Een brief aan het meisje wat zo ver weggestopt was. Kwetsbaar, lief, dansend op de camping, uiteindelijk gebroken. Haar buitenkant aan elkaar gelijmd, met een glimlach als masker. Een doodsbang meisje, wat in alles en iedereen gevaar zag. Beschadigd, vernederd en mishandeld. Wat al jong leerde te zwijgen over haar pijn. Het spijt me, dat je dat door hebt moeten maken. Het spijt me dat ik je zo lang negeerde, omdat ik zo bang was naar je te kijken.
Sorry, voor het gaan geloven wat jou is aangedaan. Nu zie ik in dat je niet vies bent, dat je niet dood hoeft. Dat het niet goed gepraat kan worden dat er op je gespuugd is, je spullen gestolen en gesloopt werden, je haar uitgetrokken werd, je uitgescholden werd, je geslagen en getrapt werd. Dat er later een hele grote inbreuk op je integriteit werd gedaan, je alle vertrouwen in mensen verloor en in het bijzonder in mannen. De douche zo heet mogelijk moest en jouw kleren in laagjes en ruim.
Sorry voor het kapot maken van je huid, sorry voor de keren dat die zonder verdoving en zonder empathie weer aan elkaar gehecht werd, om vervolgens weer eindeloos door mij open gemaakt te worden. Dat ze op de EHBO zeiden: “We hebben geen tijd, en je hebt het toch zelf gedaan”. Sorry voor de hoeveelheid pillen die je in het ziekenhuis deed belanden. Dat was eng, hoewel ik me ervoor probeerde af te sluiten voelde ik hoe ontzettend bang je was. ‘s Nachts op de afdeling cardiologie, bedrading die van stickers naar een piepend apparaat liep.
Mag ik nu naast je staan? Zullen we samen? Ik heb namelijk een aantal mensen leren kennen die te vertrouwen zijn, die onze pijn nu kennen en geen slechte intenties hebben. De fase waar ik nu in zit is raar, een beetje eng zelfs. Ik mag leven van mezelf, dat is een heel ander beeld dan wat ik mezelf zo lang voorhield. Dus dat ik eraan moet wennen, dat snap ik en dat komt wel goed. In deze nieuwe fase wil ik je laten weten dat ik jou nodig heb, dat je kwetsbaar bent is juist mooi. Spring in plassen, zing liedjes, dans en als het soms weer eng en verdrietig in je hoofd is, hoef je niet te doen alsof.
Er is licht aan het einde van de tunnel, en dat licht is nog bereikbaar ook. Waar de tunnel eerst afgesloten was voor verkeer, hij om mij heen ingestort was en de donkerte mij in zich op nam, is hij nu open gebroken en mensen mogen zelfs helpen met het beperken van het instortingsgevaar. Ik weet, dit is een heftige tekst, maar het is niet goed om te zwijgen. Door dit te vertellen geef ik mezelf ruimte om er te zijn en misschien, al is het maar bij één iemand, helpt het de schaamte te doorbreken.
Geef een reactie