Ik ben Esther en dit is mijn verhaal.
Op 18 juli 1991 werd ik op de aarde gezet. Er waren als snel veel problemen met mij, mijn hartje soms raar. Mijn ontwikkeling begon later. En zo was ik eigenlijk al een baby, die veel aandacht nodig had. Elk kind kan al praten op zijn 3de jaar. Dit kon ik niet.
Al snel werd er gezegd dat ik naar een speciale school moest. Hierdoor heb ik niet veel van mijn jeugd meegemaakt. Ik had geen vriendinnen. Niet thuis, omdat ik anders was dan de andere kinderen.
En niet op school.
Zo veel jaren heb ik mij anders gevoeld. In groep 6 van de basisschool was ik goed ontwikkeld. Ik mocht naar een gewone basisschool. Hier was ik natuurlijk blij om. Maar wat ik niet wist, was dat het mijn leven zou veranderen.
Iedereen had vriendinnen in de klas. Niemand die ooit naar mij om gekeken heeft. Ik mocht nooit meedoen met spelletjes. En ik werd altijd buitengesloten. Gelukkig had ik wel 1 vriendin. Melissa.
Dit was ook gelijk mijn beste vriendin.
Ik was blij dat ik in de 1ste bij haar in de klas kwam. Maar al snel begonnen de problemen weer. We kregen andere vriendinnen. En al snel raakte ik mijn beste vriendin kwijt, door een ander meisje. Weer begon ik me alleen te voelen. Ook die vriendinnen raakte ik kwijt. Mijn beste vriendin zag ik soms nog.
Ik zag een uitweg, altijd maar weer in een mes. Dat was mijn gevoel van uiting. Mij gaf het rust.
En er was toch niemand, die er om me gaf.
In het 2de leerjaar kwam ik bij een meisje in de klas, die ook niemand had. Dus gelijk voelden we al een klik. Ik was blij. Maar ook hier kwam weer snel een einde aan. Omdat zij altijd maar met een ander meisje om ging. En nooit meer met mij. Mijn beste vriendin ging ook niet meer met het oude groepje om. Ze kreeg nieuwe vriendinnen. En dat werden ook mijn vriendinnen. Maar toch had ik altijd een masker op. Nog steeds beschadigde ik mezelf. En ik raakte zo onzeker. Ik begon mezelf op dat moment te dik te voelen.
Na een half jaar raakte ik mijn enige vriendinnen kwijt. Omdat ze door hadden dat ik een masker op had. Later vonden ze dit een reden, om mij te pesten. Ik had helemaal niemand meer. Ik kon beter dood zijn. Elke dag ging het weer mis. Elke dag pakte ik weer mijn vertrouwde voorwerp.
In de 3de ging het niet meer. Ik vertelde het mijn mentrix. En zij stond altijd voor mij klaar. Samen met haar zocht ik naar hulp. In dit jaar zat ik er doorheen, ik wist niet meer wat lachen was. Ik wist niet hoe het was om blij te zijn. En ik werd in dat jaar zo erg gepest, dat ik nog een keer wenste dat ik niet meer leefde.
In het 4de leerjaar kreeg ik eindelijk wat aansluiting. Ik kon weer lachen. Maar ik wist dat hier ook een einde aan kwam. Ik was blij toen ik in 1x geslaagd was.
Inmiddels zit ik op het MBO. Eén van mijn pesters zit nog steeds op mijn school. En dat maakt me nog steeds erg onzeker. Ik heb nu eindelijk vriendinnen, die er altijd voor me zijn. Ook heb ik 3 jaar lang dezelfde mentrix, bij wie ik altijd terecht kan. Deze zomervakantie is mijn oma overleden, met wie ik erg goed contact had. Op dat moment, zakte mijn leven weer totaal in.
Nu lijkt mijn leven een leuk leven. Maar voor mijn gevoel, ben ik weer terug gevallen. Eigenlijk vond ik mij zelf al jaren te dik. Maar ik had er nooit aandacht aan besteed. Op een gegeven moment hoorde ik erg vaak de naam pro-ana vallen. Ik wilde weten hoe al die mensen afvallen. En voor ik het wist, kan ik nu niet meer zonder.
Elke dag wordt het steeds een moeilijkere strijd. Altijd maar weer obsessief met afvallen bezig zijn. Ik kan aan niets meer anders denken. En ik heb ook zo het gevoel dat ik alles alleen moet doen. Van mijn ouders kan ik geen hulp verwachten. En mijn vriendinnen weten niet hoe een eetstoornis is.
Ondertussen heb ik een paar gesprekken gehad bij de PsyQ in Zoetermeer. Nu word ik weer doorverwezen naar de PsyQ in Den Haag. Daar hoop ik een deeltijdbehandeling te volgen. Ik baal er van, dat het alleen maar wachten is. Op een gegeven moment, word je zo moe van het wachten. Het wachten op hulp.
Ik kom steeds vaker op de pro-ana sites. Het neemt mijn leven over. Ik zie mezelf steeds meer de grond inzakken. En ik kan het niet laten stoppen. Het is een strijd, een verschrikkelijke strijd.
I want to say that I’m proud. But I can’t.
Geef een reactie