Vroeger was ik bang voor een heleboel dingen. Ik durfde niet uit bed als ik ‘s nachts moest plassen, omdat ik dacht dat er een monster onder m’n bed zat, was bang voor de buurman, bang voor inbrekers of vond het eng om alleen thuis te zijn. Sommige van die angsten heb ik nog steeds, andere, zoals die van het monster onder m’n bed, zijn typische angsten uit mijn kindertijd.
Ik lijk misschien stoer, maar eigenlijk ben ik best wel een held op sokken. En toch moet ik dingen doen, stappen zetten en ondanks dat het donker en stil is in huis ‘s nachts naar de wc. Misschien ben jij ook wel ergens bang voor of voor een heleboel dingen. Best wel lastig, want alleen thuis zijn, in het donker zijn of een insect in huis hebben, zijn dingen die er nu eenmaal bij horen.
♦ Bang in het donker
Vroeger sliep ik met een nachtlampje of moest mijn deur op een kier vanwege het licht op de overloop. Tegenwoordig vind ik het ook nog wel eens fijn om de lamp op mijn nachtkastje wat langer aan te laten staan. Vroeger bedacht ik me allemaal gekke scenario’s en tegenwoordig voel ik me ook nog wel eens bang in het donker. Ik vond het stom van mezelf, want welke vrouw van halverwege de twintig is nu nog bang in het donker?
Heel veel vrouwen, merkte ik toen ik er over praatte met andere meiden in mijn omgeving. Het was helemaal niet zo gek. Ik merkte ook dat ik er eigenlijk alleen last van heb als ik vermoeid, gestressd of verdrietig was. Ik voel me dan gewoon wat minder veilig. Tegenwoordig laat ik dus gewoon een lampje aan. Ik hoef niet altijd even stoer te zijn.
♦ Bang om alleen thuis te zijn
Ook nu vind ik het nog wel eens onprettig om alleen thuis te zijn. Vooral als ik me dus wat emotioneler of moe voel, maar ook als het stormt, donker is, ik een enge film heb gekeken of een naar bericht op het nieuws heb gezien. Ik probeer dan even stil te staan bij de dag ervoor of een andere dag waarop ik niet bang was. Vandaag is door die berichten niet ineens heel anders en dat helpt relativeren.
Jaren geleden kon ik nog wel eens echt heel bang zijn om alleen thuis te zijn. Ik liep dan alle deuren langs om de checken of ze goed dicht waren, deed overal het licht aan en belde dan een vriendin of m’n moeder als ik door het huis liep. Erg onprettig. Relativeren en terugdenken aan een dag waarop ik niet bang was, heeft geholpen niet meer zo bang en onrealistisch te denken. Intussen voel ik me gewoon veilig in mijn eigen huisje. Ook als ik alleen ben.
♦ Bang om alleen over straat te gaan
Misschien ben je wel bang om alleen over straat te gaan. Toen ik een eetstoornis had, was ik erg onzeker. Ik vond het spannend om in mijn eentje ergens heen te gaan. Ik deed het wel, maar voelde me erg ongemakkelijk, was bang dat mensen iets van me vonden en naar me keken. Ik voelde me veel veiliger als ik samen met iemand op pad ging. En nog steeds vind ik dat natuurlijk vooral gezellig. Maar ik ga inmiddels ook graag alleen naar het bos, naar de stad of ergens lunchen. Heerlijk juist.
♦ Bang om te vliegen
Ik heb nog nooit in een vliegtuig gezeten. En iedere keer als ik de gedachte heb ”Misschien moet ik het toch maar eens doen”, heb ik een nachtmerrie over een vliegtuig dan neerstort. Ik weet niet wat het is, maar vliegen lijkt me gewoon ontzettend eng. Het idee dat je in de lucht hangt, nergens aan vast… brrr. Toch wil ik wel een keer gaan vliegen, maar op dit moment ga ik liever met de auto, het openbaar vervoer of de boot op vakantie. Misschien als iemand me overhaalt of ik graag een hele mooie reis wil gaan maken. Heb je last van vliegangst en wil je hier vanaf, dan zijn daar speciale cursussen voor: Lees hier meer over vliegangst.
