Ik heb veel verschillende vormen van therapie gehad. De ene manier van werken paste beter bij mij dan de andere. Zo heb ik bijvoorbeeld veel individuele therapie gehad waar ik één-op-één gesprekken had met een psycholoog. Ook heb ik een tijd familietherapie gehad. Ik had dan gesprekken waar mijn ouders bij zaten. Al deze therapievormen vond ik fijn en hebben mij wel geholpen. Iets wat mij niet heeft geholpen, was groepstherapie. Ik had namelijk echt een hekel aan groepstherapie.
In eerste instantie leek groepstherapie mij heel erg fijn. Ik voelde me namelijk vaak erg eenzaam en had het idee dat ik de enige was met een eetstoornis. Met groepstherapie is het de bedoeling dat je in contact komt met lotgenoten. Door het volgen van dezelfde therapie en het delen van ervaringen met elkaar, is het de bedoeling dat de therapie helpend zou zijn. Ik vind dit zelf heel mooi klinken en ik geloof ook zeker dat het mensen goed kan helpen, maar voor mij gold dat helaas niet.
Toen ik met groepstherapie startte, kampte ik met de eetstoornis boulimia. Ik had heftige eetbuien en probeerde deze op alle mogelijke manieren te compenseren. Het voelde voor mij toen echt als onmogelijk om die eetbuien ooit te stoppen. Ik haatte mezelf en het feit dat ik gewoon geen ‘controle’ had over het eten. Ik bleek uiteindelijk de enige te zijn van de groep met boulimia. Nu wist ik in die tijd wel dat dat niet uit zou moeten maken. Diep van binnen hadden we allemaal met ongeveer hetzelfde te maken alleen uitte de eetstoornis zich bij de één door het niet-eten en bij de ander door de eetbuien. Toch vond ik het super moeilijk dat ik de enige was met eetbuien.
Ik voelde me hierdoor onbegrepen en juist alsnog heel erg alleen. Ik was de enige die niet te dun was. De therapie ging toen ook best vaak over eten en de moeilijke momenten met eten. Ik was dan ook de enige die bijvoorbeeld niet hoefde te leren om een tussendoortje te eten; ik wilde juist leren hoe ik van het eten af kon blijven om de eetbuien te laten stoppen. Een ander voorbeeld is dat we het allemaal spannend vonden als we uiteten moesten, maar ik had last van andere angsten dan de rest. Aan de ene kant vond ik het ook eng, want ik was bang om aan te komen. Hier kon ik dan wel over meepraten. Aan de andere kant was ik bang dat ik de controle volledig kwijt zou raken tijdens zo’n etentje. Dit laatste was dan weer iets wat ik niet zo goed kon en durfde te bespreken, omdat ik de enige daarin was.
Tijdens groepstherapie was ik niet echt bezig met de therapie, want ik was vooral druk met mezelf bezig. Ik vergeleek mezelf aan één stuk door met alle andere meiden uit de groep. Wie was het meest ziek? Wie had de slechtste week achter de rug? Oh, zij eten langzaam zeg. Misschien moet ik ook maar zo langzaam gaan eten. Zulke gedachtes had ik constant waardoor de therapie zelf dus aan me voorbij ging. Mijn zelfbeeld werd er ook niet veel beter van, want ik haalde mezelf enorm naar beneden. Ik had het idee dat ik de grote aansteller van de groep was en dat ik er helemaal niet hoorde. Zonde eigenlijk, want ik had de therapie niet voor niets en zat er om beter te worden.
Tijdens mijn eetstoornis stond ik niet graag op de voorgrond. Ik was erg onzeker en ontzettend bang om fouten te maken of om iets doms te zeggen. Andere meiden uit de groep leken daar minder moeite mee te hebben en waren vaak aan het woord. Ik vond het lastig om iets uit mezelf te zeggen, waardoor ik er vooral stilzwijgend bij zat en niet echt iets inbracht. Ik vond het moeilijk om mijn eigen verhaal te doen doordat ik me niet begrepen voelde, maar ik vond het ook moeilijk om op andere meiden te reageren. Dit alles had te maken onbegrip en angst om het verkeerde te zeggen.
Als ik erop terugkijk, dan vind ik het eigenlijk best zonde dat ik me zo voelde tijdens groepstherapie. Ik heb er daardoor veel minder uit gehaald dan dat ik had gekund. Aan de ene kant vind ik het goed dat er bij sommige hulpverleningsinstanties verschillende groepen voor de verschillende eetstoornissen bestaan. Mij zou dat heel erg geholpen hebben, omdat ik me dan wat meer begrepen had gevoeld. Aan de andere kant denk ik ook dat dat niet uit zou moeten maken. Tijdens de behandeling die mij wel heel erg had geholpen, had ik namelijk ook groepstherapie. Deze groepstherapie zag er echter wel heel anders uit en was voor mij veel fijner. Ik zat toen ook met meiden die allemaal een andere eetstoornis hadden, maar de focus werd daar juist helemaal niet op het eten gelegd. Het ging dus nooit over ‘moeilijke momenten’ met eten en dat scheelde voor mij heel erg. Ik voelde me hierdoor echt al een stuk minder alleen.
Iedereen ervaart groepstherapie natuurlijk anders. Mij heeft het niet echt geholpen en ik zag er altijd als een berg tegenop om er naartoe te moeten gaan, maar voor anderen is groepstherapie zeker succesvol. Ik denk dat het wel belangrijk is dat je eerlijk bent naar jezelf en naar je behandelaren. Het kan natuurlijk zo zijn dat groepstherapie voor jou echt gewoon niet werkt en dit moet je ook aan kunnen geven. Therapie moet helpend zijn. Als het wel werkt, dan is dat natuurlijk alleen maar fijn en dan weet ik ook zeker dat je er een hoop van kan leren!
Fotografie: Emma Brown
Wat zijn jouw ervaringen met groepstherapie?
Geef een reactie