Toen ik nog een eetstoornis had werd ik vaak gewezen op de gevolgen. Om de zoveel tijd moest ik weer naar een arts om alles te laten checken. M’n bloed werd afgenomen en er werd een hartfilmpje gemaakt. Ik merkte op dat de tandarts iets minder tevreden was, maar al met al leek ik prima gezond. Het zal allemaal wel meevallen met die gevolgen. Dat overkomt mij toch niet.
Mijn keel deed pijn na het overgeven en ook was ik wel eens flink duizelig. Dit waren in mijn ogen logische gevolgen en ze gingen vanzelf weer over in de loop van de dag. Er werd een klein ruisje geconstateerd op het hartfilmpje, maar er werd direct achteraan gezegd dat het niks was om me zorgen over te maken. In al die tijd heb ik maar één keer een gaatje in mijn tanden gehad. Met mijn bloedwaarden is zelfs nog helemaal nooit iets mis geweest. Ik zag de ernst er niet zo van in. Over de gevolgen van mijn eetstoornis heb ik me lange tijd nooit heel druk gemaakt. Ik vond de eetbuien die ik had verschrikkelijk, maar als ik niet aankwam in gewicht en misschien zelfs een beetje afviel, vond ik die eetstoornis zo erg nog niet.
Een tijd lang ben ik dus in therapie geweest enkel met het doel om van die eetbuien af te komen. Het braken en restrictief eten hoefde ik van mezelf niet zo nodig aan te werken, dat voelde juist als een zekere veiligheid en had ik hopelijk niet meer nodig als ik gewoon van die eetbuien af zou komen. Ik kon dan ook erg koppig zijn wanneer mijn behandelaren me wezen op de gevolgen van het braken. Het gevolg van niet braken betekende dat ik zou aankomen. “Ze willen me gewoon dik hebben“, dacht ik. “Ze begrijpen echt niks van de ernst van aankomen.” In mijn ogen was aankomen een veel directer en dus groter probleem dan eventueel hartfalen en gaatjes in m’n tanden. De rest van de gevolgen voelde als een ver van m’n bed show. Ik merkte er nog niks van, dus het zou me vast niet overkomen.
Maanden gingen voorbij en mijn eetstoornis werd er niet echt minder op. Het braken en restrictief eten lokte vaak nieuwe eetbuien uit en ik bleef maar in hetzelfde stomme cirkeltje lopen. Ik was niet eerlijk tegenover mezelf wat die eetstoornis betrof en kwam daarom geen stap vooruit. Wel mogen braken, geen eetbuien mogen hebben, geen grammetje aankomen, zo min mogelijk eten… Ik stelde strenge en destructieve doelen op en knikte instemmend wanneer mijn eetstoornis tot mij sprak tot ik geconfronteerd werd met de keiharde waarheid.
Lange tijd had ik er geen last van gehad, maar ineens leek het heel snel te gaan. Steeds vaker lag ik in mijn bed met een drukkende pijn op mijn borst. Mijn spieren voelden stijf en ik boekte maar geen vooruitgang met sporten, hoe hard ik ook trainde. Ik was continu duizelig en ook mijn tanden deden pijn. Ik merkte hoe futloos, moe en gebroken ik was. Ik voelde me helemaal niet goed. Toen ik me naar iemand openstelde over mijn eetstoornis zei diegene: “Ik dacht dat je drugsverslaafd was of zoiets. Je ziet er zo onwijs slecht en moe uit, maar ik durfde het niet te vragen. Nu begrijp ik het.” Wauw, daar was ik best van geschroken. Zo ging het dus met me. Ik was helemaal niet gezond, ik was aan het afbrokkelen. Het feit dat ik een gezond gewicht had telde hierin helemaal niet mee. Mijn eetstoornis maakte mij kapot. De dokters en behandelaren logen niet tegen mij, ik loog tegen mezelf.
Ik wilde voor herstel kiezen, maar wist dat dit slechts het begin van een lange weg was. Ik verzon de gekste dingen om de schade te beperken, maar de enige manier was zo snel mogelijk los zien te raken van mijn eetstoornis. Tijdens deze lange weg heb ik me heel erg druk gemaakt om mijn lichaam. Had ik het nu voor altijd verpest? Gelukkig kan een lichaam onwijs goed zelf herstellen, maar het houdt een keertje op. Mijn behandelaren vertelden vaak aan mij dat ik mijn lichaam moest zien als een elastiek. Wanneer je die uitrekt, springt ie terug naar z’n originele vorm, maar wanneer je eraan blijft trekken is op gegeven moment de rek eruit en wordt ‘ie nooit meer zoals ‘ie in het begin was. Nog altijd draag ik de gevolgen van mijn eetstoornis bij me.
Mijn slokdarm functioneert niet altijd even goed, hierdoor komt er soms nog eten omhoog als ik te snel beweeg na een maaltijd en mijn tanden zijn heel gevoelig voor warmte en kou. Daarnaast heb ik nog lange tijd last gehad van gedachten die begonnen met ‘wat als’. Wat als ik eerder van die eetstoornis was afgekomen? Was mijn conditie nu dan beter? Waren mijn spieren nu dan sterker? Had ik dan geen ruisje op mijn hart, al was het niks om me druk over te maken? Was ik dan minder moe geweest? Ik zal het nooit weten en het heeft ook geen zin om erover te blijven piekeren. Ik ben wie ik nu ben en ik heb nog een hele toekomst voor me liggen, maar de gevolgen van een eetstoornis zijn me meer dan duidelijk geworden.
Af en toe spreek ik nog mijn groepsgenootjes van therapie toentertijd en ik ben niet de enige die iets aan haar eetstoornis heeft overgehouden. De één heeft het natuurlijk in meer en de ander in mindere mate, maar of je nou anorexia, BED of boulimia hebt, aan elke eetstoornis zitten gevolgen gebonden. Van hartritmestoornissen tot een slecht gebit tot osteoporose. Het kan iedereen overkomen, ook jou, dus neem het serieus.
♥
Geef een reactie