Als de wekker me schreeuwend wakker maakt, is het nog donker buiten. Mijn ogen willen niet open en ik hoor de wind en regen buiten de stemming al neerslaan. Gets, hier moet ik zo ook nog doorheen fietsen. Een gebrek aan zonlicht en meer binnen zitten kan de stemming somber maken. Daarbovenop krijgt onze weerstand ook nog even een klap. Een verstopte neus hier, een griepvirus daar. Terwijl de gedachte aan de deprimerende lockdowns nog vers in ons geheugen zit. Het zal toch niet weer, hè? De dagen worden steeds korter en donkerder en veel mensen hebben dan ook last van een herfstdip of zelfs winterdepressie.
Herkenbaar? Dit is hoe het voor ons is en hoe wij ermee omgaan. Meerdere redactieleden komen even aan het woord, want die beleving kan namelijk voor iedereen verschillen. Deel ook gerust jouw belevingen en tips in de reacties. Want al verschillen we van elkaar en heeft de een baat bij wat de ander juist vreselijk vindt, we zijn ook op veel vlakken hetzelfde. En juist het delen van al die verschillende verhalen, maakt ons een sterke community.
Houden van de herfst, seizoensdipje of winterdepressie?
Irene: “Ik vind het mooi dat we seizoenen hebben en vind de herfst een mooi seizoen, maar ik moet er soms wel even inkomen. Die eerste verkoelende regenbuien na de zomer vind ik heerlijk, want ik kan niet zo goed tegen warmte en dan kan het zo als een verademing voelen. Maar als we er drie weken in zitten, merk ik dat ik toch even moet wennen. Zeker als de regen maar niet ophoudt. Maar van zo’n zonnige herfstdag (en in de winter trouwens ook) kan ik echt met volle teugen genieten.”
Lonneke: “De herfst is mijn lievelingsseizoen, heb ik een tijd geleden besloten. Ik vind het licht veel prettiger, minder fel, en de geuren en kleuren vind ik ook prachtig. Wel merk ik elk jaar dat ik echt even moet schakelen en me wel een periode wat minder fijn voel, maar dat gaat ook altijd wel weer over.”
Daniël: “Heel eerlijk? Ik heb een hartgrondige hekel aan de herfst en de winter en klaag elk jaar weer steen en been dat ik het gewoon niet wil, die kou en dat donker. Maar toch, misschien juist omdat ik er altijd weer zo tegen opzie, als het eenmaal zover is dan valt het me eigenlijk altijd wel mee. Ik doe ook echt mijn best om het gezellig te maken, tegen al mijn weerstand in, dat helpt wel.”
Peggy: “Ik ben een liefhebber van de herfst en winter en sla de zomer het liefst over, dus ik ben dolgelukkig als ik weer mag gaan denken aan pumpkin spice lattes, vallende blaadjes en regen op het dak. Dat geldt hetzelfde voor de winter. Geef mij sneeuw en ik ben helemaal in mijn element. Dat neemt echter niet weg dat ook ik altijd weer even moet wennen en het op mijn stemming drukt op het moment dat de dagen weer korter worden. Maar de gedachte aan knusse avonden met warme chocolademelk, dekentjes, geurkaarsen en de naderende kerst maken alles weer goed.”
Anne: “Om heel eerlijk te zijn, moet ik altijd weer even slikken wanneer de herfst aanbreekt. Het voorjaar en de zomer zijn absoluut mijn favoriete seizoenen. Ik word zo vrolijk van de zon, van zonder jas naar buiten kunnen en van die heerlijke lange zomeravondjes. Ik zie dan ook altijd weer op tegen de herfst. Maar als de straat weer bedekt is met prachtige herfstbladeren en ik binnen de kaarsen weer tevoorschijn kan toveren, vind ik het stiekem toch ook wel weer erg fijn.”
Wat vind je niet fijn aan de donkere dagen?
Irene: “Fietsen door wind en weer kan mij lichtelijk wanhopig maken. Dan wil ik mijn fiets aan de kant gooien en huilen en schreeuwen, maar ik kan dan ook wel een beetje een heethoofd zijn en niet zo gemakkelijk een plekje geven aan mijn frustraties. Ja en in de kou en het donker je bed uit moeten, brr.”
Lonneke: “Hm… Ik denk echt dat het zo snel donker wordt en zo laat weer licht. Als ik dinsdags naar kantoor ga, moet ik altijd vroeg opstaan. In de zomer is dat niet zo erg, het licht is dan heel mooi en het is ook niet zo koud, maar in de winter voelt het soms nog alsof je ‘s nachts je bed uit moet. Dat maakt opstaan wel een stuk lastiger!”
