Toen ik een jaar of zes was besloot ik dat ik geen vlees meer wilde eten. Jong als ik was, hield ik me er deels aan en at ik op kinderfeestjes gewoon lekker de knakworstjes en bitterballen mee. Ook een frikadel of kipburgen at ik nog heel soms. Toch heeft er altijd een principe wat betreft het eten van vlees, in mij gezeten. Inmiddels heb ik al een jaar of zeven echt geen vlees meer gegeten en let ik heel bewust op mijn boodschappen. Sommige dingen koop ik veganistisch, andere vegetarisch, maar mijn schoenen zijn van leer. Hoe zit dat nou precies?
Als eerst wil ik zeggen dat ik vind dat iedereen op zijn eigen manier moet leven. Ik ben geen activistische vegetariër. Ik doe dit omdat ik zelf vind dat dit beter is; het voelt goed. Ik veroordeel daarmee niet het eetgedrag of de levenswijze van andere mensen, maar probeer wel op te komen voor dierenleed. Vlees eten is misschien niet verkeerd of fout. Ik vind alleen wel dat we op een lievere manier met dieren om kunnen gaan dan hoe dit vaak gedaan wordt in de wereld. Dieren leven niet om opgegeten te worden of iets af te leveren, ze mogen ook gewoon genieten van hun leven. Bedenk voor jezelf wat voor jou een prettige manier is om hier over te denken en naar te handelen.
Vegetarisch eten
Vegetariërs eten geen vlees. Ook gebruiken ze geen materialen waarvoor dieren zijn geslacht. Vaak eten ze wel eieren, vegetarische kaas (kaas zonder stremsel/met vegetarisch stremsel) en drinken ze melk. Hiervoor zijn geen dieren gedood. De meeste vegetariërs kopen ook geen leren schoenen, tassen of banken.
Veganistisch eten
Veganisten eten niets wat uit dieren wordt verkregen. Je eet dus enkel plantaardig. Geen vlees, vis, honing, melk, eieren en andere voedingsmiddelen die door dieren zijn geproduceerd. Ook kijken zij vaak bewust naar materialen waarin vacht, huid of andere materialen uit dieren zijn verwerkt. Veganistisch eten is een manier van eten die, zeker in het begin, veel tijd en aandacht nodig heeft. Je moet erg bewust met je voedingspatroon omgaan, omdat er in de reguliere winkels en restaurants nog maar weinig rekening mee wordt gehouden.
Pescotarisch en flexitarisch eten
Als je wel vis eet, word je ook wel een pescotariër genoemd. Eet je af en toe biologisch vlees of draag je wel leren schoenen, dan word je ook wel een flexitariër genoemd. Mensen die op deze manier met eten omgaan, houden rekening met dieren, maar maken in bepaalde mate wel gebruik van de producten die door dieren worden geproduceerd. Dit doen ze dan wel op een diervriendelijke manier.
Dit zijn slechts een paar hokjes, zoals we alles in het leven in hokjes proberen te stoppen om het beter te begrijpen. Toch zijn deze vakjes eigenlijk helemaal niet belangrijk. Het gaat erom wat jij doet en waar jij je goed bij voelt. Als iedereen zijn eigen ding bijdraagt, doen we allemaal wat we kunnen en waar we ons goed bij voelen.
Ik zelf draag weinig, maar toch soms leren schoenen. Ook zijn sommige tassen die ik heb van leer gemaakt. Het idee dat dit zo is, laat me wel weer even twijfelen aan mijn intenties, maar ik ben toch erg blij met mijn leren spullen. Laatst wilde ik nieuwe schoenen kopen van leer en heb ik wel even opgezocht of er een keurmerk was voor ”diervriendelijkere” schoenen. Sommige merken houden rekening met het leven van een dier waar het leer van afkomstig is en de omstandigheden van de mensen die de schoenen maken. Dat vond ik toch wel een fijn idee. Als ik tegenwoordig iets koop van leer is dat tweedehands.
Ik eet geen vlees en sinds een tijd ook vegetarische kaas en zo geen (zo goed als mogelijk) producten waarin gelatine is verwerkt zoals pudding of snoep. Daarin zijn gelukkig veel alternatieven, dus mis ik niets. Mijn idee achter de keuze om vegetarisch te eten is eigenlijk vrij simpel. Als kind vond ik het zielig om dieren te eten en dat idee is eigenlijk gebleven. Ik vind het geen prettige gedachte dat ik ‘iemand anders’, ook al is het een dier, opeet. Ik vind het geen fijn idee dat het dier op een onprettige manier heeft geleefd of vroegtijdig bij zijn moeder is weggehaald om puur als vleeskoe verder te gaan.
