Op kamers gaan als je net van je eetstoornis af bent of er nog midden in zit, is nog net even iets spannender dan normaal. Dingen zoals heimwee, stress, onzekerheid over ‘’of het wel gaat lukken”, zelfstandigheid, wennen en geldzorgen hebben we allemaal rond die tijd. Maar nu moet je ook nog bedenken hoe je ervoor gaat zorgen dat je stabiel blijft of juist in die stijgende lijn blijft zitten.
Je moet goed blijven eten en hulp vragen wordt soms wat lastiger. Je kunt nu niet een beetje in de woonkamer gaan staan mopperen tot je moeder door je heen prikt en vraagt of er wat is. Je zult zelf je telefoon moeten pakken, een mail moeten typen of op de fiets moeten stappen en naar en vriendin toe moeten gaan. Niemand gaat het voor je doen, jij hebt het heft in eigen handen.
Dit kan je een hoop zelfvertrouwen geven, tenminste, als het goed gaat. En dat gaat niet altijd meteen goed natuurlijk. Sommige mensen maken er de eerste paar maanden best wel een zooitje van. De eerste weken gaat het nog wel. Je mist je ouders, de hond, moet wennen, de nieuwe opleiding zorgt voor afleiding waardoor het eten wel goed gaat. Bij de een meteen en bij de ander later, maar er komen op een gegeven moment dingen waar je moeite mee hebt. Misschien is het wel het vragen om hulp, maar het kan ook zijn dat het je maar niet lukt om op tijd te eten, boodschappen steeds te duur uitvallen, je de was niet bij kunt houden en je kamer langzaam dichtgroeit door een vuilnisbelt omdat je het niet overziet.
”Toen ik op kamers ging, was ik blij dat ik uit huis was. Mijn thuissituatie was verre van ideaal waardoor ik met urgentie een kamer in een studentenflat kreeg. Ik vond het heel fijn om niet meer continu de spanning te voelen die er bij mij thuis was. Wel merkte ik eenmaal op kamers pas echt dat duidelijk naar voren kwam dat het niet alleen om de thuissituatie ging, maar dat ik zelf ook echt niet goed in mijn vel zat. Ik werd al snel erg depressief en vond het moeilijk me aan de structuur te houden. Niemand zei dat ik mijn bed uit moest komen of moest koken in de avond. Lange tijd is dit zo doorgegaan maar uiteindelijk heb ik intensieve hulp gezocht. Dit durfde ik eindelijk toen ik uit huis was omdat ik mij niet meer tegenover mijn ouders, die weinig begrip toonden, hoefde te verantwoorden. Op kamers gaan is voor mij om die reden een hele goede stap geweest.” -Sandra
Ieder begin is moeilijk, laten we het daarop houden. Mijn therapeut vertelde me dat het goed was om op mezelf te gaan wonen voor ik ooit eventueel samen zou gaan wonen. Juist omdat het goed is om er eens zelf een rommeltje van te maken en dat op te knappen. Een beschimmelde handdoek onder in de wasmand, koken voor één persoon (wat best moeilijk is), alleen zijn, je eenzaam voelen, aan de bel trekken als het niet goed gaat. En zelf spinnen uit je kamer wegjagen, in plaats van daar je vader voor naar boven te roepen.
Op kamers wonen heeft een hoop voordelen. Misschien was je al voor een groot deel volwassen geworden terwijl je thuis woonde, maar nu komen de puntjes op de ‘i’. Je gaat het echt zelf doen en je eigen zaakjes opknappen. Aan je huiswerk beginnen, zonder dat je ouders je erop wijzen. Doordeweeks uit gaan en er achter komen dat dat toch niet zo handig is. Je gaat je eigen structuur bepalen. Ook qua eten.
En dat eten is misschien net even een ander verhaal. Je kunt eten wanneer jij wilt en zoveel jij wilt, maar ook zo weinig als je wilt. Je bent zelf verantwoordelijk. Die vrijheid komt bij sommige mensen met een eetstoornis iets te vroeg en voor anderen kon het niet vroeg genoeg komen.
Soms denk je door je eetstoornis, dat je op jezelf moet gaan wonen en die vrijheid qua eten je gelukkig gaat maken. Je kunt eetbuien hebben wanneer en zo groot je wilt. Je kunt lijnen en afvallen op extreme manieren, zonder dat iemand er iets van zegt. Natuurlijk denk je hier stiekem aan, maar wil je dit zelf ook echt of komt het door die eetstoornis dat je hier over nadenkt?
