Velen van jullie moeten, om weer een gezond lichaam te krijgen, aankomen in gewicht en een voedingsadvies volgen. Vaak is gezond gaan eten de eerste stap in de behandeling van anorexia nervosa. Het is meestal erg moeilijk om weer normale hoeveelheden voedsel te gaan eten. Maar zoals het geestelijk een hele omslag voor je is om weer voldoende te gaan eten, zo’n omslag is dat ook voor jouw lichaam. Als de hoeveelheid energie die je eet te snel wordt opgebouwd, kan je ziek worden. Dit wordt het refeeding syndroom genoemd.
Misschien heb je al ooit van het refeeding syndroom gehoord: dit syndroom is namelijk de reden dat je voedingsadvies rustig opgebouwd wordt.
‘Het refeedingsyndroom is een naam voor een complex geheel van symptomen en labafwijkingen, die het gevolg zijn van het moeten omschakelen van het lichaam van een katabole naar een anabole staat.’
De kenmerken van het refeeding syndrome kunnen zijn:
- Laag fosfaatgehalte in het bloed
- Laag kaliumgehalte in het bloed
- Laag magnesiumgehalte in het bloed
- Een tekort aan vitamines (met name vitamine B1)
- Het vasthouden van vocht (en hierdoor snel aankomen)
- Hartfalen
Fosfaat, kalium en magnesium zijn elektrolyten (zouten) die voorkomen in het bloed en die belangrijk zijn voor de functie van spieren en zenuwen, en voor de vochtbalans van het lichaam. Vitamine B1 is belangrijk voor de functie van de hersenen en zenuwen.
Het refeeding syndrome kan verschillende lichamelijke gevolgen hebben:
Problemen van het hart komen het vaakst voor. Door het lage kalium kunnen hartritmestoornissen ontstaan. Ook kunnen mensen met het refeeding syndroom hartfalen krijgen, omdat het verzwakte hart het teveel aan vocht niet meer weggepompt krijgt. Andere problemen zijn spierpijn en spierzwakte, diarree, buikpijn, obstipatie, benauwdheid door zwakte van de middenrifspieren, verwardheid en trillen.
Waarom ontstaat het refeeding syndrome?
Als je gaat vasten/hongeren daalt het bloedglucose (suiker in het bloed). Je hersenen en rode bloedcellen kunnen echter niet zonder glucose. Daarom geeft het lichaam een hormoon af, glucagon. Glucagon zorgt ervoor dat zetmeel (glycogeen) dat opgeslagen is in de lever en spieren wordt afgebroken tot glucose. Hierdoor is er toch glucose beschikbaar voor de hersenen. Ook zorgt dit hormoon ervoor dat eiwitten en vetten worden verbrand om energie te leveren.
Na 24 uur of langer te hebben gevast raakt de zetmeelvoorraad in lever en spieren uitgeput. Vetzuren in het bloed worden dan de belangrijkste bron van energie. Je hersenen kunnen deze vetzuren niet gebruiken. Daarom worden vetzuren omgezet in keto-lichamen (bv aceton), waar de hersenen wel op kunnen draaien. Gelijktijdig gaat je lichaam op de spaarstand: de energiebehoefte daalt met 20-25%. Langdurig veel te weinig eten (>10 dagen) leidt tot ondervoeding (tekort aan spier- en vetmassa), en daarbij ook verlies aan lichaamsvocht en elektrolyten (o.a. fosfaat, kalium en magnesium).
Wanneer je dan weer normaal gaat eten verandert er een hoop in je lichaam. Je lichaam moet omschakelen van vet- en eiwitverbranding naar de verbranding van zetmeel, die je weer via je voeding binnen krijgt. Als gevolg van het aanbod van voedsel, worden glucose, kalium, fosfaat en magnesium direct opgenomen in de cellen, die daar tijdens de verhongering een tekort aan hadden. Dit gebeurt onder invloed van het hormoon insuline, een hormoon dat door het lichaam afgegeven wordt na een maaltijd. Doordat de elektrolyten in de cel worden opgenomen, ontstaat er in het bloed een tekort hieraan. Hierdoor ontstaan de bovengenoemde lichamelijke problemen.
Wie kunnen dit syndroom krijgen?
Iedereen die weer normaal gaat eten na een periode van te weinig voedselinname kan het refeeding syndroom krijgen. Het risico is het grootst bij:
- Een zeer laag lichaamsgewicht (<70% van het ideale gewicht)
- Snel gewichtsverlies
Mensen met anorexia nervosa kunnen het refeeding syndroom krijgen, maar ook mensen die door chemotherapie bij kanker, of door een andere ziekte veel gewicht zijn verloren. Ook kan het syndroom ontstaan bij mensen die een maagband hebben gekregen en hierdoor snel zijn afgevallen.
In de eerste 2 weken dat je normaal gaat eten en dat je gaat aankomen is het risico op het syndroom het grootst. Daarna wordt de kans erop steeds kleiner.
Wat kun je eraan doen?
Het refeeding syndroom kan voorkomen worden door te starten met een hoeveelheid voeding die net iets meer is dan je energiegebruik in rust. Het is ook belangrijk om je energieintake rustig op te bouwen. Verder is het mogelijk om de hoeveelheid elektrolyten middels bloedonderzoek te bepalen. Zo nodig kunnen deze elektrolyten met tabletten of een infuus worden aangevuld. Bij veel mensen met anorexia nervosa wordt dit bloedonderzoek regelmatig verricht.
Moet ik nu bezorgd zijn?
Ik kan me voorstellen dat je door al deze informatie geschrokken bent en aankomen je misschien weer extra angstig maakt. Gelukkig is er bij behandelaren en diëtisten in Nederland goede bekendheid over dit syndroom. Het is standaard in de eetstoornisklinieken om de energieintake langzaam op te bouwen en om de bloedwaardes te controleren, zodat de kans dat je dit krijgt minimaal is.
Geef een reactie