Ik ben geen gezonde, Hollandse meid

Er is een droom van een flink aantal jaar geleden die ik me nog altijd heel goed herinner: Ik lag op een operatietafel. Mijn scheenbeen was opengesneden en artsen waren aan het wroeten tussen mijn botten, spieren en pezen om te kijken of er niet iets stuk of gescheurd was. Ik kwam bij deze operatie niet in aanmerking voor een verdoving. Ik had immers geen ondergewicht en een gezonde, Hollandse meid moet wel tegen een beetje pijn kunnen.

Op dat moment vond ik het gewoon een nare droom, maar nu ik er achteraf naar kijk is het eigenlijk een heel veelzeggend scenario. Ik weet nog goed dat ik destijds een hekel had aan de term ‘een gezonde Hollandse meid’. Ik zag dan een stevige en gespierde vrouw voor me met regenlaarzen. Deze vrouw houdt niet van gezeur, klaagt niet, werkt hard en laat zich niet tegenhouden door wind of weer. Eigenlijk klinkt het haast als een soort superwoman, maar mij schrikte dit beeld alleen maar af. Een gezonde, Hollandse meid? Hell no!

In de eerste instantie dacht ik dat het mij vooral afschrikte, omdat deze vrouw in mijn ogen stevig was. Stevig, niet te dik, maar wel te dik voor mij. Ik zou dat niet kunnen hebben, maar bij de gezonde, Hollandse meid stond het juist mooi en stoer. Ergens maakte dat uit, maar die letterlijke stevigheid schrikte mij ook op een andere manier af, namelijk dat je ook figuurlijk stevig moet zijn. Je mag niet klagen, je moet hard werken, geen gepiep en geen gezeur. Niet lullen, maar poetsen. Een nuchtere Hollander. Vooral niet te moeilijk doen.

Een superwoman is nooit zwak, maar ik, ik ben geen superwoman. Ik voelde me ontzettend zwak. Ik heb onzekerheden, ik kan niet alles even goed en ik ben nogal onhandig. Ik ben soms heel verlegen, weet niet wat ik moet zeggen en vind gevoelens ook maar lastig. Ik heb de waarheid niet in pacht, niet overal ervaring mee en ben soms liever lui dan moe. Ik heb niet altijd zin, ik kan me niet altijd zo goed concentreren en ga zo maar door. Destijds focuste ik zo op dat negatieve dat ik helemaal mijn positieve punten niet meer zag. Gelukkig zie ik daar nu veel meer nuance in.

Toen iemand me tijdens mijn eetstoornis vroeg of ik niet liever weer een gezonde, Hollandse meid wilde zijn kan je je voorstellen dat mijn eerste reactie ‘nee!’ was. Die verantwoordelijkheid durfde ik niet aan. Ik had nu juist een excuus om niet aan al die dingen te hoeven voldoen. Ziek blijven was heel naar, maar ook wel een soort van makkelijk. Het is niet zo dat ik dat heel bewust zo besloten had, maar onbewust speelde dit denk ik wel een rol.

Het was een soort van oké dat school niet lukte. Het was oké dat ik verdrietig was. Het was oké dat werk te veel was. Het was oké dat relaties niet lukten. Het was oké om me terug te trekken. Het was oké om soms onaardig te doen. Het was oké dat ik niet perfect was. Ik kon mijn gevoelens verdoven met eetbuien. Ik kon vluchten in mijn eetstoornis als de wereld om me heen te dichtbij kwam. Zwakte zou niet passen in deze maatschappij. Ik dacht dat mensen me erom zouden veroordelen, maar als ik ziek was zouden ze het wel begrijpen.

In mijn ogen waren Nederlanders maar hard. Hard werken, niet zeuren. Hup Holland Hup. Aan de andere kant is het zo dat, als je naar andere culturen kijkt, Nederlanders over het algemeen wel heel open en recht voor z’n raap zijn. Dat vind ik wel fijn. Er lijken alsmaar weer meer taboes doorbroken te worden en daarmee durven mensen ook steeds vaker open te zijn over hun problemen. Althans, dat ervaar ik. Aan weer de andere kant ervaar ik toch nog wel de ‘nuchtere hollander’ en nodigen we elkaar niet zo snel uit op de koffie. Hoe open ben je dan? Lastig om te zeggen misschien ‘waar we nu staan’ hierin. Aan de ene kant zijn we open, maar aan de andere kant gesloten, maar dat is misschien ook iets dat met de generatie verschilt en ook per situatie weer.  

Mijn ouders zijn opgevoed met het gezegde dat je de vuile was niet buiten moet hangen, terwijl we ondertussen weten dat het juist heel goed is om te praten over dat waar je mee zit zonder dat je het aan de grote klok hoeft te hangen. Wat dat betreft is dat niet goed of fout hoor, maar er is gewoon veel meer onderzoek gedaan. Situaties hebben een naam gekregen en bepaalde problemen kunnen bij een diagnose horen. Helderheid. Duidelijkheid. Een plan van aanpak. Ook dat is taboedoorbrekend.

Wat mij is opgevallen toen ik meer begon te delen over dingen die ik lastig vond, is dat ik lang niet de enige was. Tuurlijk, de één worstelt wat meer met zichzelf en het leven dan en de ander heeft wat meer pecht, maar ik ben nog niemand tegen gekomen die echt een onverslaanbaar supermens is die nooit onzeker, bang of verdrietig is. Sterker nog, ik denk dat het helemaal niet menselijk is om nooit onzeker, bang of verdrietig te zijn. Het is ook helemaal niet zo dat je dat nooit mag zijn, maar het moet niet je leven beheersen. Niet omdat dat niet mag, maar omdat dat gewoon niet fijn is voor jouzelf. Toch is je af en toe rot voelen heel gezond. Die gevoelens accepteren en delen helpt. Dat is juist heel gezond. Wat dat betreft had ik mezelf ook echt onderschat. Ik kan best wel wat hebben, maar je hoeft geen superwoman te zijn om een gezonde, Hollandse meid te zijn. Ook een stoere boerin met regenlaarzen is soms onzeker, voelt pijn en verlangt en verdient zorg en liefde. Dat maakt haar niet minder stoer en sterk. Dat kan en mag naast elkaar bestaan. 

Irene

Geschreven door Irene

Reacties

2 reacties op “Ik ben geen gezonde, Hollandse meid”

  1. Wat ben je toch mooi!

  2. Mooi artikel, Irene! Mooi inzicht dat je best mag delen waar je mee zit. Er is een groot verschil tussen zeuren en ventileren immers. Ventileren zorgt voor ademruimte, een frisse wind. Persoonlijk vind ik mensen stoer/dapper/heldhaftig die juist hun gevoelens tonen maar er niet in blijven hangen op lange termijn. Veerkracht. Xxx

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *