Vriendschappen, het gaat niet om de kwantiteit maar de kwaliteit ervan. Dit waren woorden die ik jarenlang tegen mezelf zei. In eerste instantie waren ze er voor troost, maar tegenwoordig leef ik er ook echt naar. Ik heb vroeger weinig echte vrienden kunnen maken en vaak kwam het door de afstand die ik van anderen hield. Afstand om mezelf maar ook om mijn geheim te beschermen. Maar daarmee vergat ik soms de belangrijkste vriendschap die ik kon sluiten…
Iedereen maakt vrienden, behalve ik
Hoewel het in de kinderjaren zo vanzelfsprekend leek, werd ik me er op een latere leeftijd steeds bewuster van. Vriendschappen. Soms gaat het vanzelf, maar als het niet zo ging werd ik er best onzeker van. Ik kon er verdrietig van worden. Het voelde alsof het mij als enige niet lukte om vriendschappen te sluiten. Lag het dan echt aan mij? Ik zou vast niet zo leuk zijn als anderen.. Bij ieder ander leek het zo makkelijk te gaan.
Ik merkte op gegeven moment dat ik hierdoor niet mezelf kon zijn. Dat ik het gevoel had dat ik anders moest zijn om vrienden te kunnen maken. Leuker, vrolijker en interessanter. Ik hield me groot en zorgde ervoor dat mijn onzekerheden niet zichtbaar waren. Een masker dat ik elke dag op moest zetten. Ondanks dat ik dan meer contacten had, voelde het niet alsof het echte vriendschappen waren. Maar hoe kon het ook anders? Ik was namelijk ook niet ‘echt’.
Vertrouwen
Het voelde op een gegeven moment ook veilig om anderen op een afstand te houden. Niemand kon me kwetsen als niemand dichtbij genoeg kon komen. Maar tegelijkertijd hield dat het gevoel van eenzaamheid in stand. Ik kon in die tijd regelmatig boos worden op mezelf. Wat wilde ik nou? Ik wilde tenslotte niet gekwetst worden maar tegelijkertijd wilde ik ook zo graag die contacten hebben. Ik kon verschillende excuusjes bedenken waarom ik geen vriendschappen kon sluiten. Ze zijn te jong… Ze zijn te oud… We delen niet dezelfde interesses… Zij zijn al een groepje… Ze vinden uitgaan leuk en ik niet… Waar moet ik mensen tegenkomen… En ga zo maar door. Maar de echte reden lag vaak dichterbij dan ik wilde toegeven.
Doordat ik mezelf niet in een mogelijk kwetsbare positie durfde te zetten, kon ik ook niet het vertrouwen krijgen in contacten die ik legde. Ik had vaak van tevoren al bedacht dat het geen echte vriendschap kon worden. De ander zou mij beu worden… De ander zou erachter komen dat ik niet leuk genoeg was… Alleen, de enige die dit echt vond was ik zelf. Er moest niet alleen vertrouwen in de ander komen, maar het begon ook bij mezelf. Ik moest erop vertrouwen dat ik het waard was om vrienden te krijgen en vriendschappen te sluiten. Ik moest erop leren vertrouwen dat ze zullen blijven als ik mijn echte ik zou laten zien.
Ze pakken mijn eetprobleem af
Vooral in de tijd dat ik worstelde met het eten voelde het als een onmogelijke keuze mezelf te laten zien. Bang voor wat anderen zouden denken. Bang voor oordelen maar ook bang voor het ingrijpen terwijl ik er niet klaar voor was om verandering te brengen in mijn strijd. Het was een eenzame tijd en daarin voelde mijn eetprobleem ook juist weer als iets wat ik niet kon loslaten. Het was alles wat ik had. Het vulde op een bepaalde manier een gat dat er was doordat ik me vaak zo alleen voelde. Er was angst dat anderen dit van me zouden afpakken en ik dan nog meer alleen achter zou blijven.
Achteraf had ik het geluk dat de mensen met wie ik mijn geheim kon delen me lieten ervaren dat ze er niet waren om iets van me af te pakken. Dat ze me wilden helpen en ondersteunen om er vanaf te komen zodat ik juist weer verder kon met het leven, zonder eetprobleem. Terwijl vriendschappen me in die tijd zo eng leken, waren het juist vriendschappen die ervoor zorgden dat ik mijn eetprobleem kon loslaten.
Mijn eigen vriendschap
Mede door de vrienden om me heen kon ik juist de belangrijkste vriendschap aangaan die ik me eerder niet kon bedenken. Het ging niet alleen om hoeveel mensen ik om me heen had. Het ging er uiteindelijk ook om dat ik vrienden kon worden met mezelf. Lange tijd was ik ervan overtuigd dat ik vriendschappen niet zou verdienen. Door deze overtuigingen was ik uiteindelijk de grootste pester van mijzelf. Doordat ik zo gemeen was voor mezelf kon ik me niet openstellen voor anderen. En juist door die vrede te sluiten met mezelf opende ik een deur. Niet alleen voor anderen maar des te meer voor mezelf.
Het was een leerproces waarin ik hardnekkige gedachtes en overtuigingen moest leren loslaten. Ik hoefde niet de beste, de leukste, de vrolijkste te zijn om vrienden te mogen hebben. Ik hoefde niet elke week uit te gaan en sociaal te doen om anderen niet kwijt te raken. Ik was goed genoeg als mezelf en dat mag ook genoeg zijn.
Deze blog kwam oorspronkelijk online in 2022
Geef een reactie