Of ik nu wel of niet in een vakje pas, ik noem mijn eetpatroon vaak vegetarisch. Dit is voor anderen gemakkelijk te begrijpen, ook al vragen ze mij nog regelmatig of ik dan wel of geen vis eet. Ik eet slechts een paar keer per jaar vis. Dat betreft dan enkel wilde, biologische zalm. Dat vind ik gewoon heel soms toch nog wel lekker. Ik vind ook dat ik mijn best al heel erg doe om rekening te houden met dieren en dat het daarom soms best mag. Als is dat ook wel weer een beetje hypocriet, ach.
Ik moet zeggen dat ik niet zoveel melk drink. Ik vind het om eerlijk te zijn ook gewoon niet zo lekker, net als dat ik niet zo houd van vlees. Maar het heeft ook te maken met melkstallen, waar ik niet zo’n fijn gevoel bij heb. Gelukkig is er ook biologische melk en yoghurt die ik wel gewoon koop. Met boter, eieren en kaas houd ik op diezelfde manier rekening. Het kost me inmiddels ook geen tijd aan gedachtes hierover meer als ik boodschappen ga doen. Ik weet welke merken het minst onaardig zijn voor dieren, dus die gooi ik in mijn boodschappenmandje.
Ik heb er wel eens over nagedacht om veganistisch te gaan eten, maar toch vond ik dit wat extreem. Ook met mijn eetstoornisverleden in mijn achterhoofd, lijkt het mij niet verstandig. Ik denk niet meer dat ik er in door zou slaan, maar ik denk wel dat ik dan weer heel erg met eten bezig moet zijn om alles uit te zoeken. Daar heb ik eerlijk gezegd echt helemaal geen zin in. Ik ben blij dat ik eindelijk vrij met eten om kan gaan en eet waar ik zin in heb.
Tijdens mijn eetstoornis wist ik niet helemaal meer waarom ik geen vlees at. Ik vond het zielig, dat wel. Maar misschien vond ik het ook gewoon fijn om een reden te hebben om iets niet te hoeven eten. Controle, de baas zijn over mijn eigen eetpatroon. Later heb ik wel gemerkt dat mijn vegetarische eetgedrag al veel langer terug gaat en ik ook door mijn moeder, die flexitariër is, een beetje zo ben opgevoed. Er was altijd de keuze om wel of geen vlees te eten. Mijn vader en broer eten dan ook gewoon vlees en begrijpen mij niet helemaal, maar dat is ook prima.
Als ik bij iemand kom eten, geef ik aan dat ik geen vlees eet en wordt daar altijd rekening mee gehouden. Het voelt soms wel wat bezwaarlijk, maar ach. Als ze bij mij eten, kook ik een gerecht waar geen vlees in zit. Tot nu toe hoor ik nooit van iemand dat ze het vlees missen. Er ontstaan zelfs wel leuke gesprekken door en mijn vergetarisme en diervriendelijkere eetgedrag zet anderen vaak ook het denken, zonder ze af te keuren of om te praten. Wie weet maken ze bewustere keuzes wanneer ze de volgende keer boodschappen gaan doen, al zal ik ze daar vrij in laten.
Hoe ver ga je?
Dat is een lastige vraag. Het liefst zou ik melk en yoghurt eten die rechtstreeks van een hele lieve en blije koe komen die ergens in een weiland staat dat ik ken. Ik zou de eieren het liefst eten van mijn eigen kippen of die van bijvoorbeeld mijn buren. Helemaal geen zuivel of eieren vind ik toch wat ingewikkeld. Hierdoor kun je namelijk ook niet zomaar meer brood, koekjes, ijs, chocola, beleg en weet ik wat nog meer allemaal eten. Ik moet dan weer heel erg op mijn eten gaan letten en ben eigenlijk juist blij dat ik dat niet meer zo erg doe sinds ik van mijn eetstoornis af ben. Veganistisch gaan eten, lijkt mij persoonlijk niet verstandig en gevaarlijk voor iemand die een eetstoornis heeft of heeft gehad. Je moet dan bijna wel overmatig aan eten denken, anders hou je het niet vol.
