Regelmatig verwijs ik in blogs naar mijn periode voor en na mijn herstel. Alsof het een heel duidelijk kantelpunt is geweest. Er is echter nooit een moment geweest dat ik me realiseerde: dit is het, nu ben ik hersteld. Dit is een proces dat geleidelijk aan zo is gegroeid. Inmiddels weet ik dat ik hersteld ben van een eetstoornis. Maar wat voor voorwaarden hangen hier eigenlijk aan vast? Wanneer ben je eetstoornis-hersteld?
Terugkijkend op mijn eetstoornis kan ik geen duidelijk moment aanwijzen waarop het begon. Meerdere factoren hebben ervoor gezorgd dat ik langzaamaan een eetstoornis ontwikkelde. Elke dag werd mijn onzekerheid meer en meer gevoed. De stem die vond dat ik er niet toe deed, werd sterker. Beetje bij beetje. Ook mijn herstel heeft een flinke tijd geduurd. Toen ik eenmaal de knop had omgezet, was mijn eetstoornis niet ineens weg. Iets wat ik ergens wel had gehoopt.
Eetstoornis als schild
Het heeft een tijd geduurd voordat ik inzag dat ik een probleem had. Voordat ik inzag dat het niet normaal is om eten te verstoppen. Aan niks anders te kunnen denken dan het moment dat je er toegang tot hebt. Alleen. Dat het niet normaal is om tijdens een etentje de helft van de tijd op de wc te zitten, omdat je de verleiding niet kon weerstaan om toch dat laxeerpilletje te nemen. Of beter gezegd: obsessieve angst, want verleiding was het allang niet meer. Naar mijn eetstoornis luisteren voelde niet meer als een optie; het voelde alsof ik geen andere keus meer had. Niet voldoen aan die stem betekende nog meer paniek. Meer paniek dan ik op dat moment aankon. Het voelde alsof ik oogkleppen op had, maar ze afdoen lukte me niet.
Tijdens mijn herstel droomde ik van een eetstoornis-vrij leven. Nooit meer op dieet, geen honger meer, nooit meer de drang om te eten, ik zou me nooit meer dik voelen… Dat herstel er heel anders uitzag, had ik niet verwacht. Ik dacht dat het tijdens mijn eetstoornis om eten ging, maar tijdens mijn herstel leerde ik dat het hier helemaal niet om ging. Het ging niet om mijn fysieke honger. De nachten dat ik niet kon slapen omdat ik alleen maar aan broodjes en taart kon denken waren slechts een symptoom geweest. Het ging ineens om mijn emotionele honger. Honger die ik niet kon stillen met repen chocola of boterhammen met kaas. Een honger die ik onder ogen moest zien, die ik moest ervaren. Om er doorheen te kunnen.
Toch was het moment daar: Ik moest mijn warm gedragen oogkleppen af doen. Waar ik had verwacht dat dit als een bevrijding voelde, werd ik vooral verslonden door een nieuwe angst. De angst die schuilging achter het eten. Het niet willen eten. De angst voor het leven, de angst voor mensen, de angst voor de toekomst. Angst voor alles, eigenlijk. Mijn eetstoornis maakte mij sterk, ik voelde me machtig en in controle. Hoe ironisch dit haast ook klinkt. En ineens was ik niks meer van wat ik was geweest, behalve een heel bang meisje zonder schild. Dat zichzelf zwakker had gemaakt middels een eetstoornis.
Voor mezelf zorgen
Ik wist dat veel trauma’s de bron waren geweest voor mijn eetstoornis, maar hier echt over nagedacht had ik niet. Ik dacht niet na over wat het voor mij zou kunnen betekenen als ik mijn eetstoornis los zou laten. Ik dacht oprecht niet verder dan het eten. De snoeppapiertjes die ik achter de verwarming had verstopt. Het dikke gevoel waar ik niet aan leek te kunnen ontsnappen. Ik dacht dat een eetstoornis-vrij leven mij weer taart liet eten. Gewoon, één stukje, net als de rest. Zonder het er vanaf te moeten sporten. Maar herstel bracht mij zoveel meer dan dat.
Als je net hebt gekozen om te herstellen zal je een bijzondere en wellicht heftige periode tegemoet gaan. Je zal momenten ervaren waarin je het liefst wil opgeven. Momenten waarin je denkt dat het wel meevalt, of dat je er al bent. Je zult zien dat je meer stil gaat staan bij momenten die je ooit paniek gaven. Je zult merken dat je heelt.
Het is waar dat ik niet meer nadenk bij het eten. Dat ik mee-eet met anderen, zonder hiermee bezig te zijn. Dat ik me niet meer schuldig voel als ik een reep chocola in één keer opeet. Maar het gaat niet alleen om het eten. Er zijn nog steeds weleens dagen dat ik me niet helemaal comfortabel in mijn huid voel. Echt dik voel ik me dan niet, maar helemaal fijn ook niet. En dat is oké. Ook als je hersteld bent. Ik kan deze dagen nu opvangen door naar mijn behoeftes te luisteren. Of dat nu een boswandeling is of met een bak popcorn op de bank; het mag allebei. Ik zorg voor mezelf, ben het waard om voor gezorgd te worden. Dingen die ik nu vrij makkelijk hier opschrijf, maar waar ik jaren geleden niet eens aan durfde te denken. Ik denk dat dit herstel is: jezelf erkennen en jezelf durven geven wat op dat moment passend is.
Ikzelf durfde te zeggen dat ik echt was genezen toen ik hier niet meer zo bij stilstond. Toen ik mezelf niet meer continu afvroeg; ben ik dan nu echt genezen? Toen ik meer aandacht kreeg voor dingen die ik lang niet meer had gezien. De vogels in de boom boven de bushalte, de reiger bij het meer. Toen het leven niet meer draaide om mij en mij alleen. Toen ik mijn oogkleppen was verloren.
Hoe is dit voor jou? Wanneer ben jij echt genezen?
Geef een reactie