Hé, hallo. Jij daar. Ja, jij daar. Hoe gaat het met je? Hoe was je dag vandaag? Was het leuk op school of je studie? Heb je het naar je zin gehad op je werk? Goed geslapen? Fijne avond gehad? “Het gaat goed”, zeg je. “Het was fijn”, zeg je. Maar is dat echt zo? Hoe vaak zeg jij dat het goed gaat, terwijl het eigenlijk helemaal niet zo goed gaat?
Ik begrijp het wel en ik herken het ook. Je schaamt je. Je wilt niemand tot last zijn. Je denkt dat je je eetstoornis wel onder controle hebt. Je lost het zelf wel op en tot die tijd hoeft echt niemand zich zorgen te maken. Misschien wil je er niet over praten of vind je niet dat je het recht hebt om die ruimte in te nemen. Misschien ben je bang dat je je aanstelt en het groter maakt dan het is. Misschien is het zo dat, als je maar vaak genoeg zegt dat het goed gaat, het vanzelf ook zo gaat voelen?
Er zijn ongelooflijk veel redenen om te zeggen dat het wel goed gaat, terwijl het eigenlijk helemaal niet goed gaat. Zo veel redenen, maar geen van deze redenen is werkelijk een juiste. Het is logisch en prima dat je geen zin hebt om al je problemen bij iedereen op tafel te leggen. Dat hoeft ook niet. Maar het is wel zo dat alleen blijven zitten met je problemen en het naar niemand uitspreken een erg slecht idee is.
Lange tijd heb ik in mijn eentje rondgelopen met mijn eetstoornis. Eetbuien, lijnen, eetbuien, lijnen, eetbuien, braken, eetbuien. Afvallen, aankomen, afvallen, aankomen. Verdriet, walging, pijn, wanhoop. Ik kon me geen voorstelling maken van hoe het nu verder moest. Keer op keer stelde ik doelen – vaak de verkeerde doelen – waar ik vervolgens in faalde. Als ik deed wat niet goed was, voelde ik me slecht. Als ik deed wat wél goed, was voelde ik me ook slecht. Ik voelde me zo’n complete mislukking. Er ging zo onwijs veel in me om en wanneer iemand er naar vroeg zei ik: “Ja hoor, het gaat wel goed.”
Maar het ging niet goed. En hoe langer ik er in m’n eentje mee rond bleef lopen, hoe slechter het leek te gaan. Ik sprak met niemand over mijn eetstoornis. Niet met mijn ouders, niet met mijn vrienden, niet met een psycholoog. Ik wilde het in m’n eentje oplossen. Maar mijn eetstoornis was zo intens aanwezig dat ik eigenlijk niet eens wist waar ik moest beginnen. Ik deed maar wat, klooide maar wat aan. Mijn situatie verslechterde, gewoontes sleten dieper en dieper in. En in de tussentijd voelde ik me ontzettend eenzaam.
Juist daarom is het belangrijk om wél te praten over hoe het met je gaat. Het is geen schande om te zeggen dat het niet goed met je gaat. Het maakte je niet zwak, het maakt je geen aansteller. De mensen om je heen zullen het fijn vinden dat ze je mogen en kunnen steunen. Ze zullen het fijn vinden dat je ze toelaat. Dat ze naast je mogen staan in deze strijd. Want niemand gunt jou dit gevoel. Hoe groot of klein het gevoel ook is.
Als ik op dat moment het verhaal had gelezen dat ik nu schrijf, zou ik misschien nog wel denken: ja hoor, ik snap het wel, in jouw geval. In mijn geval moet ik gewoon wat sterker zijn. In mijn geval moet ik gewoon iets harder m’n best doen. In mijn geval valt het wel mee. Het valt niet mee. Dat weet jij, dat weet ik, dat weten wij allebei. Er zal ongetwijfeld altijd iemand zijn die iets ergers of gewoon iets anders heeft, maar dat maakt jouw probleem niet minder erg.
Blijf er niet in je eentje mee zitten. Probeer het niet allemaal op je schouders te dragen. Zet je masker af. Verstop je niet langer achter die grote glimlach. Er bestaat geen ‘erg genoeg’. Je tranen, je woede, je angsten; ze mogen er zijn. Deze emoties horen bij ons. Eetstoornis of geen eetstoornis. Je bent niet alleen en je hoeft het niet alleen te doen. Ik kan je vertellen wat er gebeurde toen ik stopte te doen alsof alles wel goed ging:
Toen ik zei dat het niet goed ging, viel er een last van mijn schouders.
Toen ik zei dat het niet goed ging, kon ik eindelijk steun ontvangen.
Toen ik zei dat het niet goed ging, kon ik praten over mijn gevoelens.
Toen ik zei dat het niet goed ging, konden mensen met mij meedenken.
Toen ik zei dat het niet goed ging, had ik een schouder om op uit te huilen.
Toen ik zei dat het niet goed ging, leerde ik voor mezelf op te komen.
Toen ik zei dat het niet goed ging, voelde ik dat ik er mocht zijn.
Toen ik zei dat het niet goed ging, ontving ik begrip en herkenning.
Toen ik zei dat het niet goed ging, ontdekte ik dat ik niet alleen was.
Toen ik zei dat het niet goed ging, kon ik daarna ook weer lachen.
♥
Hoe gaat het met jou?
Geef een reactie