Het doet pijn om terug te denken aan mijn opnames in het ziekenhuis. Geen sprankels meer in mijn ogen, mijn emoties gedoofd door het verdriet en geen levenslust meer, ik was op. Ik kijk terug naar foto’s van toen: toen ik in het ziekenhuis lag, toen ik gedwongen werd opgenomen, toen ik sondevoeding kreeg en toen ik maanden in een ziekenhuisbedje lag. Het doet pijn, ik wil niet terugdenken aan mijn opnames in ziekenhuizen, klinieken en gesloten afdelingen. Het waren er 30, allemaal even traumatisch. Ik zou willen dat ik het een plaats kon geven, dat ik er niet aan hoefde te denken, maar dat gaat niet. Ik kan het niet vergeten.
Elke keer als ik eraan denk springen de tranen in mijn ogen, en het kijken van foto’s van de afgelopen 5 jaar versterkt dat alleen maar meer. Niet omdat ik het niet kan aanzien hoe dun ik toen was, maar omdat ik er niet aan wil denken hoe vreselijk ik me toen gevoeld heb. Elke hap die ik nam, was een hap te veel en elke druppel sondevoeding, was een druppel te veel.
Ik zie de muren van het ziekenhuis nog steeds op me afkomen. Die vier muren die om mijn ziekenhuisbedje heen stonden, het bedje dat ik weken niet uit mocht. Ik zie mezelf nog steeds huilend in dat bedje liggen, dag in dag uit. Leven van het moment dat de monitor afging, naar het volgende moment dat dat ding weer begon te piepen. Mijn ouders die 24 uur per dag bij me waren, en toch had ik ontzettend veel heimwee.
Ik denk terug aan de maanden in de gesloten afdeling, omdat ik niet meer verder wou met mijn leven. Dit kwam grotendeels door de dingen die ik tijdens mijn opnames had meegemaakt. Hoe goed de groepsleiding ook haar best deed om de opnames zo aangenaam mogelijk te maken, het veranderde niks aan het feit dat ik opgesloten zat. Een tuin met een hek eromheen, een hek met prikkeldraad, en dan nog niet alleen buiten mogen zijn.
Om de 10 minuten iemand die bij je gaat kijken in je kamer, “even kijken of alles goed gaat.” Verplicht mee moeten doen aan knutselactiviteiten en muzieklessen, terwijl je het liefst de hele dag huilend in bed ligt. Het ergste vond ik de eenzaamheid die ik ervaarde. Elke dag kwam er wel iemand langs, en toch voelde ik me zó alleen. Ik dacht dat niemand om me gaf en dat niemand van me hield. Ik dacht dat het niemand wat uit zou maken als ik niet meer zou leven. Gelukkig zie ik nu wel dat er mensen zijn die van me houden. Dit geeft me veel steun en kracht, de kracht om mezelf staande te houden in deze tornado.
In plaats van te leren hoe ik meer van mezelf kon gaan houden, ging ik mezelf steeds meer haten omdat ik mezelf een mislukkeling vond. Mijn vriendinnen gingen naar school en deden leuke dingen, maar ik kon er niet bij zijn. Wetende dat ik jaren van mijn jeugd had verspild en die nooit meer terugkreeg, maakte me verdrietig.
Ik ben waarschijnlijk chronisch ziek. De diagnose eetstoornis werd chronische eetstoornis en de diagnose depressie/suïcidaliteit werd chronische depressie/suïcidaliteit. Ik heb vaak gedacht: “Waarom ik? Waarom moet ik diegene zijn die zich zo rot voelt? Waarom?”. Achteraf gezien ben ik “blij” dat ik degene ben die dit is overkomen, en niet een van mijn zusjes of een van mijn vriendinnen. Ik zou het niemand anders gunnen. Ik zou niemand anders de wanhoop, het verdriet en de eenzaamheid willen geven dat ik iedere dag voel. Ik zou het niet kunnen aanzien hoe iemand waar ik van hou, zichzelf kapot maakt. Ik wil ook niet weten hoe verdrietig de mensen om mij heen zich gevoeld moeten hebben en zich voelen, want dan voel ik me alleen maar schuldiger.
Ookal zal ik waarschijnlijk altijd het duiveltje op mijn schouders meedragen en nog vaak diep in de put vallen en daardoor geen uitweg meer zien, ik leer steeds meer te genieten van de kleine dingen. Het is niet altijd even makkelijk geweest om in de keiharde maatschappij rond te lopen, maar dat is (in tegenstelling tot gesloten afdelingen) in ieder geval écht leven.
Als jij op dit moment het leven niet meer ziet zitten en het gevoel hebt dat niemand om je geeft, onthoudt dan dat je niet alleen bent. Je familie en vrienden geven om je, ze kunnen niet zonder je. Ze kunnen niet zonder dat prachtmens dat JIJ bent. Je bent nog steeds hier, en dat is jou grootste overwinning. Neem alle hulp aan die je aangereikt wordt, al is het de hand van je vader. Die éne hand kan jou deze dag doorslepen.
Wil jij ook een gastblog, dankwoord of jouw verhaal laten publiceren op Proud2Bme? Mail dan je verhaal in een Word bestand met twee foto’s in een aparte bijlage naar redactie@proud2Bme.nl
Geef een reactie