Mijn bonusdochter Lisa is een vrolijke brugpieper van 12 jaar die doordeweeks bij ons woont. Sinds kort krijgt ze praktijkles in koken op school en heeft ze ontdekt dat dit haar goed ligt. Als ouders zijnde natuurlijk erg mooi om te zien dat je kinderen zich ontwikkelen. Lisa probeert graag nieuwe recepten uit. Zo heeft ze van de week helemaal zelf churros gemaakt; een gefrituurde deegsnack die je vaak op de kermis tegenkomt.
Shirley blogt sinds 2022 voor Proud2Bme over haar ervaring met BED – binge eating disorder, in het Nederlands ook wel de eetbuistoornis genoemd. Wil je meer lezen van Shirley? Dat kan via de tag ‘Shirley blogt‘. Haar voorstelblog vind je hier.
Trots komt ze de keuken uit met een grote schaal vol gefrituurd deeg met een laag suiker en vraagt wie er wil proeven. Mijn schoonvader roept enthousiast dat hij wel een lekker schaaltje wil en roept erachteraan: “Shirley wil ook proeven!” Ik vind het echt heel vervelend dat hij dit voor mij invult, maar laat niks merken.
Ik wil natuurlijk wel proeven, maar mijn eetstoornisstemmetje zegt dat ik het niet moet doen. Gefrituurd eten; dat is een fear food. Ik krijg een weeïg gevoel in m’n buik als ik denk aan een hap churros waar het frituurvet van afdruipt.
Ik word weer uit m’n gedachten getrokken als ik mijn schoonvader weer hoor roepen: “Neem ook een schaaltje voor Shirley mee hè, die wil ook proeven!”
Ik voel mijn wangen gloeien en iets van boosheid en verdriet borrelt op in mijn buik. Ik baal dat m’n man niet thuis is, een van de weinigen die van de eetstoornis weet en zijn vader zou kunnen afremmen hierin.
Ik probeer zo rustig mogelijk te blijven en bedank weer vriendelijk. Ik zeg dat ik niet tegen frituurvet kan, dat ik dan veel last van mijn buik krijg.
Lisa reageert, zoals altijd, heel begripvol. Ze weet dat ik ook nooit mee-eet met friet van de cafetaria om diezelfde reden. Maar eigenlijk is die reden niks anders dan een leugen. Ik lieg constant tegen de mensen waar ik van hou.
In de avond, als ik alleen thuis ben en de kinderen op bed liggen, heb ik een eetbui. Ik voelde de drang al opkomen sinds het moment dat ik moest liegen. Ik eet en eet en eet tot de drang weer stil is. Ik ben ontzettend boos op mezelf. Ik baal van mezelf.
De volgende ochtend word ik verdrietig wakker. De tranen stromen over mijn wangen, ik kan ze niet meer stoppen. Mijn man – ook wel mijn steunpilaar – vraagt wat er is. Ik vertel hem over het churros-incident. Dat ik zelf helemaal niet wil liegen. Dat ik niet wil dat de kinderen door mij een ongezonde relatie met voeding krijgen. En dat ik het vervelend vond dat zijn vader zo bleef aandringen, terwijl hij dit natuurlijk niet deed om me te pesten. Ik ben eigenlijk vooral boos op mezelf.
Ik laat de tranen gaan en spreek alles uit wat er in mijn hoofd omgaat. Mijn man reageert begripvol, aait m’n arm en zegt dat het verstandig is om dit morgen tijdens therapie te bespreken. Door de emoties toe te laten en uit te spreken, voel ik me ook weer een stuk beter.
Het Churros incident zie ik dan ook als een leermoment, geen moment waar ik mezelf – verder dan die ene eetbui- voor ga straffen.
En als je me zou vragen waar ik mezelf over 5 jaar zie?
Struinend over een kermis, met een lekker zakje churros.
Geef een reactie