelal achter allerlei excuses.

Onveilige hechtingsstijl en in therapie
Als je een onveilige hechtingsstijl hebt, zal je hier ook in therapie mee moeten leren omgaan. Dit heeft invloed op de manier waarop je open staat voor hulp of hulp accepteert. Als je veilig gehecht bent, zal je minder moeite hebben met een hulpvraag communiceren en bij jezelf te blijven in het contact met de therapeut.

Ben je vermijdend gehecht, dan zal je de neiging hebben om je problemen zelf te willen oplossen. Hierdoor zal je hulp die je wordt aangeboden sneller afwijzen. Je bent bang voor autonomie verlies. Je bent je minder goed bewust van je eigen behoeften en die van anderen en je bagatelliseert je problemen. Je bent niet gewend aan troost en vlucht hierdoor voor pijnlijke ervaringen. De oorzaak van je problemen leg je eerder buiten jezelf. Door dit alles kan je binnen de hulpverlening overkomen als niet gemotiveerd en niet in staat om naar zichzelf te kijken. Het is belangrijk dat een therapeut inziet dat dit gedrag voortkomt uit angst voor autonomie verlies en angst voor afwijzing.

Ben je angstig/gepreoccupeerd gehecht, dan zal je je klachten behorend bij jouw problematiek maximaliseren en zal je je afhankelijk opstellen naar de hulpverlener. Je bent heel bang om afgewezen te worden en je gevoel van eigenwaarde is afhankelijk van wat de ander zegt en doet. Je bent constant op zoek naar geruststelling, bevestiging. Het is van belang dat de therapeut binnen duidelijke grenzen een gevoeg van veiligheid creëert.

Ben je gedesoriënteerd/gedesorganiseerd onveilig gehecht, dan heb je helaas de meeste kans op problemen. Het is belangrijk dat de therapeut ook spreekt over deze patronen zodat destructieve reacties binnen de relatie begrijpelijk voor je worden en dat je je hier bewust van wordt.

Mocht er regelmatig iets niet goed verlopen in het contact met je therapeut, dan is het van belang om hier met elkaar over in gesprek te gaan.

Deze blog kwam oorspronkelijk online in 2019.


Kom bij Proud2Bme gratis en anoniem in contact met lotgenoten, ervaringsdeskundigen, psychologen en diëtisten. Op ons forum kun je jouw verhaal delen en/of vragen stellen. Ook kan je dagelijks met ons chatten (de agenda vind je hier). Wij staan voor je klaar.

Redactie

Geschreven door Redactie

Reacties

31 reacties op “Hechting en hechtingsproblemen”

  1. Ik heb vroeger toen ik nog geen 1 jaar was, ook lange tijd in een couveuse gelegen. Ik had heupdysplasie (mijn heupkop zit niet goed op zijn plaats) en moest enkele maanden in ziekenhuis liggen om dat te herstellen. Ik denk dat dat wel mee een oorzaak is van mijn hechtingsproblemen. Mijn hechtingsmoeilijkheden gaan altijd wel aanwezig zijn in mijn leven, maar het is wel al een beetje beter dan enkele jaren geleden.

  2. Ik heb helaas een hechtingsstoornis , vind dit erg lastig.
    Want ik wil niet inzien dat het door mijn opvoeding komt, dat geeft teveel schuldgevoelens naar mijn moeder toe.

  3. En dus is dit de schuld van de ouders? Lekker makkelijk iemand aanwijzen omdat je onzeker bent enz… ik geloof hier niet in vond het ergens zelfs heel naar als iemand hier over praat. Elke ouder en verzorger doet zijn best en geeft onverwaardelijke liefde.

    1. Anoniem: Mijn moeder verliet ons gezin toen ik 5 jaar was…..kwam geregeld weer eens “buurten”bij ons, om daarna weer te vertrekken…tja de stelling ieder ouder onvoorwaardelijke liefde geeft…niet voor iedere ouder opgaat, daarnaast was mijn moeder een narcist….en “hield” bij tijd en wijlen van haar kinderen als haar wat opleverde van haar kinderen…Heeft er wel voor gezorgd dat ik eigenlijk nooit aan iemand durfde of kon hechten…Conclusie: soms zijn ouder wel degelijk de “schuld”.

