Het is 8:00 uur, mijn wekker gaat en ik word wakker. Het eerste wat er in mijn hoofd opkomt is ‘Wat ga ik vandaag allemaal eten?’ Ik denk niet na over andere dingen, over leuke dingen die ik kan gaan doen of wat ik allemaal moet doen. Ik denk enkel na over wat ik ga eten, hoe en wanneer. ‘Wat zal ik nemen als ontbijt?‘ Direct ontstaat er een strijd in mijn hoofd: Zal ik wel ontbijten of zal ik mijn ontbijt overslaan zodat ik ‘s avonds wat meer kan eten? En als ik wel ontbijt, wat zal ik dan ontbijten? Zal ik dan boterhammen nemen met beleg of kies ik veilig voor mijn muesli met Optimel Yoghurt?
Dit is hoe mijn dag lange tijd begon toen ik nog leed aan een eetstoornis. Er was in die tijd bijna geen moment waarop ik niet aan eten dacht. Altijd spookten er gedachtes in mijn hoofd rondom eten. Het was nooit even rustig en er was altijd een soort van conflict gaan tussen mijn gezonde verstand en de eetstoornis. Ik wilde wel beter eten, maar ook weer niet. Vanaf het moment dat ik wakker werd tot het moment dat ik weer ging slapen moest ik kiezen tussen mijn gezondheid en de eetstoornis.
♥ Keuzes, keuzes, keuzes
Ik had voor mijn gevoel altijd drie keuzes: gezond, ongezond/veilig of helemaal niets. Waar ik voor koos hing erg af van mijn humeur. Voelde ik me goed en positief, dan koos ik in de meeste gevallen voor gezond en normaal eten. Voelde ik me wel redelijk of niet zo goed, dan koos ik vaak voor de eetstoornis, het ongezonde en veilige. Voelde ik me echt slecht, dan koos ik voor zo min mogelijk eten. Mijn keuze hing niet alleen af van mijn humeur, maar ook van het getal op de weegschaal. Iedere avond en ochtend woog ik mezelf. Eigenlijk was het getal wat ik zag nooit goed. Want als ik zag dat ik was afgevallen, wilde ik nog meer afvallen en dus koos ik dan voor veilig of niet eten. Als ik was aangekomen, moest ik van mezelf weer afvallen en mocht ik alsnog niet normaal eten. Op deze manier koos ik dus maar heel weinig voor de gezonde maaltijden.
♥ Dromen over eten
En zelfs na de hele dag bezig te zijn geweest met eten, kon het ‘s nachts soms gewoon nog doorgaan. Zelfs ‘s nachts was mijn hoofd bezig met eten, want regelmatig droomde ik over eten. Allerlei lekker eten dat ik in mijn dromen at en klaarmaakte. Eenmaal weer wakker baalde ik dan dat ik het niet echt had kunnen eten. Tegelijkertijd was op opgelucht dat ik het gelukkig niet had gegeten. Het was nooit goed.
♥ Overal om je heen eten
Waar ik ook was, overal werd ik herinnerd aan het onderwerp eten. Het zat altijd in mijn hoofd. In de stad zag ik eettentjes, mensen met eten lopen, supermarkten met eten. Op het station rook ik de geur van patat, zag ik mensen eten en kwam ik tig kiosken tegen waar eten te koop was. Op school zag ik mensen lopen met eten en stonden snackautomaten. Ik kon er gewoonweg niet omheen. Ook als vrienden me mee ergens naar toe vroegen, overal zag ik eten en overal dacht ik aan eten.
♥ Denken aan wat je zo lekker lijkt
Omdat ik mezelf allerlei producten niet toestond, dacht ik er soms extra vaak aan: Wat zou ik graag weer eens een Mars en friet willen eten. Ik vond het ook heerlijk om mensen al die lekkere dingen te zien eten. Aan de ene kant was ik dan heel jaloers, maar aan de andere kent voelde ik me sterk. Ook in supermarkten kon ik soms een flinke tijd kijken bij alle lekkere producten, het schap met snoep en koek, de chips afdeling en de toetjes en ijsafdeling. Heerlijk…wat zou ik graag… Maar nee, ik mocht het niet van mezelf. Zelfs mijn reukvermogen leek toegenomen. Het lichtste etensgeurtje ving mijn neus al op.
