Eten, het blijft altijd mijn grootste vijand. Mijn leven draaide 24/7 alleen om
eten. Het begon klein maar werd steeds groter. Zo groot dat ik op een gegeven
moment geen idee en geen besef van mijn leven meer had.
Ik had nooit gedacht dat ik dit ooit zou gaan schrijven maar ik doe dit om ook mensen te kunnen helpen. Ik heb al bijna 4 jaar een eetstoornis vanaf ongeveer mijn 14e met ups-and-downs.
Ik was 4 jaar toen ik voor het eerst gepest werd, het begon onschuldig met uitschelden, duwen, slaan, bedreigen etc. Dit duurde eigenlijk tot en met mijn 12e , ik werd altijd buitengesloten en hoorde dus nooit ergens bij. Ik was altijd het lelijke eendje die niet mee mocht doen. Ik was dik en niet goed genoeg. Dat werd mij erg vaak verteld. Dit deed mij erg veel verdriet. Ik huilde vaak in mijn slaap en smeekte of ik niet naar school hoefde te gaan. Ik voelde me altijd erg eenzaam en bleef zo altijd onzeker over mijn lichaam. Toen ik naar de middelbare school ging leek alles te veranderen, sociaal ging het beter en ik maakte veel vrienden en vriendinnen.
Het eetprobleem zelf begon bij mij in de 2e klas. Ik was erg onzeker over mijn lichaam en ik voelde me altijd ongemakkelijk als ik ergens was of als mensen naar mij keken. Ik dacht altijd dat ik iets verkeerd zei of deed of dat ik er niet uit zag. Ik hoorde vroeger vaak dat ik wat aan de forsere kant was. Ik wist zelf niet of dat zo was want ik keek nooit in de spiegel omdat ik niet graag naar mezelf keek. Ik begon mij in die tijd steeds meer af te zonderen en ging volledig voor mijn school. Toen ik naar de derde ging moest ik naar een andere school, dit vond ik zeer vervelend omdat ik dan weer in een nieuwe klas zou komen.
Toen ik daar begon, kon ik mijn draai niet vinden en ging het steeds slechter op school. Ik stond er zo slecht voor dat ik begeleiding kreeg voor mijn huiswerk bij mijn mentor. Ik begon mezelf steeds meer te haten, ik wist niet wat ik met mezelf aan moest. Ik voelde me onzichtbaar… alsof niemand mij zag. Het lijnen begon toen hevig, ik at erg weinig op een dag. De kilo’s vlogen eraf maar dat was niet genoeg. Ik vond op internet het wondermiddel ‘’ laxeertabletten” en dit was voor mij de oplossing. Ik begon met een kleinere hoeveelheid maar dat werden er steeds meer. Op moeizame dagen nam ik er soms zoveel en dat hielp mij de dag te verdragen.
Inmiddels had ik een baan gevonden en werkte ik naast school en in het weekend. Dit zorgde ervoor dat ik extra beweging had en steeds meer af viel. Het voelde zo goed als ik op de weegschaal stond en het gewicht klopte met wat ik in mijn hoofd had. Toen ik op gegeven moment niet meer af viel, kwam dit totaal verkeerd binnen. Als gevolg at en dronk ik meerdere dagen niet. Ik had op de laatste dag een sportdag en was compleet uitgedroogd. Ik had al die dagen wel de laxeertabletten gehad en ik stond op mijn laatste reserves. Ik kon niks meer, ik kon niet rennen, kogelstoten, speerwerpen alles koste mij moeite. Een uur later vroeg ik iemand een slokje water omdat ik het gevoel had dat ik flauw ging vallen. Toen ik dat slokje water nam ging het helemaal niet goed. Ik had zolang niks meer binnen gehad dat mijn lichaam begon te protesteren. Ik moest overgeven maar er kwam niks. Ik ben toen huilend naar huis gefietst en heb toen 3 uur lang geslapen, ik was op.
Ik ben er echt nog steeds verbaasd van dat ik het die tijd had vol gehouden, maar blijkbaar was mijn lichaam zo gewend aan de kleine beetjes die ik at. Was dit een wake-up call? Nee voor mij niet, ik ging gewoon door. Ik had de raarste manieren van eten. Zo ontleedde ik alles wat ik te eten kreeg waardoor uit eten gaan voor mij altijd heel lastig was. Dat vermeed ik dus ook zo veel mogelijk.
Op gegeven moment vroeg mijn mentor hoe het met mij ging. Ik kon het niet meer, hele dagen rondlopen zonder besef te hebben waar je bent of wat je aan doen bent. Ik was nauwelijks aanspreekbaar en ik isoleerde mezelf van alles en iedereen. Ik beloofde hem om hulp te gaan zoeken. Ik ging naar de huisarts en ontmoette daar een aardige hulpverlener. Ik vertelde haar alles. Ik voelde me begrepen en even leek het echt goed te gaan. Mijn mentor supporte mij bij elk succesje dat ik maakte. Hij was een steun en toeverlaat die ik echt nodig had.
Op mijn werk waren ze inmiddels ook op de hoogte en zij hielpen mij echt goed. Als ze aan mij zagen dat het niet goed ging, namen ze mee naar achter en gaven ze mij iets te eten. Meestal wilde ik dat niet, maar ik kon het uiteindelijk wel waarderen. Ze deden het immers om mij te helpen. Eten waar andere mensen bij zijn was voor mij een issue, ik kon het niet. Op straat in de kantine of op school, ik schaamde me altijd heel erg. Waarom weet ik op de dag van vandaag niet, mensen mogen mij gewoon niet zien eten. De laxeerpillen bleven in mijn leven, ik was kort gezegd verslaafd en ik kon niet meer zonder. Ik vertelde dit eigenlijk aan niemand want ik schaamde me daar heel erg voor.
Nadat het beter ging, kreeg ik een terug val, ik nam zeer grote hoeveelheden pillen en at bijna niks. Ik werd toen doorverwezen naar een speciale kliniek voor eetstoornissen waar ik therapie kreeg. Ook moest ik naar het ziekenhuis voor onderzoeken en mijn darmen waren zeer beschadigd. De arts vertelde mijn vader dat dit niet langer zo kon doorgaan. Ik moest per direct afkicken van de pillen en dit koste mij erg veel moeite. Het was immers voor mij de normaalste zaak van de wereld. Ik leverde ze in en ging stapjes vooruit. Ik leerde bij een diëtiste wat ik moest eten op een dag en probeerde mij daaraan te houden. Mijn ouders heb ik hier altijd buiten gelaten, zij waren uiteindelijk geschokt door de woorden van de arts. De conclusie was anorexia het purgerende type.
Tot op de dag van vandaag gaat het goed, ik heb af en toe terugvallen en dan heb ik het echt moeilijk. Laxeerpillen heb ik nog steeds, zoals altijd in het zijvakje van mijn tas. Waarom? Omdat ik die controle toch altijd bij mij wil houden, ik hoop dat ooit los te kunnen laten en trots te kunnen zeggen dat ik volledig beter ben. Ik werk er hard aan. Die rare manieren van eten heb ik nog steeds en het eten met andere mensen erbij blijft echt heel erg lastig, uit eten en dergelijke is voor mij ook dan een grote moeite. Het blijft altijd een stukje van mij. Elke dag is een strijd, maar er komt een dag dat ik definitief gewonnen heb.
Geef een reactie