      1. Ik ben zelf een moeder, die haar dochter een onveilige hechting heeft gegeven, mede doordat ik zelf een depressie had.
        Huizenhoge schuldgevoelens hierover.
        2 jaar geleden zat dochter zelf in therapie, vanwege een depressie.
        Ik begreep toen dat zij zich langere tijd onveilig heeft gevoeld toen zij nog klein was, wat dat met je als moeder doet, is onbeschrijfelijk.
        Onder erge huilbuien heb ik haar mijn excuses aangeboden.
        Samen zijn we toen een keer naar een psycholoog geweest.
        Nu is de band tussen haar en mij goed.
        Als je als moeder beseft, dat je grote fouten hebt gemaakt in haar jeugd, is het beter om erover te praten, hoe moeilijk dat ook is.
        Maar soms blijft het aan mij knagen.

        1. Ookal kan het komen door dat je moeder moest herstellen! ik vind het fout om de schuld op de moeder te leggen! want zij kan er ook niks aan doen!

  4. Ik heb dit geleerd op school, in gedragswetenschappen, klopt wel.

  5. Volgens mij gaat het hier niet zozeer om schuld. Maar soms kunnen ouders gewoon niet geven wat een kind nodig heeft, bv omdat ze het zelf ook nooit geleerd hebben.

    En dat elke ouder of verzorger onvoorwaardelijke lirfde geeft en zijn best doet is helaas pindakaas gewoon niet waar. Was dat maar zo. Maar het grootste deel gelukkig wel.

  6. @anoniem
    Ik citeer deze zin even : “Als er iets mis gegaan is in de hechting, dan KAN dit voor problemen zorgen.

    Ik vind dit juist een erg goede blog, en ik weet zeker dat dit niet een blog is bedoeld om dus schuld aan de ouders te geven.

  7. Heb ook hechtingstoornis

  8. Mooi geschreven.
    Zul je alleen zien dat iedereen hier weer gaar denken dat hij/zij dit ook heeft.
    Dat vind ik wel een heel sterk nadeel van zulke blogs..

  9. Welke hechtingsstijl heb je dan als je je sterk aan je therapeut hecht? Of hoef je niet per se onveilig gehecht te zijn als je last hebt van overdrachtsgevoelens?

  10. Dat vroeg ik me ook af.. In hoeverre blijven het overdrachtsgevoelens of kan dat ook een hechtingsstijl zijn? Of staat het met elkaar in verbinding?

  11. Ik heb sterk gedesoriënteerd gehecht. Heb daar nu nog steeds last van, maar sinds een paar maanden weet ik dat dit -ook- speelt.

    Ik heb in het begin van mijn behandeling de diagnoses Afhankelijke PS en Ontwijkende PS gehad. Maar kennelijk zijn dat slechts uitingen van mijn hechtingsproblematiek (die diagnoses zijn ook vrij snel weer geschrapt want die psychiater was een enorme prutser)…

    Goede blog, goed dat er aandacht voor is!

  12. Ik geloof er gewoon niet in. Het is veelste achterhaald en hokjesplaatsend. Alsof alles uit je gedrag te verklaren is. Ik vind het onzin om zoiets te zeggen over je vroege jeugd. Sterker nog ik vind het knap dat mensen kunnen zeggen je bent niet goed bent gehecht.. wie was er bij? Wie heft enigzins bewijs dat daar iets mis is gegaan behalve ernstige mishandeling/verwaarlozing. Want als daar sprake van is geloof ik wel dat dit je verdere leven beinvloed op verschillende factoren.

    Verder vind ik het lulkoek en zeer beschuldigend tegenover de ouder/verzorger.

  13. @Anoniem: Het is ergens wel een beetje gek dat er dan wel veel wetenschappelijk onderzoek is naar hechtingsstoornissen. Deze onderzoeken, experimenten tonen wel aan dat het ontbreken van waar het kind nood aan heeft, omdat de opvoeder het misschien nooit zelf gehad, geleerd heeft, leidt tot bepaalde problematieken die hierboven omschreven zijn.

    Dit zijn observaties en niet beschuldigen. Als een kind bijvoorbeeld in haar kindertijd geen aandacht krijgt van haar moeder, dan zien we in die experimenten duidelijk dat het kind op latere leeftijd ofwel zich aan niemand hecht of heel chaotisch is in hechting. Ergens zit daar dan toch een grond van waarheid in?

  14. Heel waardevol artikel, Scarlet. Veel herkenning.

  15. Heel waardevol blog! Veel herkenning en maakt voor mij veel duidelijk. Dankjewel Scarlet!

  16. @Anoniem: maar vind je alleen dit hokjesplaatsend of ook wanneer iemand in het hokje anorexia of borderline wordt geplaatst -dan ook?

    Je reageert best fel/stellig – hoe komt dat?