Daniël: “Dat ik het altijd zo koud heb. Ik haat het echt om dat heerlijke zomergevoel van blote benen en voeten los te moeten laten en mezelf te hullen in vele laagjes om me nog een beetje aangenaam te kunnen voelen. Ik geef het eerlijk toe: ik ben ook stikjaloers op iedereen die er in de herfst en winter elegant uit weet te zien. Ik heb het daar gewoon te snel koud voor, dus ik loop zelfs binnen nog met dikke sjaals, geitenwollen sokken, omslagdoeken en dekentjes. Ik vrees dat ik erfelijk belast ben, mijn moeder had het ook altijd koud.”
Peggy: “Ik denk dat ik vooral de kortere dagen lastig vind. Ik ben een bezig bijtje en heb in de zomer al te weinig aan 24 uur in één dag, laat staan in de herfst en winter. In feite verandert er natuurlijk niks, maar voor mijn gevoel heb ik ineens veel minder tijd voor wat ik moet en wil doen.”
Anne: “Haha Peggy, dat herken ik helemaal! Ik kan ook een beetje een opgejaagd gevoel krijgen.”
En zijn er ook dingen die je wel fijn vindt?
Irene: “Als ik eenmaal een beetje ben opgewarmd vind ik zo’n donkere ochtend eigenlijk ook wel weer knus. Dit doet me denken aan dat ik tijdens de bloedtests voor mijn eetstoornis ook nooit tekort aan vitamine D heb gehad, dus misschien ben ik daar wat minder gevoelig voor? Maar ik houd van gekleurde herfstblaadjes, mutsen dragen, warme drankjes met kaneel en mijn dikke winterjas in combinatie met Dr. Martens en een panty. Eigenlijk dat hele romantische tafereeltje dat je op Pinterest kan vinden, haha, ik ben een simpel mens.”
Lonneke: “Ja, zoveel! Ik vind het zo mooi hoeveel kleuren de natuur dan ineens heeft. Eén enkel blaadje kan al zo kleurrijk en divers zijn! Ook de geur van bladeren vind ik heel lekker. En stiekem vind ik het ook best wel weer lekker om een dikke jas aan te kunnen.”
Daniël: “Nou, gek genoeg ga ik dus wel heel graag naar buiten in de herfst. Ik vind het een heerlijk seizoen om er met de hond op uit trekken. Wandelend in de buitenlucht word ik vanzelf weer warm en ik geniet intens van de geuren en kleuren van de herfst. Ook fietsen door een herfststorm vind ik heel lekker, al moet ik altijd wel een flinke drempel over om eraan te beginnen.”
Peggy: “Laagjes! En dan vooral heerlijke oversized truien. Net zoals Irene zijn mijn Dr. Martens een terugkerend item in de herfst. Ik kan me weer even helemaal kind voelen als ik daarmee door regenplasjes kan springen en tegen bergen gevallen bladeren in het bos kan schoppen. Maar ook kerstfilms, waar ik al vanaf eind september naar kan kijken. En het warme gevoel van de lichtjes in de stad is dan echt de kers op de taart.”
Anne: “Gelukkig ook genoeg! De prachtige herstkleuren in het bos, de talloze herfstreceptjes die je weer kan maken (hoera, het pompoenseizoen is weer geopend!), de lichtjes die de straten zo mooi verlichten. Zo knus.”
Was dat vroeger anders dan nu?
Irene: “Nee, eigenlijk niet echt.”
Lonneke: “Hm.. Ja, toch wel. Ik heb het jarenlang heel snel extreem koud gehad, waardoor ik eigenlijk niet veel naar buiten ging. Of tenminste niet voor de leuk een wandeling maken in het bos, en dat terwijl ik daar nu juist van geniet. Ik beleefde de herst en de winter vooral binnen, wat me in die tijd juist ook wel somber maakte omdat ik niet uit mijn eigen bubbel raakte.”
Daniël: “Wisselend. Voor school en werk moest ik vroeger vaak best ver fietsen. Toen heb ik al ontdekt dat ik er enorm van kan genieten om weer en wind te trotseren, hoezeer ik er van tevoren ook tegenop zie. Maar ik heb ook wel ooit een moeilijke periode in mijn leven gekend waarin ik dat amper op kon brengen. De kou en – achteraf gezien – ook het feit dat ik toen niet goed voor mezelf zorgde maakte de drempel heel hoog. Ik weet niet zo goed hoe ik het moet omschrijven, ik ben immers een koukleum van nature. Maar de intense kou die ik toen heb ervaren, hoop ik nooit meer te hoeven voelen.”
Peggy: “Als kind was ik al dol op de herfst en winter, dus in dat opzicht is er niet veel veranderd. Als ik kijk naar de periode van mijn eetstoornis wel.”
Anne: “Vroeger was ik mij nooit zo bewust van het effect van seizoenen op mijn stemming. Ik begreep bijvoorbeeld niet waarom ik tijdens de herfst ineens een dipje kon hebben.”
Zo ja, wat is er veranderd?