♦ Bang om te bellen of iets te vragen
Sommige mensen zijn bang om te bellen. Misschien herken je het wel. Vaak komen dit soort angsten door onzekerheid of een laag zelfbeeld. Je bent bang voor hoe de ander reageert, weet niet percies wie je aan de telefoon krijgt of bent bang dat iemand jouw vraag dom vindt. Best lastig, want bellen en dingen vragen aan mensen is best handig.
Als ik een spannend telefoontje moet plegen, ben ik ook vaak bang dat ik iets verkeerds ga zeggen. Als het echt, echt spannnd is trillen mijn handen als ik het telefoonnummer intoets. Ik probeer dan altijd even goed diep adem te halen en zeg tegen mezelf dat het echt wel goed komt. Meestal ben ik dan al een stuk minder zenuwachtig. En, oefening baart een hele hoop kunst. Dus hoe meer je belt, dingen vraagt en hierin ervaring op doet, hoe beter het zal gaan. Lees hier meer over belangst.
♦ Bang voor viezigheid
Je kunt ook bang zijn voor vuil, dingen die over de datum zijn of bacteriën. Je bent bijvoorbeeld bang dat iets over datum is en gooit daarom al snel eten weg wat bijna over datum is of langer dan een paar dagen geopend is. Heb je smetvrees, dan was je je handen overmatig, ben je bang ziek te worden of krijg je de kriebels van een bakje nootjes waar anderen ook uit eten met hun handen.
Ik heb hier zelf niet echt last van. De gedachte dat ik er echt niet ziek van word of er iets anders gebeurt, helpt me om te weten dat het heus niet erg is om een glas melk te drinken dat 1 dag over de datum is. Heb je echt last van smetvrees en ga je extreem gecontroleert om met hygiene, lees dan dit eens.
♦ Bang voor hoogte of kleine ruimtes
Ik kan mezelf behoorlijk bang maken als het gaat om kleine ruimtes, zoals liften. Ik ga eigenlijk bijna nooit met de lift. Als ik moe ben of erg veel trappen moet lopen stap ik er nog wel eens in. Maar dan ben ik in een goede bui. Ook vind ik hoogtes eng. Ik durf maar twee meter hoog te klimmen op de klimmuur en als ik een hoge hotelkamer heb, durf ik niet uit het raam te kijken. Best wel jammer, want soms is het uitzicht best mooi. Misschien komt dat nog.
♦ Bang voor de dood
Misschien ben je ook wel eens bang voor de dood. Soms grijpt het me wel eens aan. Want wat gebeurt er als je plotseling zou overlijden? En het verdriet dat er dan zal zijn bij nabestaanden… Ook ben ik wel eens bang om mensen kwijt te raken. Mijn vader kreeg ooit een hartinfact en de periode daarna ben ik regelmatig angstig geweest dat iemand uit mijn gezin plotseling dood zou gaan. Een hele nare angst.
Toch is het goed daar niet te lang over te gaan piekeren. Dit soort dingen kunnen inderdaad gebeuren, maar de kans is niet zo groot. Overkomt het je toch, dan is dat natuurlijk enorm verdrietig en heftig. Maar als je hier de hele tijd maar bang voor bent, blokkeer je en dat is ook niet fijn. Geniet van de mensen om je heen en van het leven dat je nu hebt.
♦ Bang voor beestjes
Redelijk veel mensen zijn bang voor spinnen. Ik vind het ook maar niks. In het huis waar ik woonde met mijn ouders waren erg grote spinnen, soms wel vijf centimeter groot. Deze kon je niet plat slaan met een slipper, maar moest dan weggehaald worden door mijn vader met een glas en een kartonnetje. Vreselijk vond ik die beesten. En nu ik er over schrijf, krijg ik meteen weer jeuk. Het idee dat het beest in je kamer loopt, terwijl jij er niets van weet. Of het idee dat hij over je heen loopt. En vergeet niet de verhalen over het aantal spinnen dat mensen in hun leven eten als ze slapen!
