Ik ben 26 jaar en zit al vanaf basisschool leeftijd af en aan in de hulpverlening. Voornamelijk ambulante behandeling. Verder één keer dagbehandeling van paar maanden en heel af en toe kortdurende (crisis)opnames van gemiddeld genomen een paar dagen tot anderhalve maand. Ik ben nu 5,5 jaar bij dezelfde behandelaar en ik word binnenkort verwezen voor andere therapie.
Pas geleden heb ik een gesprek gehad met mijn behandelaar over het feit dat de hulpverlening mij een vertrouwd gevoel geeft. In die mate dat ik het gevoel en de overtuiging heb, dat ik mezelf zonder hulpverlening nooit staande zal kunnen houden in de maatschappij. Die gevoelsmatige overtuiging heeft zich diep genesteld in mij. Als ik mij een paar maanden staande kan houden, ben ik bang dat de hulpverleners mijn struggles niet meer zien en dat ik het zonder hulpverlening moet doen…
Een kromme overtuiging, ik weet het. De erge angst die dat met zich meebrengt is dan zo erg aanwezig dat ik wil wegvluchten. Alleen wegvluchten maakt, dat ik geen goede dingen wil doen. In plaats van weg vluchten is het beter mezelf gerust te stellen. Helaas verkramp ik dan weer en raak ik gespannen door de volgende gedachtes die dan komen:
“Ik moet het alleen doen. Ik moet aanwezig zijn. Ik mag mezelf niet in de steek laten. Als ik dit goed doe, dan moet ik een opleiding doen. Dan moet ik voor mezelf opkomen. Dan ben ik in de maatschappij. In de enge en grote wereld. Dan moet ik mezelf continu beschermen voor nare woorden van mede-studenten. De hardheid van de mensen. Dan kan ik niet meer terugvallen op de hulpverlening en moet ik het alleen doen. Dan ben ik alleen. Verloren en hulpeloos.
Ik mag dan niet bang zijn, want dan kunnen mensen mij pakken. Maar als ik niet bang mag zijn van mezelf, kan ik er ook niet voor mezelf zijn. Ik moet harder zijn voor mezelf, maar tegelijkertijd moet ik ook liever voor mezelf zijn. Ik mag niet falen. Ik mag geen kwetsbaarheid tonen, zoals onzekerheid. Als het beter gaat dan denkt de omgeving dat ik alles aankan. Dan verwacht de omgeving dat ik alles goed doe. Dat ik geen terugvallen meer heb. Dat ik weer hetzelfde ben als mijn leeftijdsgenoten zonder kwetsbaarheid. Dat ik op alle levensgebieden mij staande weet te houden zonder moeilijkheden. Dat ik alles perfect moet doen…”
Door al deze gedachtes raak ik dan in paniek. Raak ik gespannen en verkrampt. Lukt het niet om mezelf gerust te stellen en vlucht ik uiteindelijk. Vlucht ik in mezelf en weg van de wereld. Voel ik mij een klein kind in een grote wereld. En als je je dan zo voelt met het idee dat de hulpverlening zal stoppen als het beter met je gaat, is de geruststelling ver te zoeken. Dit alles heeft te maken met het volgende onderwerp: ‘Jezelf het niet waard vinden. Andere mensen vind je het meer waard.’
Ik vind mezelf niet waard voor mezelf op te komen. Althans, ik mag van mezelf opkomen tot zekere hoogte. Als ik voor mezelf opkom, heb ik het gevoel dat ik iets opdring aan anderen. Als ik grenzen stel heb ik het gevoel dat ik mensen onbedoeld kwets. Soms voelt het ook als een onvermogen om voor mezelf op te komen, omdat ik dan een gevoelsmatige overtuiging heb dat ik het verdien om zo behandeld te worden. En soms klap ik gewoon dicht. Raken de woorden mij zo, dat ik geen woorden kan vinden om mij te beschermen.
Als je jezelf het waard vindt om goed behandeld te worden en dat je er met elke emotie mag zijn, dan is het makkelijker om het leven in te stappen. Dan worden de angstige gedachtes die ik beschreven heb ook behapbaar. Als je mag genieten van de zonnestralen, van muziek, van je huisdieren, een film, contact met vrienden, dan haal je zoveel positiviteit uit het leven waardoor je het kan integreren in jezelf. Ook is het dan makkelijker om de steunende woorden van een hulpverlener, vriend(in), leerkracht of ouders tot je te nemen en dat in jezelf op te zoeken, wanneer je dat nodig hebt.
Sommige dingen lukken mij en andere dingen nog niet. Ik doe nu al een tijdje vrijwilligerswerk bij basisschool leerlingen. Ook ga ik naar twee lotgenotengroepen. Dat is voor mij al heel wat. Ik kan af en toe van muziek en andere dingen genieten. Ik ben veel verder dan toen ik 5,5 jaar geleden bij mijn behandelaar begon en daar probeer ik mezelf aan vast te houden….
Voel jij je afhankelijk van de hulpverlening?
Fotografie: Tradlands
Geef een reactie