Vergeet niet dat je zelf sterker bent dan die eetstoornis. Wil jij dat je studie, deze kans om op jezelf te leren wonen en je toekomst wat wordt, kies er dan voor om de baas te zijn. Laat je eetstoornis de regels niet bepalen, maar kies voor jezelf en je ‘gezonde ik’.
“Toen ik voor het eerst op mezelf ging wonen vond ik dat erg fijn. Ik had ineens alle vrijheid en kon zelf bepalen wat ik deed, wanneer ik het deed en of ik het deed. Daarnaast vond ik het heel fijn dat ik gewoon lekker kon eten waar ik zin in had. In het begi verliep dit erg goed. Ik genoot van lekkere broodjes met gesmolten kaas, bakjes M&M’s en rösti rondjes. Maar na een tijd, toen het wat slechter met me ging, veranderde dit. Ik ging steeds slechter voor mezelf zorgen. Niet alleen op het gebied van eten maar ook als het ging om uiterlijke verzorging. Ik poetste mijn tanden nauwelijks meer en borstelde mijn haren niet meer. Mijn beddengoed wassen deed ik nog niet eens 1 keer per maand. Ik ging me meer en meer afzonderen en vereenzaamde in mijn studentenkamertje. Niemand had nog een idee van hoe het werkelijk met mij ging. Het wonen op kamers had, als ik mij niet door mijn eetstoornis niet leiden, ook fijne kanten. Er was bijna altijd wel iemand in huis en je kon gezellig samen tv kijken of koken en ga zo maar door.” – Scarlet
Misschien maak je er in het begin een potje van. Je hebt geen zin om voor jezelf te koken, bestelt vaak eten of gooit je eten juist vaak weg. Je kiest voor magere producten die je thuis niet mocht eten omdat ze je al slank genoeg vonden. Of je eet juist alles waar je zin in hebt, omdat je dat thuis niet mocht. Omgaan met die vrijheid en die structuur terugvinden is een zoektocht. Geef jezelf daarvoor de tijd.
Je kunt natuurlijk ook denken dat op jezelf wonen een makkie is. Of perfectionistisch zijn en denken dat je het meteen onder controle zult hebben. Je vindt een kamer, knapt deze op, helemaal in je eigen stijl. Je volgt je studie, die eigenlijk wel oke gaat, maakt nieuwe vrienden en volgt je eetlijst zoals het hoort en variëert, zonder schuldgevoelens. Maar helaas, zo perfect zal het nou ook weer niet verlopen.
Bijna iedereen die op kamers gaat loopt tegen dingen aan, dingen die minder soepel verlopen als verwacht: Je matras wordt te laat bezorgd, je moeder belt je niet zo vaak op als dat je had verwacht en je vriendinnen hebben je kamer pas één keer gezien. Je nieuwe opleiding is hard werken en ondertussen probeer je financieel de eindjes aan elkaar te knopen en heb je eigenlijk steeds weer een stukje maand, in plaats van geld over.
Ga niet in de put zitten. Je trekt jezelf hier wel weer uit. Op jezelf wonen is niet iets wat je zomaar even doet. Zie het als een project. In het begin weet je er eigenlijk nog helemaal niks van en op ten duur ben je een gevorderde. Geef jezelf daarin de tijd en neem jezelf niets kwalijk.
Vergeten de was op te hangen en stinkt alles nu een uur in de wind? Geeft niks. Gewoon nog een keer draaien die was. Voel je je eenzaam? Hoort erbij. Bel iemand op en spreek je gevoel uit. Maak je er een zooitje van met eten? Niet boos worden op jezelf. Pak je eetlijst erbij, vraag om hulp van je diëtist, lees je terugvalpreventieplan door en pak de draad weer op! Fouten maken hoort erbij. Geef jezelf de kans om ze te herstellen en ervan te leren.
Op een gegeven moment ga je inzien dat jij zelf verantwoordelijk bent voor je geluk en het succes van het wonen op jezelf. Je moet zelf leren kiezen, zelf de touwtjes in handen nemen en ervoor gaan. Je moet het wel zelf doen, maar je hoeft het niet alleen te doen. Hulp vragen mag altijd! Misschien kan ik beter zeggen, voor degene die er moeite mee hebben. Hulp vragen moet!
Geef een reactie