Griezelig vind ik het idee dat er beestjes in mijn kamer zijn. Ik vind ze vies en eng. Het helpt mij vooral te bedenken dat de diertjes eerder bang zijn voor mij, dan dat ik bang voor hen hoef te zijn. Denk maar aan een muis of mier. Ze racen er vaak al snel vandoor als jij in de buurt komt. Het gekke is trouwens dat wanneer ik ga kamperen ik die beestjes ineens helemaal niet meer eng vind en dan ineens zeg ‘Dat hoort bij kamperen’.
♦ Bang voor de dokter of tandarts
Zelf ben ik niet zo heel erg bang voor de dokter. Vaak ga ik hier enkel heen met een klacht die te verhelpen is met medicijnen of een doorverwijzing. Sommige mensen vinden dit echter wel heel eng. Ze zijn bang voor wat de dokter zal zeggen of bang om allerlei ziektes te hebben. Ben je erg bang dat je ziektes hebt, dan heb je misschien last van hypochondrie.
De tandsarts is echter een heel ander verhaal. Het boren en de grote naald van de injectie die je krijgt om te verdoven vind ik vreselijk. Ook vind ik het lastig dat ik niet precies kan zien wat er gebeurt. Inmiddels heb ik wel een fijne tandarts die hiervan weet. Hij vertelt dan ook stap voor stap wat hij doet en zegt heel vaak ”Ik ga je geen pijn doen”. Dat stelt me meestal wel gerust, terwijl ik het heus wel weet natuurlijk.
♦ Bang voor bloed
Een klein schaafwondje vind ik niet zo eng, maar bloedprikken of veel bloed maakt me draaierig. Als ik bloed moet prikken, stel ik dat dan ook weken en soms zelfs maanden uit. (Oeps) Ik weet dat het allemaal wel meevalt, maar het idee van die naald in mijn arm vind ik maar niks. Ik spreek meestal af met de zuster die bloedprikt dat ze tegen me praten als ik in de stoel zit. Zo blijf ik erbij en val ik niet flauw. Ze zegt ook altijd wanneer ze het laatste buisje doet en dat stelt me best wel gerust. En weetje, het is eigenlijk zo voorbij.
♦ Bang om bang te zijn
Misschien ben je wel voor een heleboel dingen bang. Ik had een tijdje dat ik eigenlijk niet eens meer wist waarom ik iets eng vond. Ik was eigenlijk meer bang om bang te worden. Soms maak je jezelf dan zo gek met allerlei scenario’s en ben je bang voor de angst die je zult voelen. Ben je je hier bewust van, probeer hier dan iets aan te doen. Bang zijn is een alert van je hersenen. Best handig om je te waarschuwen, maar het moet je niet belemmeren in je dagelijkse leven.
Bang zijn we allemaal wel eens en misschien herken je een aantal van de angsten hier boven. Dat is helemaal niet gek en je bent daarin echt geen aansteller of schijtebroek. Ik ben ook een held op sokken en daar hoef ik mezelf helemaal niet minder door te voelen. Heb je echter heel veel last van de angsten en belemmeren ze je om dingen te ondernemen of te bereiken, dan is het goed hier eens over te praten met je psycholoog, huisarts of vertrouwenspersoon op school.
Ik zelf ben inmiddels veel minder bang voor dingen. Misschien ook omdat ik meer op mezelf heb leren vertrouwen en het vermogen om met angst om te gaan. In ieder geval doe ik ‘alles’ gewoon en durf ik nieuwe dingen aan te gaan met open armen. Ik merk vooral dat ik bang ga denken als ik moe of emotioneel ben. Het geeft dan niets dat ik wat sneller bang ben en ik probeer dan even extra goed voor mezelf te zorgen. Meestal voel ik me daarna dan weer sterk genoeg en zijn die gekke dingen waar ik mezelf bang voor maak ook weer weg.
Dit zijn angsten los van de angsten die te maken hebben met eten zoals aankomen, dik worden of door te slaan. Wat alle angsten betreft is het belangrijk angst toch aan te gaan. Als dit niet lukt of je dit niet durft, is het belangrijk daar hulp bij te vragen van geliefden of hulpverlening. Achter angst blijven schuilen kan je leven namelijk erg klein en beperkt maken. En je hoeft het niet alleen aan te gaan.
Welke angsten herken jij?
Plaatjes: Weheartit
Geef een reactie