Iemand die ik kende die veganistisch is gaan eten vertelde me laatst dat het bijna obsessief werd in het begin. Ze kwam aan in gewicht doordat ze veel snoepte of at juist overdags heel weinig. Ze wist niet meer wat ze nou ‘mocht’ eten en was daarover erg in conflict met zichzelf. Ze at veel groenten, maar wist soms niet wat ze nu wel kon eten en at dan uren lang bijna niets. Ze kreeg in de tussentijd honger, waardoor ze allerlei veganistisch verantwoorde snoepjes, chips en koekjes at. Ze dacht enorm veel aan eten en moest daarin echt even haar weg vinden. Ze moest bedenken wat ze wel en wat ze niet kon eten en waar ze eten moest kopen. Ze las kilometers etiketten om te kijken of er dierlijke producten in verwerkt waren. Omdat ze veel vrienden had die ook veganistisch aten, lukte dit haar best aardig, maar ze heeft nog steeds moeilijke momenten. Het is een heel leerproces dat aandacht en tijd kost.
De laatste tijd is er op social media en in de foodblogwereld een beetje een hype ontstaan als het gaat om super gezond eten. Veganisme is hip. Goed voor de dieren, deze trend, maar minder goed voor sommige meisjes/jongens die graag ergens bij willen horen uit onzekerheid of ergens goed in willen zijn en hun eetpatroon daarvoor extreem veranderen. Ze eten niet enkel normaal veganistisch, maar ook übergezond. Te gezond eten kan net zo gevaarlijk zijn als te ongezond eten. Maak er dus geen wedstrijd van, wees niet perfectionistisch in je eetpatroon en duik niet van een eetstoornis in een ander obsessief eetpatroon.
Veganisten eten ook ijs, chocolade, patatjes, pizza, snoepjes, frisdrank, chips en ga zo maar door. Veel mensen die veganistisch eten, zijn bewust bezig met hun voeding. Niet om af te vallen, een laag vetpercentage te krijgen, ergens de beste in te zijn of emoties te onderdrukken door zich op eten te richten, maar om dierenleed te besparen en zich lekker fit en gezond te voelen. Bedenk voor jezelf goed wat de motivatie is om geen vlees te eten, veganistisch of minder vlees te eten. Maak zo’n besluit niet als je nog in je eetstoornis zit. Dit soort beslissingen worden dan veel te veel beïnvloed omdat je met je eetstoornis bezig bent, simpelweg omdat de beslissing alles te maken heeft met eten en eten jouw valkuil is of is geweest.
Tip: Je kunt ook met mate rekeningen houden met dierenleed via je eetpatroon. Eet bijvoorbeeld een keer per week vegetarisch of veganistisch en laat het daar bij. Het normaliseren van je eetpatroon is veel belangrijker als je aan het herstellen bent van een eetstoonis, dan een speciaal dieet volgen wat je kan triggeren. Wil je rekening houden met dierenleed, dan is het ook goed om eerst te beginnen met dierproefvrije make-up, minder plastic te kopen, je afval te scheiden of bij een dierenasiel te gaan helpen. Je hoeft niet met je eetpatroon te beginnen om iet bij te dragen, al ben je daartoe waarschijnlijk wel geneigd vanuit je eetstoornis. Het kan ook op andere gebieden 😉
Mis je het niet?
Eerlijk gezegd mis ik het eten van vlees niet nee. Ik kan me niet meer voorstellen dat ik het zou eten. Eerder miste ik nog wel eens kipsaté of bitterballen, maar bij de vegetarische slager of vegetarische snackbar kan ik alles gewoon af en toe kopen. Iets duurder, maar dat soort dingen eet je toch niet dagelijks. Ik verzin allerlei lekkere gerechten en vind het eigenlijk helemaal niet meer moeilijk om zonder vlees te koken. Er zijn veel lekkere vervangers. Wel moet ik opletten dat ik bijvoorbeeld voldoende vitamine B12 binnenkrijg. Dit haal je uit dierlijke producten. Ik eet regelmatig dingen die voedingsstoffen uit vlees kunnen vervangen, zoals linzen en cashewnootjes.
Vegetarisch eten heeft niets met een eetstoornis te maken. Heeft het dat bij jou wel, denk er dan nog eens goed over na. Als je eigenlijk gewoon graag vlees eet, eet dan zoveel mogelijk vlees van blije koeien, maar eet het wel gewoon. Doe waar jij achter staat, niet waar je eetstoornis of een ander achter staat. Jouw mening en jouw gevoel is het belangrijkste. Ik doe wat ik denk dat goed is en zo mag jij doen waarvan jij denkt dat het goed is. Zo dragen we allemaal ons eigen persoonlijk gevormde steentje bij.
Lees ook de blog: Alles gaat over super gezond eten.
Geef een reactie