♥ Een vast rijtje in je hoofd
In de supermarkt kocht ik enkel de producten die in mijn hoofd veilig waren. In mijn hoofd had ik van te voren al een heel lijstje. Ik wist precies wat ik moest halen en welke route ik door de winkel hiervoor moest afleggen. Ik zou deze bij wijze van spreken blind kunnen afleggen. Door de maanden heen had zich in mijn hoofd een reeks aan producten verzameld die ik zonder schuldgevoel van mezelf mocht eten. Soms at ik iedere dag hetzelfde. Soms ook om minder te hoeven denken aan eten. Al die strijd in mijn hoofd. Als ik gewoon twee weken lang iedere avond een paar volkoren pannenkoeken at met light jam, had ik een stuk minder strijd en drukte in mijn hoofd.
♥ Optellen, aftrekken en berekenen
Als ik vanmiddag wat mee ga drinken, wat kan ik dan vanmorgen allemaal eten en wat niet? Als ik vanavond weinig eet, kan ik dan overdag wat meer lunchen? Als ik nu die dropjes eet, moet ik dan vanavond minder eten? Als ik over twee dagen op die verjaardag nootjes en chips moet eten, moet ik dan nu al gaan minderen met eten? In mijn hoofd was ik alleen maar bezig met bedenken wat ik wel en niet mocht eten en bedenken wat ik allemaal al gegeten had.
Aan het einde van iedere dag begon de optelsom in mijn hoofd. Als ontbijt heb ik dit gegeten, tussendoor heb ik dit genomen, maar ik heb minder geluncht, dus dat valt weer tegen elkaar weg. Als avondeten heb ik dit en dat genomen, maar daar zit niet zoveel in en later op de avond heb ik nog iets genomen wat niet zo goed is, maar dat kon wel want ik had al weinig avondeten gegeten. Zo maakte ik vervolgens de som of ik wel of niet tevreden met mezelf en wat ik had gegeten kon zijn.
♥ Zelfbeeld
Dat tevreden met mezelf zijn en tevreden met wat ik had gegeten zijn stond eigenlijk gelijk aan elkaar omdat mijn zelfbeeld op dat moment afhing van wat ik had gegeten. Kon ik trots op mijzelf zijn of niet? Voelde ik me sterk of niet? Voelde ik me dun of niet?
♥ Dromen over eten
En zelfs na de hele dag bezig te zijn geweest met eten, kon het ‘s nachts soms gewoon nog doorgaan. Zelfs ‘s nachts was mijn hoofd bezig met eten, want regelmatig droomde ik over eten. Allerlei lekker eten dat ik in mijn dromen at en klaarmaakte. Eenmaal weer wakker baalde ik dan dat ik het niet echt had kunnen eten. Tegelijkertijd was op opgelucht dat ik het gelukkig niet had gegeten. Het was nooit goed.
♥ Jouw leven bestaat uit meer dan eten
Mijn dagen, weken, maanden, mijn hele leven draaide om eten, niet eten, veilig eten, lekker eten, fout eten, goed eten, eten eten eten. Mijn hoofd was hier zo druk mee dat ik nauwelijks meer aandacht en energie had voor andere zaken. Gewoon naar een vriendin luisteren was al lastig. Voor ik het wist raakte ik de draad van het verhaal kwijt en had ik geen idee meer waar ze het over had. Mijn hoofd was moe of bezig met eten.
Hele dagen bezig zijn met eten is zonde van jouw bestaan, omdat je zoveel meer zou kunnen denken en doen. Er is zoveel meer in jouw leven dan dat eten. Nu ik niet meer lijd aan een eetstoornis is er zoveel ruimte in mijn hoofd ontstaan voor andere, veel interessantere zaken. Vecht tegen je eetstoornis, vecht tegen het dag in dag uit bezig zijn met eten in je hoofd. Het zal je op den duur veel ruimte en rust opleveren.
Denk jij veel aan eten?
Geef een reactie