Hoe herken je een eetstoornis bij iemand in je omgeving? Vaak hebben we een eetstoornis bij een ander pas laat door of zien we het helemaal niet. Voor iemand die zelf een eetstoornis heeft is hulp vragen ook ontzettend lastig. Dit komt door schaamte, schuldgevoelens, maar ook de angst om de controle te verliezen. De eetstoornis heeft immers ook een functie, je ontwikkelt die niet voor niets en dat maakt het lastig om het los te (durven) laten en aan de bel te trekken.
In de campagne ‘Het gaat niet over eten‘ deelt Patiëntenvereniging WEET aan de hand van verschillende, persoonlijke verhalen hoe een eetstoornis zich kan uiten. Met deze campagne wil WEET omstanders helpen om een eetstoornis eerder bij iemand te herkennen en zo het gesprek aan te gaan. Op hun campagnepagina delen ze meer handige informatie over hoe je signalen herkent en hoe je het gesprek kan aangaan bij zo’n gevoelig en kwetsbaar onderwerp.
Stiekeme eetbuien en stelen van je huisgenoten
Een eetstoornis voelt in eerste instantie sterk. Je hebt het gevoel controle te hebben. Controle die je elders in je leven waarschijnlijk ontzettend mist. Afvallen voelt sterk en krachtig. Dat je met een eetstoornis veel afvalt en weinig eet, is een stereotype beeld. Dat kan zo zijn, maar dat hóeft niet.
Sanne deelt in de eerste video over die behoefte aan controle. Hoe ze enorm haar best doet om zo mager mogelijk te eten en hoe dat leidt tot enorme eetbuidrang in de nachten. Die drang wordt zo sterk, dat je je niet meer kan beheersen. Alsof het zwart wordt voor je ogen, alsof je gek wordt. Je móet eten. Dat herken ik zelf ook heel erg.
En omdat die angst om aan te komen zo ontzettend groot is, omdat dat gevoel van controleverlies zo eng en overheersend is, moet het er ook weer uit. Door schaamte en schuldgevoelens deel je niet gemakkelijk over je eetstoornis. Je wringt je in alle mogelijke bochten om het geheim te houden. Sanne heeft boulimia. Hoe herken je dit en wat kan je doen?
Koken om de controle te behouden
Als iemand lekker bezig is met koken en graag komt helpen in de keuken, denk je misschien niet meteen aan een eetstoornis. Nee, iemand met een eetstoornis, die zou toch niet graag met koken bezig zijn? Koken kan juist een manier zijn om controle te hebben op het eten. Als jij bepaalt en als jij kookt, heb je ook meer te zeggen over hoe je kookt en hoeveel calorieën ergens in zitten.
Dat uit handen geven kan ontzettend veel stress geven. Dat ervaart ook Romy. Er ontstond steeds meer ruzie in de keuken, als het eten niet bereid werd op een manier die voor haar veilig voelde. Te vet, te veel. Daarnaast kan het koken een excuus zijn om te zeggen dat je tijdens het koken al veel hebt gegeten, om zo wat minder op te scheppen aan tafel. Je denkt misschien niet snel aan een eetstoornis als iemand met zo veel aandacht met koken bezig is. Tot het kwartje valt en je aan al die momenten terugdenkt. Hoe herken je dit en wat kan je doen?
Steeds meer sporten en niet durven eten
Gezellig samen sporten, want sporten is toch gezond? Je begint samen fanatiek. Het voelt goed en jullie zijn lekker bezig! In het begin gaat dat prima, maar als je je vriendin vraagt om daarna een hapje te gaan eten of op een ander moment een terrasje te pakken, ontstaat er stress, weerstand en irritatie. Zou ze me niet aardig vinden, vraag je je af.
Lotte was die vriendin. Het was niet zo dat ze Emma niet aardig vond, maar sporten voelde goed en sterk, terwijl alle sociale gelegenheden met eten enorm beangstigend waren. Nee, liever niet samen eten of drinken. Geen popcorn bij de bioscoop. Zenuwachtig gedrag, irritatie en spanning wanneer daarover wordt doorgevraagd. De eetstoornis zie je niet direct en je hebt het gevoel dat de irritatie ligt aan het feit dat ze je misschien niet aardig vindt. Lotte vindt je wel aardig, maar Lotte heeft een eetstoornis en last van bewegingsdrang. Hoe herken je dit en wat kan je doen?
Perfectionisme en het gevoel nooit goed genoeg te zijn
Wanneer het plotseling slecht gaat op school, gaan bij een leraar alarmbellen rinkelen. Gaat het wel goed met deze leerling? Maar wanneer cijfers plotseling of altijd heel erg hoog zijn, kan daar ook iets achter zitten.
Voor Edwin was het nooit goed genoeg. Die acht, dat moest een negen zijn – of liever nog een tien. Niet alleen zijn prestaties moesten perfect zijn, ook aan zijn lichaam stelde hij strenge eisen. Er mocht geen grammetje te veel vet op zitten. Edwin volgde een streng dieet, had last van een laag zelfbeeld, onzekerheid, perfectionisme, het gevoel nooit goed genoeg te zijn, plus een eetstoornis. En dat, terwijl het van buitenaf leek alsof hij juist zo’n goede leerling was. Hoe herken je dit en wat kan je doen?
Wat vind jij van deze campagne?
Geef een reactie