  17. Doen ze niet overal onderzoeken in? Proberen de wetenschappers niet alles te verklaren? Bestaat er ook nog zoiets als: zo ben ik gewoon? Ik vind dit zover gezocht namelijk. Door bepaalde gedragingen wordt verwezen naar het verleden. Zelfs zo vroeg terug dat het kind het zich misschien niet eens herrinnert. Dat vind ik gewoon tever gaan.

  18. Ik vind het fijn dat er over relatieproblemen geschreven wordt, omdat het zo belangrijk is.Alleen vind ik de manier waarop dit wordt gebracht heel oppervlakkig en kort samengevat.Je kunt met deze informatie zo weinig ,vind ik.

  19. Jammer dat er zo’n heftige reactie komt.
    Dat vind ik best naar, want wij met die diagnose vinden dit best al moeilijk genoeg.

  20. Ik vind het wel belangrijk dat als je dit herkent je je niet als een slachtoffer gaat voelen ,maar je eigen verantwoordelijkheid neemt.

  21. Je hoeft niet gelijk zo fel te reageren. Er zit gewoon een kern van waarheid in, dat het kind zich het niet kan herinneren betekend niet dat het er niet is. Hoezo is het lulkoek en beschuldigend tegenover de ouders/verzorgers? Er wordt nergens met een vinger gewezen, feit blijft gewoon dat sommige dingen die gedaan worden niet altijd in andermans voordeel uitpakken. Niks beschuldigends aan.

    Als ik zoals jij beredeneer, dan is borstvoeding even gezond als flesvoeding om maar een voorbeeld te noemen want ja kinderen groeien er allebei wel van terwijl borstvoeding het gezondst is. En er zijn genoeg kinderen die bij hun geboorte te weing zuurstof kregen en daardoor niet optimaal kunnen presteren later (bewezen) maar ja die kinderen zijn gewoon dom en doen niet hun best op school. Dit klinkt toch ook allemaal belachelijk?

    Mensen met een hechtingsstoornis hebben het al zwaar genoeg en dat jij er door getriggerd wordt zoals ik op kan maken uit je heftige reactie betekend niet dat jij anderen maar mag bestempelen als aanstellers en ze een slecht gevoel te geven door te zeggen dat dit lulkoek is. Anders kan je net zo goed zeggen dat een depressie een dipje is en anorexia een dieet. Slaat ook nergens op of wel soms?

  22. Ik ben geen psychologe hoor maar die anoniem die hier zo fel in de verdediging gaat heeft duidelijk wel een reden om hier mee te praten en er over lezen…..Het is een lastig probleem en wordt niet door iedereen hetzelfde ervaren. Ook omdat er voor een aantal kenmerken veel overlap is….Gaat ook niet om het beestje een naam te geven maar denk dat je wel van jezelf weet dat er iets is aan jezelf dan bij anderen. Anders zat je hier niet….. Denk maar zo als iedereen zich meer met zijn eigen problemen zou bezig houden dat ie al genoeg te doen heeft en niet bij de ander proberen zijn gebreken te benoemen.Als het een naampje heeft heb je wel handvatten om je leven een stuk aangenamer te maken….

  23. Hallo mijn zoontje is net 22 maanden oud. Net van de kinderpsycholoog te horen gekregen dat hij een hechtingsstoornis heeft. (Vele malen in ziekenhuis geweest, vlug geboren, narcose….). Hij heeft slaap en eetstoornis.
    Ik zelf voel me gefaald als moeder maar toch doen we alles wat we kunnen…. liefde, vertrouwen, nooit alleen gelaten in het ziekenhuis. …
    ben zo bang voor de toekomst.

    1. je berichtje raakt me liesbeth. Hij is nog zo klein en vind het wel wonderlijk dat ze nu al zulke uitspraken doen aan de ene kant. Kan het niet zijn dat hij alle ervaringen nog aan het verwerken is en dat dat uitwerking heeft of slaap en eten? Als ik zelf stress ervaar boet het ook direct in op die twee dingen. Nou, alle liefs en goeds voor jullie en zou niet teveel waarde hechten aan een diagnose nu al, ze kunnen er zomaar naast zitten. Zou niet de eerste keer zijn. Veel geluk en sterkte!