Lonneke: “Nou, best veel. Zo lukt het me veel beter om voor mezelf te zorgen en aan te voelen of ik nu een schop onder mijn kont of juist even niets nodig heb. Waar ik hiervoor alleen maar binnenbleef, kan ik mezelf nu motiveren om de herfst echt even in te duiken en te genieten van de prachtige natuur. Ook doordat ik het niet meer zo snel zo koud heb, is die drempel nu veel lager om mijn jas aan te trekken en erop uit te gaan.”
Daniël: “Heel veel. Ik vind het nog steeds akelig om binnen stil te zitten en het daar steeds kouder te krijgen als het kwik daalt. Maar ik heb min of meer geaccepteerd dat het voor mij nou eenmaal zo is en dat het niet helpt om de verwarming steeds hoger te zetten, maar dat ik er echt een paar keer per dag op uit moet om die najaars- en winterdepressie te verjagen. Daarnaast probeer ik mezelf wel echt te verwennen en dat helpt ook. Ik mag onder een dekentje wegduiken op de bank, ook al is mijn huis minder schoon en opgeruimd dan in de zomer. Ik kan huishoudelijke klussen gewoon niet zo goed opbrengen als de dagen zo kort zijn en dat is oké.”
Peggy: “Tijdens mijn eetstoornis keek ik vooral op tegen de kou, maar vond ik het tegelijkertijd ook fijn om me weer in kleding te mogen verstoppen. Dat is nu niet meer de reden dat ik uitkijk naar de laagjes. Je kan dus zeggen dat het daarin wel anders is dan vroeger, omdat ik nu meer zoek naar comfort dan dat ik bezig ben met mezelf zo klein en onzichtbaar mogelijk maken.”
Anne: “Inmiddels weet ik dat ik aan het begin van de herfst even een dipje kan (en mag) hebben. Mij daar bewust van zijn en het even hardop uitspreken helpt vaak al enorm.”
Wat helpt jou de donkere dagen door?
Irene: “Ik ben heel erg blij met mijn wake-up light en als ik echt geen zin heb om door de regen te fietsen, pak ik lekker de tram. De echt donkere dagen beginnen voor mij in januari. Als ‘het Pinterest-gevoel’ van de herfst en kerst voorbij is. De dagen worden dan alweer langer, maar in die periode lijkt het of de tijd wat uitgerekt wordt. Het is verleidelijk om dan veel binnen te blijven, maar ik merk dat eropuit gaan me wel echt goed doet. Zo heb ik vorig jaar op het strand, in de duinen en door het bos gewandeld. En heb ik regelmatig glühwein gehaald bij een strandtent om daar om een vuurkorfje te staan. Ik heb me zelfs een paar keer aan een duik in de zee gewaagd, voor de kick. Zo heerlijk om dan weer rozig thuis te komen. Dan smaakt die kop thee extra lekker. Ik heb makkelijk praten, want geen seizoensdepressie, maar ‘bezig blijven’ is wel een tip die ik zou geven als outsider… Want als je bezig bent, vind je ook wat afleiding en gaat de tijd weer een stukje sneller.”
Lonneke: “Oeh ja, mijn wake-up light, wat een uitvinding is dat. Ook al is het vooral mijn vriend die me wakker maakt en niet per se de wekker, haha. Verder heb ik mijn kruik al weer uit de kast getrokken, van die warmte kan ik echt intens genieten. Wat lekkers te drinken, te eten, op de bank met mijn vriend en de katten, leuke film erbij, ja daar kan je mij wel blij mee maken.”
Daniël: “Mijn hondje! Hoe somber ik ook kan worden van het koude natte weer en het gebrek aan daglicht, zodra mijn wekker afgaat komt hij me vrolijk en vol liefde begroeten. Hij herinnert me eraan dat het tijd is om op te staan en naar buiten te gaan. Dit is geen reclamespot om maar een hond te nemen, want het is echt niet altijd makkelijk en vergt veel toewijding, tijd en energie. Maar voor mij is hij zonder meer een lifesaver.”
Peggy: “Als ik lees wat Irene en Lonneke schrijven dan wordt het misschien tijd om een wake-up light aan te schaffen, haha. Voor mij is het vooral genieten van de kleine geluksmomentjes. Dus focussen op wat fijn is in plaats van wat zo tegenstaat. En dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan en ook ik leer daar nog altijd in, maar ik merk wel dat het de donkere dagen toch een beetje lichter maakt.”
Anne: “Door het licht te blijven opzoeken. Ook in de herfst of in de winter kan de zon nog fijn stralen en zijn de dagen niet enkel donker. In plaats van op het einde van een werkdag, ga ik wat vaker tussendoor eruit. Dikke jas aan, muziek op, een klein rondje wandelen en genieten van de frisse lucht. En daarna heel snel aan de warme chocolademelk!”
Geef een reactie