Op de middelbare school moesten we op een gegeven moment allemaal een vragenlijst invullen. Deze vragenlijst ging over faalangst. Uit mijn antwoorden op de vragen bleek dat ik daar last van had. Daarom kreeg ik een paar gesprekken met een coach. Ik herinner me vooral dat ik moest visualiseren dat ik op een fijne plek zat. Hoe goed het ook bedoeld was, voor mij voelde het destijds een beetje onzinnig en lachwekkend. Toch hebben veel kinderen last van faalangst en kunnen ze daar wel degelijk wat hulp bij gebruiken. Wat kan je doen als jouw kind faalangst heeft?
Wat is faalangst?
Een beetje angst om te falen is normaal en gezond. Dat is een motivatie om ergens ons best voor te doen. Angst om te falen is op zich geen probleem, maar een extreme angst om te falen kan wel een probleem worden. In dat geval kan je spreken van faalangst. Volgens dit artikel op Proud2Bme is faalangst in te delen in drie verschillende groepen:
- Cognitieve faalangst, waarbij je angsten hebt met betrekking tot je leervermogen;
- Sociale faalangst, waarbij de angst te maken heeft met contact met anderen;
- Motorische faalangst, wanneer je bang bent dat de motoriek van je lichaam je in de steek laat.
Faalangst heeft vaak te maken met een gebrek aan zelfvertrouwen. Ook heeft het te maken met welke gevolgen je denkt dat jouw falen heeft. Als je zou falen en het had geen gevolgen, dan zou er niet zo veel ergs aan zijn. Maar als jouw falen (in jouw ogen) heel heftige gevolgen heeft, wordt de angst ervoor alleen maar groter. Bijvoorbeeld de angst dat anderen je uit zouden lachen, boos zouden worden of je zelfs in de steek zouden laten als je faalt. Of de angst dat heel je leven verpest raakt, omdat jij ergens niet goed genoeg in bent. Wanneer je dat soort gedachten of overtuigingen hebt, maakt dat de angst vele malen groter.
In de meeste gevallen heeft falen helemaal niet zo’n grote impact op ons leven. We falen allemaal wel eens ergens in. Toch kan het idee dat het heel veel uitmaakt in iemand hoofd ontstaan. Zeker bij jongeren zie je dit vaak, omdat er in de pubertijd veel op hen afkomt. Wanneer je wat ouder bent, leer je de dingen vaak wat meer in perspectief zien, omdat je al wat meer hebt meegemaakt. Dit is wat ik zelf ook wel ervaar. Toen ik begon met puberen, had ik veel last van faalangst. M’n ouders wilden me hierbij steunen, maar vonden dat wel lastig. Om eerlijk te zijn, vond ik het zelf ook erg lastig om om hulp te vragen en te bedenken wat ik nodig had. Ik was immers ook aan het puberen en ontwikkelde een eetstoornis. Daarom schrijf ik in dit artikel een aantal tips op voor ouders die een kind hebben met faalangst.
Hoe herken je faalangst?
Niet iedereen reageert hetzelfde op faalangst. In de blog ‘Niks doen door faalangst‘ schrijft Hannah hoe de faalangst haar als het ware verlamde. Dit herken ik zelf ook heel erg. Door mijn faalangst begon ik liever ergens niet aan, of liepen de emoties enorm hoog op wanneer ik aan een taak begon. Gefrustreerd en compleet in tranen zat ik achter mijn huiswerk. Waarom? Voor mij ging dit vaak heel onbewust. Het gebeurde gewoon, leek wel. Hierdoor kregen mijn ouders – maar ook ikzelf – het idee dat ik gewoon lui, opstandig en ongeïnteresseerd was. Een beeld dat misschien ook wel bij iemand in de puberteit past. Dit maakte het soms ook wel lastig om je vinger er op te kunnen leggen.
Faalangst kan zich ook op een andere manier uiten. Zo kan het ook zijn dat iemand juist gaat overcompenseren door erg aanwezig te zijn, extreem zijn best te doen en daarmee ook zijn grenzen overgaat. Dit wordt vaak lastig herkend als faalangst, omdat alles ogenschijnlijk goed lijkt te gaan. Iemand doet gewoon keihard zijn best en haalt misschien wel heel goede cijfers. Toch ervaart zo iemand psychisch vaak veel stress, angst en onzekerheid. Dit kan een grote invloed hebben op iemands stemming en zelfbeeld. Veelvoorkomende lichamelijke symptomen bij faalangst zijn: misselijkheid, buikpijn, een hoge hartslag, een snelle ademhaling, zweten en vaak naar de wc moeten.
Het is best lastig om faalangst bij iemand te herkennen. Sterker nog; ik vond het zelfs bij mezelf lastig om te herkennen. Mijn school kreeg het vermoeden door mij een vragenlijst in te laten vullen. Zo’n soort test kan je ook hier vinden. Ik was best verrast door die uitslag. Faalangst? Ik? Het verklaarde absoluut de hevige emoties en het uitstellen van het leren. Dat ik later de diagnose ADHD kreeg, was wederom een puzzelstukje dat op zijn plek viel. Kinderen met dyslexie, ADHD of autisme hebben grotere kans om faalangst te ontwikkelen. Dit geldt ook voor kinderen in een onstabiele thuissituatie of kinderen in een omgeving waar prestatiedruk erg hoog ligt. Dit komt omdat ze het gevoel hebben dat ze tekort schieten of dat de resultaten die ze behalen extreem belangrijk zijn.
Maak het niet te groot
Iemand met faalangst heeft vaak het idee dat het heel veel uitmaakt of je iets wel of niet goed doet. Juist daarom is het belangrijk om het niet te groot te maken. Wees niet te negatief, maar ook niet overdreven positief over de prestaties van je kind. Je wilt je kind misschien aanmoedigen om z’n best te doen. Of je wilt een compliment geven wanneer iets goed is gegaan. Dat mag zeker en dat is ook goed, maar maak er geen enorm ding van. Hierdoor kan je namelijk juist de bevestiging geven dat het inderdaad heel erg belangrijk is om niet te falen. Dit maakt de spanning vaak alleen maar groter.
Welke verwachtingen heb je van je kind?
Faalangst heeft vaak ook te maken met de verwachtingen die iemand van zichzelf heeft. Als jij al denkt dat je iets niet kan, motiveert dat niet om iets toch te doen en is de angst om te falen groter. Iemand met faalangst heeft eigenlijk al het gevoel dat hij niet voldoet. Daarom is het belangrijk om op te letten welke verwachtingen jij bewust of onbewust uit naar je kind. Stel niet te hoge verwachtingen aan je kind, want als jouw kind het gevoel heeft daar niet aan te kunnen voldoen, zal deze het gevoel hebben zijn ouders teleur te stellen. Pas ook op met te lage verwachtingen van je kind, want daarmee kan je onbedoeld bevestigen dat jij ook niet gelooft in het kunnen van je kind.
Wees een goed voorbeeld
Kinderen krijgen veel meer mee dan je denkt. Wees daarom een goed voorbeeld voor je kind. Dit kan je doen door te laten merken dat ook jij dingen aangaat die je spannend vindt of waar je onzeker over bent. Ook de manier waarop thuis met eventuele tegenslagen om wordt gegaan, kan voor een kind een groot verschil maken. Dit sluit eigenlijk wel aan bij de kopjes waarin ik spreek over verwachtingen en de zaken niet groter of kleiner maken dan ze zijn. Dit geldt voor je kind, maar dus ook voor jezelf.
Neem het serieus
Faalangst is geen kwestie van ‘niet aanstellen’ of ‘gewoon een vervelende puber die geen zin heeft’. Neem de klachten van je kind serieus. Het is belangrijk dat er ruimte is om hierover te kunnen praten op een fijne en veilige manier. Voor zowel ouder als kind kan deze blog misschien goed zijn om te lezen. Zelf heb ik namelijk ervaren dat de zorgen die mijn ouders over mij hadden, vaak leidden tot frustraties en woede. Ik was dan ook geen makkelijke puber en had een behoorlijke handleiding die ik zelf niet eens uit kon leggen. We kunnen niet in elkaars hoofd kijken, maar we kunnen wel uitleggen wat er nu eigenlijk in ons omgaat.
Hulp zoeken en aannemen
Het kan zijn dat je kind het lastig vindt om met zijn ouders te praten. Vat dit niet persoonlijk op. Uit eigen ervaring kan dit heel goed komen uit een gevoel van schaamte en het feit dat je je ouders liever niet teleur wilt stellen. In dat geval kan je kijken of het mogelijk is dat je kind met iemand anders praat. Bijvoorbeeld met een mentor of vertrouwenspersoon op school of een andere vorm van begeleiding. Daarnaast is het denk ik belangrijk om te bedenken dat niemand perfect is. Dit geldt voor zowel kinderen als ouders. We zijn allemaal ook maar mensen. We doen allemaal ons best, maar we zullen ook wel eens met elkaar botsen. Het is helemaal niet gek of raar om daar hulp bij de vragen als je het gevoel hebt dat je er zelf niet uitkomt. Dat is geen falen in het opvoeden. In tegendeel, ik denk dat dat alleen maar heel goed, gezond en constructief is.
Heeft jouw kind faalangst en hoe gaan jullie daar mee om?
fotografie: pexels
Geef een reactie