  24. hallo ik volg de laste tijd een therapie met een begeleider. hij heeft echt me te doen, en toen zei je hebt een plekje in mij hart en ik raakte echt best wel in paniek van ow jee en nu want ik kende dat gevoel niet en ik werd er best verdrietig van en dacht jeetje je komt wel heel erg dicht bij nu

    kan dat komen dat ik eerst door mij oma mij heeft verzorgd want ik heb geen band met mij eigen moeder en de rest van de familie ook eigenlijk niet en nu dat mij oma overleden is zins en nu hebt ik het gevoel ik ben alleen en alles andere mensen er voor mij willen zijn dan vind ik het weer eng van ja dat wil ik eigenlijk niet want daar woord ik erg verdrietig van

  25. Ik was 4 toen Mn ouders gingen scheiden en toen heb ik mijn moeder lang niet gezien. Daardoor heb ik nu hechtingsproblematiek . Ik heb nog steeds veel teraphie

  26. Heb 2 getraumiteerde ouders uit de 2e WO.
    Moeder heeft al vroeg op kostschool gezeten.

    Wantrouwen en mijn gevoelens bij bepaalde situaties wegdrukken heb ik mij aangeleerd.
    Mijn moeder deed zich voor als een sterke vrouw maar zag naar mate ik ouder werd dat zij in bepaalde situaties haar emoties ook wegdrukte en meer vaarde op haar verstand.
    Iets wat ik in mijzelf herkende.
    Ook kritiek vatte ik in bepaalde situaties al gauw persoonlijk op. En was zelf ook kritisch op anderen. En werd ik niet serieus genomen dan werd ik daar onrustig van. Zag dat bij mijn moeder ook.

    Iedere keer waren mijn verstand en gevoelens in strijd met elkaar. Ik werd er onzeker door.
    Zag bij mijn vrienden dat zij er makkelijker mee omgingen. Bij mijn vrienden thuis zag ik dat er heel anders werd omgegaan, hun ouders lieten hun kinderen zelf de keuze maken. Bij mij was de autonomie ver te zoeken. Vroeg ik mijn moeder om advies dan moest ik mij er gehoor aan geven. Toch iets te maken met: als ik dat niet deed dat ze zich niet serieus genomen voelde. Gevolg van haar oorlogstrauma?

    Ondanks dat ik zelfinzicht heb en kan relativeren had ik moeite met bepaalde bepaalde situaties. Met name in situaties waarbij mensen dicht bij mij stonden.

    Wilde mijn problemen zelf oplossen maar vervolgens hulp gevraagd.
    Door mijn zelfinzicht kon ik mijn problemen goed in kaart brengen. En kreeg ik tools aangereikt hoe met mijn problemen om te gaan. En na therapie ga ik beter om mijn gevoelens en verstand, ze zijn meer in balans.
    Geef nu beter en makkelijker mijn grenzen aan.

    Het is een soort van overlevingsstrategie die je als kind zelf aanleert. Door omstandigheden zijn deze ontstaan. Ieder kind reageert anders op de opvoeding die zij hebben genoten.
    Mijn ouders hebben in hun ogen het beste ervan gemaakt om hun kinderen zo goed mogelijk op te voeden.

    Ik kom mensen tegen die geen leuke jeugd hebben gehad. In verhouding met mijn jeugd valt die van mij nog wel mee. Een ouder die alcoholist was en noem maar op.
    Als ik met ze praat dan herken ik duidelijk de patronen en wat het met ze doet of gedaan hebben.

    Van mij mag iedereen een mening hebben.
    Zolang dat maar op een respectvolle wijze gebeurt.
    Mijn ouders geef ik niet de schuld. Het zijn de omstandigheden (traumatische ervaringen van mijn ouders) die ertoe hebben geleid dat ik zo gevormd ben/ mijzelf gevormd heb destijds. Mijn denkpatronen van destijds zijn niet meer de denkpatronen van nu.

    Voor mij staat vast dat de hechtingstheorie een belangrijk gegeven is.
    Waar ik veel van geleerd heb.

    1. Ik herken me heel erg in jouw verhaal. Ik ben ook vrij zelfbewust en kan mijn gevoel volledig ontleden. dit maakt voor mij de kloof tussen gevoel en verstand groter. Ondanks dat ik een gevoelsmens ben, durf ik hier niet op te vertrouwen. Ik denk dat deze oorzaak in mijn jeugd ligt; niet het idee hebben dat ik ooit iets goed deed, en daar heb ik door de kritische houding van mijn ouders ook vaak bevestiging in gekregen. Ik ben nu zelf ook erg kritisch, en mijn verstand is mijn gevoel gaan wantrouwen.

      Maar het is verre van waar dat ik mijn ouders hier de schuld van geef. Ouders zijn ook mensen, en mensen kunnen en mogen fouten maken. Daar leren we dan weer van. Dat vind ik het belangrijkste.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *