Hier ben ik eerder geweest. Vaak. Veel vaker zelfs. Verder ben ik nooit gelopen. Ik wist niet dat er een verder bestond. Ik dacht dat dit het eindpunt was. Steeds als ik hier kom en denk dat ik er ben, draai ik mij om en loop ik terug in plaats van door. Ik sta immers voor een muur. Een muur, daar kan je niet doorheen, toch? Het is een muur met van die vakjes waar kroketten achter kunnen liggen. Een automatiek noemen ze dat. Heel overzichtelijk liggen daar mijn onderliggende problemen. Ik zie ze, ik snap ze en begrijp heel goed dat ik daar liever voor vlucht. Verleden. Karakter. Valkuilen. Patronen. Alles zie ik en heb ik helder.
Mooi, dan kunnen we verder. Dus ik draai mij om en loop terug. Want door een muur kun je niet heen. Een doodlopende weg, dus ga je terug. Terug naar werk, terug naar mijn masker. Langzaam vervaagt wat er in die vakjes ligt en ik ga door op de oude vertrouwde, verdovende en eetgestoorde voet.
Ik zit bij mijn therapeute in haar kamertje. Op een stoel. Een klein vierkant tafeltje en daar zit therapeute W op een stoel. “Ik kan niet verder” zeg ik. Ik ben nog nooit verder geweest. Er is geen verder. Dit is het. Ik heb overzicht, ik wéét wat mijn valkuilen zijn en ken mijn verleden. Ik onthoud ze dit keer en loop er niet nog eens in. Dit is het. Ik mag niet terug? Dan maar hier blijven staan. Ik kan niet verder, echt niet. Er is geen verder. Dit is het eindpunt.
“Dit zijn de onderliggende problemen, die moet je aangaan om verder te kunnen”.
Mijn portemonnee is leeg. De vakjes heb ik al vaker open gemaakt en nu is het op. Want steeds werd het bijgevuld als ik het deurtje open deed. Met eetbuien heb ik geprobeerd de vakjes leeg te krijgen, maar er komt geen eind aan. Kijkend naar de vakjes, heb ik mezelf uitgehongerd. De vakjes verteren niet, blijven wat ze zijn. Vol. Het heeft geen zin. Het gaat maar door. Dit was het. Ik blijf hier dan wel staan. Ik neem af en toe een hapje om niet uit te hongeren, maar dat was het.
Mijn therapeute zegt in haar eigen woorden; Het is geen muur. Het is een weg. En ik loop met je mee. Deze weg bewandelen we samen. Echt, het kan. Ik voelde. Ik geloofde. Het kwam binnen. Ze zat tegenover me, maar het voelde alsof ze mijn hand vastpakte en we samen de weg op liepen.
Ik ben bang, verdrietig, onzeker. Ik weet niet wat deze weg betekent. Maar ik voel haar hand symbolisch in de mijne en ik vertrouw. Ik durf te vertrouwen. Samen is zo veel fijner dan alleen. Lieve therapeute W, dank je voor wie je bent en wat je doet.
Een tekening….
Ik had een tekening gemaakt. Op deze tekening leek het net alsof ik verliefd ben op mijn therapeute. Dat is zeker niet de indruk die ik wil wekken en dat is ook absoluut niet mijn gevoel. De tekening lukte me verder niet dit keer en daarom heb ik mijn vriend mee gesleept naar de Febo om foto’s te maken. De tekening zette mij wel aan het denken. Ik weet dat het voorkomt dat cliënten verliefd (denken te) zijn op hun therapeut. En ook leerlingen op leraren die hen helpen. Ik denk dat ik nu snap hoe dat werkt…
Ik kan niet anders zeggen dan dat therapeute W een zeer gevoelige snaar bij mij raakt en mij een heel warm gevoel geeft. Een gevoel het niet alleen te hoeven doen. Een gevoel samen deze weg te verkennen. Een gevoel van vertrouwen. Dat is een bijzonder en fijn gevoel en ik kan mij voorstellen dat dit mensen in de war kan brengen. Je zou dit gevoel kunnen verwarren met liefde. Toch is liefde en verliefdheid iets anders. Voor degene die wel verliefd zijn, of denken te zijn, op hun therapeute wil ik graag zeggen; neem het jezelf niet kwalijk en zie in dat het heel menselijk is, wanneer iemand je vertrouwen en warmte geeft, er dan mooie gevoelens op gewekt kunnen worden.
Je bent hierin niet alleen, het gebeurt echt vaker. Sta jezelf toe om het vertrouwen te mogen ervaren, maar houd voor ogen dat liefde en verliefdheid iets anders is. Ik denk dat je heel lief voor jezelf bent, als je toestaat warmte en vertrouwen te mogen voelen.
Geef een reactie