Genderdysforie: voor sommigen zal het een bekende term zijn, voor anderen niet. Genderdysforie is eigenlijk het gevoel niet thuis te horen in het lichaam waarin je bent geboren. Mijn ervaring is dat dat problemen met eten kan versterken. In deze blog ga ik proberen uit te leggen hoe het voor mij is, hoe ik het ervaar en hoe ik ermee omga.
Voor degenen die het gemist hebben: ik ben 23 jaar geleden geboren met vrouwelijke geslachtskenmerken. Ik ben ook opgegroeid als meisje, tot ik in mijn late pubertijd uit de kast kwam. In die tijd voelde ik me altijd anders, ongemakkelijk in mijn lichaam, maar ik wist niet precies hoe dit kwam en waar het vandaan kwam. Wel droeg ik als klein kind vooral kleding van de jongensafdeling. Dat vond ik mooier en fijner zitten, ook had ik altijd een hekel aan kraaltjes en glitters, die toentertijd vaak op meisjeskleding zaten.
Abel is sinds 2022 gastblogger bij Proud2Bme. Hij blogt onder andere over de LHBTQ+ community, zijn transitie, mantelzorger zijn en zijn eetstoornis. Wil je meer lezen van Abel? Dat kan via de tag ‘Abel blogt‘. Wil je zijn voorstelblog (nogmaals) lezen? Die vind je hier.
Toen ik in de puberteit kwam en borstontwikkeling kreeg, vond ik dat lastig. Het voelde onprettig, als iets dat niet hoorde. Ik begon veel wijde shirts en kleding te dragen om het te verhullen. Ook ongesteld worden vond ik lastig. Ik vond het vooral vies en daarbij kreeg ik ook veel lichamelijke klachten rondom mijn menstruatie. Ik had veel last van buikpijn en rugpijn en was heel prikkelbaar.
Langzamerhand werd ik me er steeds meer van bewust dat het lichaam waar ik in zat, niet bij me hoorde. Het paste niet. Klopte niet. Het voelde alsof ik gevangen zat in een lichaam dat niet van mij was. Ik begon met experimenteren, onderzoeken. Kijken en voelen waar ik me wel prettig bij voelde.
Het begon met kleding, later ging ik ook experimenteren met mijn haar. Dit was ook het moment dat ik mijn lange lokken vaarwel zei en verderging met een kort kapsel. Ook kwam ik via internet op het fenomeen ‘binders’. Dit zijn hesjes die je kunt dragen om je borsten plat te drukken. Ik heb hier veelvuldig gebruik van gemaakt. Ik vond het fijn, prettig en het voelde veilig. Er bestaan ook nog andere hulpmiddelen om genderdysforie te verminderen, maar daar heb ik persoonlijk niet of weinig gebruik van gemaakt.
Genderdysforie kan je hele leven beheersen. Zo heb ik voor mijn operatie veel moeite gehad met douchen. Ik vond het lastig omdat ik dan geconfronteerd werd met mijn lichaam. Met de borsten die ik nog had. Ik schaamde me ervoor. Ook durfde ik, voordat ik hormonen kreeg, niet tegen vreemde mensen te praten. Ik had immers nog een vrouwenstem en probeerde al door het leven te gaan als jongen.
In die tijd heb ik veel geprobeerd om mijn stem zo laag mogelijk te houden. Hierdoor had ik vaak last van mijn keel. Ook droeg ik bijna altijd een pet, zodat mensen mijn gezicht niet goed konden zien. Dit was ook omdat ik bang was dat mensen zouden zien dat ik geboren was als meisje en dat ik dan voor mijn gevoel ‘door de mand zou vallen’, met afkeuring als gevolg.
Tegenwoordig heb ik hier veel minder moeite mee. Het is een heel proces geweest, maar ik ben helemaal oké met hoe mijn gender is. Ik voel me nog steeds man, maar heb geaccepteerd dat ik ook nog ‘vrouwelijke’ trekjes heb. Zo ben ik zorgzaam, houd ik van shoppen en maak je me gelukkiger met nagellak dan met auto’s.
Het opgroeien als je niet weet wie je bent en je altijd ongemakkelijk voelt is lastig, maar achteraf gezien vallen er veel puzzelstukjes op hun plek. Bovendien is het niet alleen maar zwaar: je leert er ook superveel van. Door onder andere dit door te maken, heb ik veel geleerd over mezelf, anderen en over de wereld.
Kortom: jezelf leren ontdekken is een proces, maar wel een heel waardevol proces.
Geef een reactie