Langzaamaan begon ik mijn draai weer te vinden in ‘het gewone leven’. Ik zat op school en ging zelfstandig naar de deeltijd therapie. Op school had ik zelfs wat vriendinnen gemaakt! En aangezien dat een hele opgave was, was ik er ontzettend blij mee dat dat was gelukt. Ik ben niet iemand die makkelijk contact maakt. Ik ben sociaal angstig, wat voor mij betekent dat het maken van nieuwe sociale contacten soms heel stressvol is. Als ik eenmaal contacten heb, gaat dat wel goed.
Voor mijn eetstoornis had ik ruzie gehad op school. Mijn beste vriendin keerde de hele klas tegen me. Ook waren er jongens die mijn zelfvertrouwen ontzettend naar beneden hebben gehaald door nare dingen tegen me te zeggen. Naar school gaan was verschrikkelijk, een bron van angst. Ik besloot te gaan afvallen zodat ik me alleen daarop hoefde te focussen. Daarom juist was weer naar school gaan een hele grote stap.
Maar ik was ontzettend blij om te zien dat ik nu in een heel andere klas was beland. De meiden kwamen zelf op mij af en waren net als ik rustig en niet zo overdreven. Maar hoe aardig ze ook waren, contact bleef eng. Ik kan me sociaal goed redden, maar in mijn hoofd is het dan een grote wirwar van gedachtes. ‘Ze vinden me raar, zewillen alleen maar met me omgaan omdat ze me zielig vinden’ en ‘ze vinden me lelijk’ spookte er door mijn hoofd. Ook was ik telkens bang dat ze nare dingen over mij dachten of dat ik niet het goede zei.
Langzaam aan ben ik gaan merken, dat mensen vaak gewoon de goede bedoelingen hebben. Dat niet iedereen zo is als de mensen in mijn eerste klas. Meestal, als ik zelf positiever ben over de bedoelingen van mensen, wordt het vanzelf al veel leuker in het contact! Als ik op iemand afstap met de gedachte dat diegene mij ook aardig vindt, straal ik dat ook uit en ben ik ook opener. Het blijft nog heel lastig, want de invulgedachtes voor anderen over mij blijven automatisch in mijn hoofd op poppen.
Mijn negatieve zelfbeeld is een van de grote aanleidingen tot mijn eetstoornis. Voor mijzelf ben ik nooit goed genoeg geweest, niet mooi genoeg, niet slim genoeg. Ik mocht er niet zijn. En door de anorexia werd ik letterlijk en figuurlijk onzichtbaar. Misschien was dat iets wat ik onbewust ook wel wilde. Onzichtbaar zijn, omdat ik het niet waard was om er te zijn.
Negatief denken over mezelf blijft een kwetsbare plek. Als ik me niet goed voel, ik heb een toets verknald of ik vind mezelf lelijk en dik, is het zo veilig en vertrouwd om weer in de eetstoornis terug te gaan. Dan denk ik: zie je wel, ik ben niet goed genoeg. Maar wat is niet goed genoeg? Niet goed genoeg voor wie? Onthoud dat het voor een eetstoornis nooit goed genoeg zal zijn. De kunst is om dat monster in je weg te gaan jagen, want jij bent goed genoeg zoals je bent. Jullie allemaal!
Geef een reactie