Toen ik op de basisschool zat, deden we in de pauze vaak spelletjes: tikkertje, verstoppertje of we gingen voetballen. Vaak deden we dan ‘jongens tegen de meisjes’ – ik wist echter niet goed waar ik bij hoorde, of waar ik bij wilde horen. Elke dag koos ik een ander team, tot frustratie van mijn klasgenootjes. Vaak kreeg ik vragen die ik zelf niet kon beantwoorden. Ik snapte mezelf niet; waarom deed ik zo moeilijk? Achteraf vielen alle puzzelstukjes op zijn plek.
Al eerder schreef ik blogs over mijn transitie van vrouw naar man maar in deze blog ga ik verder in op het opgroeien terwijl je niet weet wie je bent, je zou het identiteitsverwarring kunnen noemen.
Abel is sinds 2022 gastblogger bij Proud2Bme. Hij blogt onder andere over de LHBTQ+ community, zijn transitie, mantelzorger zijn en zijn eetstoornis. Wil je meer lezen van Abel? Dat kan via de tag ‘Abel blogt‘. Wil je zijn voorstelblog (nogmaals) lezen? Die vind je hier.
Als ik mezelf als klein kind zou moeten omschrijven, dan zou het zijn ‘een jongetje met lang haar’. Ik droeg jongenskleding, speelde met auto’s en zat op karate. Het enige wat ik absoluut niet wilde, was kort haar. Ik vond mijn lange haar mooi, vond het fijn. Ik kon me erachter verstoppen als dat nodig was. Het voelde veilig.
Hoe mijn omgeving toentertijd op mij reageerde, weet ik niet meer. Wel weet ik nog dat mijn ouders me gewoon mijn gang lieten gaan. Toen ik echter daadwerkelijk in (sociale en medische) transitie ging, werd ik me een stuk bewuster van mijn omgeving en hun reacties.
Ik ben opgegroeid in een relatief klein dorp in Overijssel. Mijn ouders hebben allebei op het platteland gewoond en praten met een dialect. De pubers hier gaan niet naar grote feesten, maar gaan drinken in een ‘keet’. Heel lang vond ik het niet fijn om hier te wonen en heb ik gezegd dat ik, als ik oud genoeg was, naar de stad zou vertrekken. Ik vond het vervelend dat iedereen hier elkaar kent en dat je raar wordt aangekeken als je ‘anders’ bent. Ik had het gevoel dat iedereen een oordeel over me had, dat ze me gek vonden, raar.
Inmiddels ben ik een aantal jaar verder, is mijn transitie (zo goed als) afgerond en denk ik er een beetje anders over. Ik vind het nog steeds lastig dat, voor mijn gevoel, iedereen in het dorp mij kent en dat ik bekend sta als ‘die transgender met problemen’. Ik laat me er echter niet meer door beïnvloeden. Ik zou er nu ook niet meer aan moeten denken om in een drukke stad te wonen, omdat ik de rust van het dorp zo kan waarderen. Ik voel me hier veilig, ook al ben ik misschien ‘anders’ dan de meeste leeftijdsgenootjes.
Zo interesseren drank en drugs mij nog steeds niet, ben ik behoorlijk introvert en lig ik het liefste om 10 uur ’s avonds in mijn bed omdat ik moe ben; en dat is oké. Het klinkt cliché maar iedereen is anders, heeft andere interesses en behoeftes. En als jij geen zin hebt om de standaard-student uit te hangen en bier te drinken: doe dat dan niet.
Momenteel heb ik niet veel vrienden hier in de buurt wonen en ook dat vind ik prima. Ik ben slecht in het onderhouden van vriendschappen en de vrienden die nu dicht bij me staan die begrijpen dat. Ook heb ik veel behoefte aan tijd voor mezelf. Tijd om tot rust te komen, op te laden. Bij vriendschappen gaat het (in mijn mening tenminste) om kwaliteit, niet om kwantiteit.
Last but not least: het dorp waar ik woon kan ik inmiddels meer waarderen, maar ik ga het wel verlaten. Ik sta op het punt om te gaan verhuizen, op mezelf te gaan wonen. Niet in de stad, maar opnieuw in een dorp. Een dorp waar het nog rustiger is dan waar ik nu woon. Waar niemand me kent. Anoniem. Ik kijk er enorm naar uit, maar vind het ook heel spannend.
Wordt vervolgd!
Geef een reactie