Je bent klaar met je studie. Je kan eindelijk het leven instappen en doen wat JIJ wil. Ga je werken? Stage lopen? Reizen? Of laat je je opnemen, zoals ik? Voor zolang ik me kan herinneren gaat er in mijn hoofd iets mis. In totaal zal ik nu al met zo’n 35 psychologen en psychiaters hebben gesproken, allemaal kwamen ze met een andere conclusie. Eetstoornis, gegeneraliseerde angststoornis, posttraumatisch stressstoornis, zware depressie, milde depressie, trekken van afhankelijke en vermijdende persoonlijkheidsstoornis en borderline, toch weer wel en uiteindelijk toch ook weer niet.
De therapieën die ik heb geprobeerd variëren van cognitieve gedragstherapie, medicatie, haptonomie, tot alternatieve geneesmiddelen en zelfs een verplichte gesloten opname. Nadat ik mijn studie psychologie had afgerond wist ik dat ik aan ‘het echte leven’ moest gaan beginnen. Die druk voelde zó hoog dat de gedachte eraan al zorgde voor de dagelijkse paniekaanval. Toen ik merkte dat ik de werkdruk van een parttime baan totaal niet aankon kreeg ik die ene overtuiging, die al mijn hele leven door mijn hoofd spookt, sterker dan ooit te voren: Ik kan het leven niet aan.
Er zijn mensen die met een slecht hart geboren worden. Als een operatie niet mogelijk is en er geen donorhart beschikbaar is, kunnen zij niet leven. Wat nou als ik niet met een slecht hart, maar met slechte hersenen geboren ben? Met een persoonlijkheid waarmee het leven gewoon niet aankan? Dat het in de tijd waarin ik leef niet mogelijk is om daar wat aan te doen, ik had namelijk al zo veel geprobeerd om me beter te voelen..
Al rond de middelbare school kreeg ik last van rare eetgewoontes. Als examen weken eraan kwamen at ik soms dagen achter elkaar niet. Dit resulteerde dan weer in allemaal onvoldoendes en dat zorgde weer voor een sterkere overtuiging dat ik het allemaal niet kon. Dit herhaalde zich maand na maand. Uiteindelijk heb ik, na twee examenjaren vol faalangst en vrij bizarre eetgewoontes om nog enigszins controle over die angsten te behouden, mijn diploma binnengehaald.
In mijn tussenjaar kreeg een vriendinnetje, mede dankzij mijn keuzes, een heel ernstig ongeluk. Dit was voor mij een omslagpunt qua angsten. Niet alleen had ik zelf al de overtuiging dat ik het leven niet aankon, maar nu ook nog eens dat de keuzes die ik maakte alleen maar uitliepen op ellende. Ik voelde me verschrikkelijk schuldig en durfde langzaam maar zeker geen enkele keuze meer zelf te maken. Ik heb vervolgens vijf jaar lang al mijn keuzes laten afhangen van wat andere mensen zeiden dat ik moest doen. Dit ging natuurlijk gepaard met, soms vrij heftige, depressieve episodes.
De laatste paar jaar voor mijn opname was ik bijna continu in ‘volhoud-stand’. Ik wilde verdwijnen. Ik hoopte stiekem dat ik onder een auto zou komen of een dodelijke ziekte zou krijgen, zodat ik in ieder geval niet een leven hoefde te lijden. Suïcidegedachten en pogingen zijn ook zeker vaak langsgekomen. Zodra de stress hoog werd was het vaak het enige waar ik aan kon denken. Niet omdat ik graag dood wilde (wie wil nou graag dood…), maar omdat ik zó verschrikkelijk bang was om te leven. Ook kreeg ik een hele sterke overtuiging dat iedereen beter af was zonder mij. Het ging nu al zo lang slecht met me en ik voelde me in elke situatie overbodig.
Ik hield deze gedachtes altijd voor mezelf. Heel af en toe had ik het er een klein beetje met iemand over en dan merkte ik al snel dat diegene waanzinnig schrok en niet begreep waar ik het over had. Ik kreeg altijd de boodschap terug: ‘Maar waar maak je je nou druk over? Je hebt het allemaal zo goed, je kan het prima.’ En dan ging ik weer, de hele dag, week, maand, jaar, doen alsof het wel ging. Af en toe stortte ik dan in en werd ik weer een paar maanden depressief. Daar werd ik dan even voor geholpen en ‘als het wel weer ging’, mocht ik weer verder met dat leven wat ik eigenlijk helemaal niet kon.
In het laatste jaar voor mijn opname merkte ik dat het na bijna vijf jaar depressies tijd was om open kaart te gaan spelen tegen de therapeuten. Ik vertelde al mijn gedachtes over het niet aankunnen van het leven en uiteindelijk werd er dan besloten dat ik het ‘maar alleen moest proberen’, want als ik zou zien dat het zou lukken, zou het me zelfvertrouwen geven. Vervolgens ging het na een aantal maanden weer niet goed, en was dat laatste beetje zelfvertrouwen wat ik nog had natuurlijk ook weg.
In september 2016 voelde ik dat het weer bergafwaarts ging. Ik was er he-le-maal klaar mee. Met het leven, met mezelf, met het volhouden van elke dag opnieuw, met het overbodig voelen en met het niet begrepen worden. Ik wil ook wat ik om me heen zie; mensen van mijn leeftijd die gewoon maar een beetje aanrommelen en maar wat proberen en gewoon gelukkig zijn. Blijkbaar lukt het me niet om beter te worden op de manieren die ik probeerde. Volhouden werkt niet, heel zielig zijn werkt niet, doen alsof het allemaal goed gaat werkt niet en één keer per week bij een psycholoog langs werkt eigenlijk ook niet.
Ik weet nog dat ik op een dag naar mijn vriend was geweest en met mijn vriendinnen had afgesproken. Ik besefte me dat ik dit gewoon niet wilde missen. Dat leven waar ik zo bang voor was zit vol ellende en dingen die echt helemaal mis kunnen gaan. Maar er móet iets zijn waar iedereen het voor doet. En het feit dat ik er nog niet goed mee om kan gaan betekent niet dat ik dat niet kan leren. Ik wist één ding zeker: ik ging niet opgeven voordat ik alles, maar dan ook álles had geprobeerd om beter te worden. Daarom besloot ik me op te laten nemen. Niet omdat ik in gevaar was voor mezelf, of omdat ik niet meer voor mezelf kon zorgen, maar omdat ik er zo verschrikkelijk klaar mee was dat het me niet lukt om te leven.
Ik ben voor 2 maanden opgenomen en ik heb nog 2 weken te gaan. Na een lange intake is mij verteld dat ik alleen een gegeneraliseerde angststoornis heb. Deze kan soms zo sterk worden dat ik besluit dagen in bed te blijven liggen of niks meer te eten, om op deze manier niet meer mee te hoeven doen met waar ik het aller angstigst voor ben: het leven. In deze kliniek leer ik om mijn eigen keuzes te maken en te kijken wat nou belangrijk en goed voor míj is. Ik leer hier dat ik niet altijd alles in één keer perfect hoef te kunnen, dat ik fouten mag maken en dat ik dingen mag proberen zonder dat ik weet hoe het uitpakt. Maar het belangrijkste wat ik hier leer is dat ik het waard ben om een plekje in dit leven in te nemen. En dat is wat ik ga doen: leven.
♥
Fotografie foto2: M Yashna
Geef een reactie